Welkom
Ingezonden
Solidariteit "ingezonden"

Een bewogen geschiedenis in het hart van Europa

Praag, het Wenceslasplein

Harry Peer

Praag, de hoofdstad van de Tsjechische Republiek, wordt geroemd als "de Gouden Stad" in het hart van Europa. De bezoeker van Praag, de vakantieganger, wordt iedere keer weer naar het Wenceslasplein getrokken.

Zomer 1974. Het is de eerste keer dat ik opzij van het krijgshaftig ogende ruiterstandbeeld van de heilige Wenceslas neerkijk op het plein voor me, het is eigenlijk een lange brede boulevard. Het is mijn eerste stop in Tsjecho-Slowakije na een lange reis door de Sovjet-Unie en Oost-Europa. Ik ben de enige Nederlander in een bont gezelschap van communisten, 'fellow-travellers', anticommunisten en andere in politiek, cultuur en avontuur geïnteresseerde medereizigers.

Facelift

Het kostte nog heel wat moeite om het land in te komen. De foto in het paspoort klopte in enkele gevallen niet meer met het uiterlijk van de eigenaar (te lange of te korte haardracht), voldoende reden voor de bureaucratische douanebeambte om de toegang te weigeren. Na drie vergeefse pogingen lukt het bij een vierde grensovergang dan toch om Tsjecho-Slowakije binnen te komen. In de dagen dat we ons door Praag bewegen, kijken omstanders nieuwsgierig naar dit westerse gezelschap, schieten ons aan om een praatje te maken of een spijkerbroek te ritselen; af en toe maakt een voorbijganger het V-teken.
Inmiddels zijn de tijden wel veranderd. Het beroemde monument, in 1912 door Josef Myselbek opgericht, is naast dat van Johannes Hus op het Oude Stadsplein gezichtsbepalend voor de hoofdstad van de Tsjechische Republiek (naast natuurlijk de Karelsbrug over de Moldau en de Burcht met de Sint Vitus-kathedraal).
De aanblik van Praag is sinds 1974 flink gewijzigd. Zoals zoveel andere Oost-Europese steden maakte het destijds een grijze, grauwe indruk. De laatste twintig jaar heeft Praag een facelift ondergaan. Het is een kleurige, gezellige, ontspannen stad geworden, met alleen veel te veel toeristen.

Mensenmassa's

Op het Wenceslasplein verzamelden zich bij het uitroepen van de onafhankelijkheid van Tsjecho-Slowakije in het najaar van 1918 en bij het verdwijnen ervan in 1939 grote mensenmassa's. De Tsjechen en Slowaken voelden zich na 'München' in 1938 in de steek gelaten, verraden door het Westen. Op 15 maart 1939 marcheerden Hitlers troepen Praag binnen. Het had weinig gescheeld of de stad was gebombardeerd.
De inval van het Duitse leger in Polen op 1 september 1939 en de daaropvolgende oorlogsverklaring van Groot-Brittannië en Frankrijk aan Nazi-Duitsland gaven weer hoop aan de zuiderburen van Polen. Minder bekend, maar huiveringwekkend, is de samenkomst van 250.000 mensen die fanatiek de Hitlergroet brengen op het Wenceslasplein, kort na de aanslag op Heydrich, 27 mei 1942. Het is op een filmpje op You Tube te zien. We gaan er maar vanuit dat het Sudeten-Duitsers zijn.

Tijdens de Praagse Lente van 1968 en de Fluwelen Revolutie van 1989 gingen beelden van het Wenceslasplein de hele wereld over. Vlakbij het standbeeld stak de 20-jarige student Jan Palach zich op 16 januari 1969 in brand als protest tegen de bezetting door de Sovjets. Hij stierf drie dagen later.

Na de oorlog – pijnlijke details

We weten niet of Lina de weduwe van Heydrich bij de massale nazi-herdenking kort na de dood van haar man aanwezig was. Zij bleef een overtuigde nazi voor de rest van haar leven wat niet wegneemt dat de Bondsrepubliek haar eind jaren vijftig na wat juridische procedures een weduwenpensioen verschafte, een bedrag zo hoog als van een ex-minister-president. We mogen wel aannemen dat de 27 jarige Hanns-Martin Schleyer zich in dit rauwe gezelschap zal hebben bevonden. In 1933 werd hij lid van de SS. Vanaf 1941 was Schleyer leider van de nationaalsocialistische studentenbeweging in Praag. In zijn hoedanigheid van “Beauftragter der Sicherheidsdiensten (SD) der SS für den Universitätsbereich” was hij betrokken bij de vervolging van linkse studentenleiders. Vanaf 1943 was Schleyer in het protectoraat Bohemen en Moravië verantwoordelijk voor de controle over en plundering van de industrie in het bezette land ten gunste van nazi-Duitsland. In 1945 zou Schleyer de laatste SS-commandant van Praag zijn geweest. Na de oorlog maakte Schleyer carrière in het bedrijfsleven. In 1973 werd hij voorzitter van de Duitse werkgeversvereniging (Bundesvereinigung der Deutsche Arbeitgeberverbände). Op 5 september 1977 werd Schleyer ontvoerd door de Rote Armee Fraktion. Op 18 oktober 1977 werden in de gevangenis van Stammheim de lijken aangetroffen van de kopstukken van de RAF. De dag erop werd Schleyer dood gevonden in Mulhouse in de kofferruimte van een groene Audi 100.

Václav Havel (1936-2011)

Op 19 december 1989 sprak Václav Havel een enorme menigte toe vanaf het balkon van het Melantrich Huis, halverwege het plein. Op zondagavond 18 december 2011 stroomden duizenden Tsjechen bijeen op hetzelfde plein om eer te betuigen aan hun held en vroegere president Václav Havel (staatshoofd van respectievelijk Tsjecho-Slowakije en Tsjechië tussen 1989 tot 2003).
In 1986 kreeg dissident Havel de Erasmusprijs uitgereikt. In zijn dankwoord, voorgelezen door zijn vriend de acteur Jan Triska, betrekt Havel uitdrukkelijk de mensenrechtenbeweging Charta 77. Lezing ervan herinnert ons er nog eens aan hoeveel sinds 1986 in Europa is veranderd. Zo wijst Havel op het door een hoge muur verdeelde Europa, tastbaar gesymboliseerd door de Berlijnse Muur. Hij prijst de geleerde Erasmus als personificatie van Europese integriteit. De eerste vertaling van Laus Stultitae (Lof der Zotheid) uit het Latijn was in de Tsjechische taal!

Hopelijk laten de huidige politici in Brussel zich leiden door wat Havel een Europees bewustzijn noemde: "Een diep gevoel van saamhorigheid. Een diep gevoel van eenheid, al bestaat die uit diversiteit. Een diep bewustzijn van duizend jaar gezamenlijke geschiedenis en geestelijke traditie, mede bepaald door de klassieke Oudheid en geworteld in de Joods-Christelijke beginselen. Een hernieuwd respect voor de geestelijke principes waaruit al het goede dat Europa heeft voortgebracht, is gegroeid. Europa bestaat hoofdzakelijk uit kleine landen waarvan de geestelijke en politieke geschiedenis uit duizenden draden is gevlochten tot één enkel weefsel." Havel heeft de Nobelprijs voor de Vrede verdiend, deelde Lech Walensa ons later mee.

Stalin-monument

Praag heeft een derde indrukwekkend monument gekend, waaraan de bewoners overigens niet graag herinnerd worden. Het megalomane Stalin-monument in het Letnapark, hoog uitstekend boven de rivier de Moldau en de daarachter gelegen binnenstad van Praag.
Ruim 500 arbeiders werkten daar drie jaar lang dag en nacht aan. Otakar Svec, de architect van het 30 meter hoge en 15.000 ton zware monument voelde zich zo bezwaard dat hij zich kort voor de feestelijke massale inwijding op 1 mei 1955 van het leven beroofde.
In het massief marmeren monument stond Stalin uitgebeeld aan het hoofd van een groep socialistische werkers. In de volksmond kreeg het al snel de spottende bijnaam "de rij voor de slagerij". Destijds waren lange rijen wachtenden voor de eerste levensbehoeften een vertrouwd straatbeeld in Oost-Europa.

Op het twintigste congres van de communistische partij van de Sovjet-Unie in 1956 onthulde Chroesjtsjow Stalins misdaden en raakte Stalin in onmin. Het Tsjechische regime voelde zich ongemakkelijk met de voor iedereen zichtbare monumentale heiligverklaring van de communistische dictator. Met heel veel moeite wordt het beeld uiteindelijk in 1962 opgeblazen. Daarvoor worden 800 kilo explosieven en 1.650 ontstekingsmechanismen gebruikt. Of Stalin zich in zijn graf omdraaide, weten we niet, wel dat zijn hoofd de Moldau in rolde. Het bleek onmogelijk het granieten voetstuk te verwijderen. Kunstenaar David Cerny heeft er een groot metronoom geplaatst, jongeren skeeleren erom heen. In het Letnapark werden vroeger de 1 mei demonstraties gehouden. Het is nu het domein van wandelaars, fietsers, verliefde paartjes, bierdrinkers, lezers en schakers. Je hebt er een schitterend uitzicht op de bruggen over de rivier.

Lenin Museum

Voortbouwend op de sterke vooroorlogse basis en hun rol in het verzet kwamen de communisten in Tsjecho-Slowakije in mei 1946 bij de eerste naoorlogse verkiezingen met bijna 40 procent van de stemmen als grootste partij uit de bus. Met Klement Gottwald als president trekken de communisten in februari 1948 de macht naar zich toe. Gottwald overlijdt onverwacht in 1953, kort nadat hij de begrafenis van Stalin had bijgewoond.
Ieder die geïnteresseerd is in de geschiedenis van het communistisch tijdperk kan zich ervan op de hoogte stellen in het tussen het Oude Stadsplein en Wenceslasplein gelegen Museum voor het Communisme, een grabbelton van communistische eigenaardigheden. Misschien mogen we die geschiedenis van het communisme voor de Tsjechische Republiek laten beginnen met het aan de Hybernska straat gelegen barokke paleis waaraan de naam van Lenin is verbonden In dit fraaie gebouw waarin lange tijd het V.I. Lenin Museum was gehuisvest, zat Lenin in 1912 een vergadering voor van Russen in ballingschap.