Reactie op commentaar 227 - 30 juni 2013
Europa en het zogenaamde dubbelkarakter van de staat
Willem Bos 1
Op 30 juni publiceerde Solidariteit, webzine voor een strijdbare vakbeweging, een bijdrage van Wim Boerboom onder de titel Europa en het 'dubbelkarakter' van de staat. Boerboom stelt daarin dat de vorming van een Europese staat onontkoombaar is, dat we onvermijdelijk met het historisch proces van Europa en de euro mee moeten en in dat kader moeten leren denken, organiseren en actievoeren.
Het afzweren van het Angelsaksische neoliberale model en actualiseren van het eigen Rijnlandse model is daarbij volgens Boerboom het perspectief. Zijn analyse van het proces van Europese integratie lijkt mij onjuist en leidt mijns inziens tot passiviteit. Is het actualiseren van het Rijnlands model werkelijk een reëel en wensbaar alternatief?
Lineair beeld
Het is prijzenswaardig dat Boerboom de discussie over Europa - die in linkse kringen vrijwel geheel verdwenen lijkt - weer nieuw leven inblaast. Hij doet dat in een beschouwing die het karakter van de burgerlijke staat tot uitgangspunt neemt en het proces van de Europese eenwording bekijkt vanuit het proces van internationalisering van het kapitaal.
Maar ondanks de dialectische titel schetst hij een nogal lineair beeld van de ontwikkeling van de Europese eenwording. Voor Boerboom lijkt de vorming van een Europese kapitalistische staat vrijwel onontkoombaar. Hij schrijft: "Het Europese kapitaal heeft inmiddels een Europees comité nodig 'dat de gemeenschappelijke zaken van de Europese bourgeoisklasse beheert'. Met andere woorden een Europese staat, inclusief het genoemde dubbelkarakter. Hierover is gebakkelei mogelijk, hetgeen ook geschiedt (over opoffering van soevereiniteit, gemaakte en nog te maken fouten), maar het onderhuidse proces loopt verder en zal uitkomen bij een Europese staat, referenda ten spijt."
Voor hem is met de vorming van de Monetaire Unie en de invoering van de euro het 'point of no return' van deze ontwikkeling gepasseerd. Hij heeft het over de staat die gelijke tred moet houden met de transnationalisering of globalisering van het kapitaal en stelt dat ook het 'gewone volk' onvermijdelijk met het historisch proces van Europa en met name van de euro mee moet.
Gemeenschappelijke Europese markt
De enig tegenkracht tegen deze ontwikkeling die Boerboom lijkt te zien, is het nationalisme van mensen als Wilders, Le Pen en Farage van de United Kingdom Independence Party. Daarmee komt hij curieus genoeg op de zelfde stelling uit als de voorstanders van de huidige Europese Unie: deze (ondemocratische, neoliberale) Unie of de Wildersen aan de macht. Gelukkig is de werkelijkheid een andere. In tegenstelling to wat Boerboom lijkt te menen, is er de afgelopen decennia helemaal geen geïntegreerde Europese bourgeoisie ontstaan (die behoefte heeft aan een Europese staat).2 Het proces van schaalvergroting en internationalisering heeft geleid tot het ontstaan van grote en zeer machtige multinationale ondernemingen in Europa en elders. Dat zijn ondernemingen die de hele wereld als hun markt zien, zowel voor hun grondstoffen als voor de afzet van hun producten en het dumpen van hun afval en die daartoe over de hele wereld vestigingen hebben. Maar op een zeer beperkt aantal uitzonderingen na, gaat het om ondernemingen die hun wortels en thuisbasis hebben in één land. Wat gemakshalve aangeduid wordt met grote 'Europese' bedrijven zijn in werkelijkheid Franse, Duitse, Britse, Italiaanse, Nederlandse, enzovoort bedrijven. De uitzonderingen zoals Shell en Unilever hebben als gevolg van fusies in het verleden wortels in twee landen van de Europese Unie (maar ik zou geen Europees bedrijf van enige importantie kunnen noemen dat wortels in drie of meer Europese landen heeft.)
Die grote 'Europese' bedrijven hebben natuurlijk gezamenlijke belangen. Die liggen niet zo zeer op het vlak van staatsvorming, maar vooral op het vlak van de markt. Het proces van Europee eenmaking is eerst en vooral het proces van het creëren van een gemeenschappelijke Europese markt. Met de vorming daarvan werd er voor het Europese bedrijfsleven een thuismarkt geschapen die hen in staat stelde de concurrentie met hun tegenspelers van buiten Europa aan te kunnen.
Turbo neoliberalisme
Bij het aanpassen van de Europese markt aan de belangen van 'Europese' bedrijven stuitte men op allerlei sociale en democratische verworvenheden: de welvaartstaten, maar ook parlementair democratische procedures en bevoegdheden. In tegenstelling tot wat Boerboom lijkt te zeggen, zijn dat geen intrinsieke eigenschappen van de staat, maar zaken die in de loop van de tijd in de verschilden Europese landen zijn bevochten. In het afbreken daarvan bleken de Europese politieke instellingen een belangrijke rol te kunnen spelen. Allerlei verworvenheden die in de nationale politieke arena niet makkelijk af te breken waren, vanwege de grote weerstand die dat op zou leveren, werden op Europees vlak 'gecoördineerd' en boven de nationale democratische ruimte getild. De nationale regeringen (die in Europa nog steeds de dienst uitmaken) besloten gezamenlijk dat het moest van Brussel.
De 3 procent norm, de bevoegdheden van Olli Rehn, de moorddadige politiek van de trojka in Griekenland, Portugal, Spanje en Cyprus enzovoort komen niet uit Brussel, maar uit Den Haag, Berlijn, Parijs. De strijd tegen dit Europa en haar politiek is dan ook in de eerste plaats de strijd tegen de neoliberale politiek, tegen het afwentelen van de crisis op de bevolking, zoals die door de Europese regeringen wordt gevoerd en op Europees vlak gecoördineerd en boven de nationale democratische ruimte getild. Dat heeft niets met nationalisme van doen.
Als ik het betoog van Boerboom goed begrijp, pleit hij er voor, naast het accepteren van de onvermijdelijkheid van de Europese Unie als staat, om in dat kader "het Angelsaksische neoliberale model af te zweren en het eigen vroegere Rijnlands model te actualiseren".
Nog afgezien van de vraag of er echt zoiets als een Rijnlands model heeft bestaan of nog bestaat, lijkt me dat realistisch noch gewenst. Niet realistisch, omdat het neoliberalisme natuurlijk niet uit de lucht is komen vallen, maar het (kapitalistische) antwoord was op de crisis van de jaren zeventig, tachtig van de vorige eeuw. Net zoals het huidige turbo neoliberalisme het (kapitalistische) antwoord is op de crisis, waar we ons sinds 2007-2008 in bevinden. Niet wenselijk, omdat ook het zogenaamde Rijnlandse kapitalisme gebaseerd is op de uitbuiting van de arbeidersklasse en de vernietiging van het ecosysteem op aarde. En daar kunnen we toch niet voor zijn.
1 | Redacteur van Grenzeloos en coördinator van het Comité Ander Europa. (terug)
|
2 | Boerboom heeft het over het 'dubbelkarakter' van de staat. In zijn visie is dat "aan de ene kant 'een comité dat de gemeenschappelijke zaken van de gehele bourgeoisklasse beheert' (Communistisch Manifest). Anderzijds moet de staat de burgerrechten van alle ingezetenen garanderen". En in dat kader biedt de staat, volgens Boerbooms ook "veiligheid, gelijkheid voor de wet, stemrecht en dergelijke". Het is hier duidelijk de wens die de vader is van de gedachte.
Boerboom verwijst in zijn notie van het dubbelkarakter van de staat expliciet naar het dubbelkarakter van de vakbeweging. Die vergelijking gaat mank. Het dubbelkarakter van de vakbeweging heeft zijn basis in het feit dat de arbeidersklasse aan de ene kant belangen heeft die tegengesteld zijn aan die van het kapitaal en tegelijkertijd in sterke mate geïntegreerd is in de burgerlijke (kapitalistische) maatschappij.
De burgerlijke staat is als uitvoerend comité van de bourgeoisie, in de woorden van de oude Engels, in laatste instantie niets anders dan een bende gewapende mannen. Die 'mannen' kunnen - afhankelijk van de maatschappelijke situatie en de krachtsverhoudingen - hun wapens achter de hand houden en via overleg, omkoping en andere 'vreedzame' middelen hun belangen verdedigen of ze kunnen dat gewapenderhand doen. In het eerste geval is er in enige mate sprake van "veiligheid, gelijkheid voor de wet, stemrecht en dergelijke", in het laatste geval ontbreekt dat meestal. (terug)
|
|