Wetsvoorstel staatssecretaris Klijnsma - Nederlands leren in de bijstand
Bijstand 'bashen' in de praktijk
Piet van der Lende 1
Aan de ene kant gaat het om nieuwe symboolwetgeving, aan de andere kant om desastreuze gevolgen. Wie een jaar na het aanvragen van bijstand verwijtbaar nog geen Nederlands spreekt, kan zijn uitkering kwijtraken. Dat is de kern van een wetsvoorstel dat staatssecretaris Klijnsma voor advies naar de Raad van State heeft gestuurd.
In de praktijk komt er voor het verkrijgen van bijstand een beoordelingsmoment bij. Extra ambtenaren moeten beoordelen of iemand Nederlands spreekt, hoewel klantmanagers daarvoor niet hebben doorgeleerd; uitzonderingsgevallen bedenken, nagaan of het verwijtbaar is of niet. Ontwikkeling nieuwe jurisprudentie door rechters, op basis van een stortvloed aan bezwaarschriften. Nieuwe bureaucratie van examens en examinatoren, ingewikkelder regels en voorschriften, waar de VVD zogenaamd tegen is (wel voor de rijken minder overheidsingrijpen en deregulering, niet voor de armen).
In feite symboolwetgeving, omdat voor een grote groep een uitzondering zal worden gemaakt. Bezuinigingen worden niet gerealiseerd, maar leiden toch tot desastreuze gevolgen. Duizenden zonder middelen van bestaan zullen worden uitgesloten van de uitkering, vanwege de ingewikkelder worden van de aanvraagprocedures en omdat ze vaak onterecht verweten wordt dat ze geen Nederlands spreken.
Stukje geschiedenis
Toen in de jaren zeventig de eerste generatie migranten, toen gastarbeiders genoemd, door de werkgevers en de staat geworven werden in onder andere Marokko en Turkije was het geen probleem dat velen analfabeet waren en geen Nederlands spraken. Werkgevers en overheid maakten zich er niet druk om. Er was een tekort aan arbeidskrachten en die analfabeten konden mooi eentonig lopendebandwerk doen in de fabrieken. Die migranten verbleven hier toch maar tijdelijk, was de redenering, dus waarom zouden we voor mensen die straks toch weer weg zijn investeringen doen. Ze zoeken het maar uit dat ze niet kunnen lezen en schrijven.
De overheid en de werkgevers investeerden niet in taalcursussen en andere faciliteiten. Lekker goedkope arbeidskracht. En als we ze niet meer nodig hebben, doen we ze weg. Maar de migranten die probeerden te ontsnappen aan de bittere armoede in het herkomstland, bleven en velen van hen wilden - met behoud en verdere ontwikkeling van een eigen identiteit - maar al te graag lezen en schrijven leren, en Nederlands.
Onderwijs om lezen en schrijven te leren is een fundamenteel mensenrecht, waarvoor de overheid de faciliteiten beschikbaar moet stellen. Maar dat deed de Nederlandse overheid in de loop van de tijd maar mondjesmaat. Er ontstonden in het verleden lange wachtlijsten bij alfabetiserings- en taalcursussen. Want de mensen wilden graag leren.
Geld vinden
Toen de inburgeringscursussen ingevoerd werden, moest daarvoor geld worden gevonden. En kijk: de schandelijke situatie doet zich voor dat in Nederland anno 2014 meer dan een miljoen in Nederland geboren en getogen burgers niet kunnen lezen en schrijven. Daar had de overheid oorspronkelijk wat geld voor uitgetrokken in de volwasseneneducatie om hen lezen en schrijven te leren. Dat moest voor een groot gedeelte natuurlijk wel gebeuren door vrijwilligers, voor voldoende professionele krachten was geen geld (lezen en schrijven en Nederlands leren aan andere mensen is overigens een vak).
Kijk, zeiden de bestuurders: daar kunnen we mooi wat verder op bezuinigen en dan zetten we het geld in voor de inburgeringscursussen. Terecht waren veel mensen daar kwaad over, want onderwijs om lezen en schrijven te leren is immers een mensenrecht. Sommigen maakten de fout dat ze de migranten de schuld gaven, voor hen wel geld, voor 'ons' niet. Maar de werkelijke veroorzaker van de problemen, is de staat die weigert voldoende faciliteiten beschikbaar te stellen voor mensen die niet kunnen lezen en schrijven en geen Nederlands spreken. Migrant of niet.
Verplichten om te bezuinigen
De overheid bezuinigt, ja en dan kun je aan de schandelijke situatie dat in het moderne Nederland velen niet kunnen lezen en schrijven niets doen. Dat door de inzet van gelden voor volwasseneneducatie aan hier geboren en getogen burgers voor de inburgeringscursussen van migranten de mensen tegen elkaar uitgespeeld werden en de neiging hadden elkaar de schuld te geven, was mooi meegenomen,. Dat leidde de aandacht af van de bezuinigingen.
En nu heeft de staat een nieuwe stok gevonden om de hond te slaan. Er wordt de eis gesteld dat je Nederlands moet spreken als je een bijstandsuitkering nodig hebt. Zoeken naar een stok om de hond te slaan, dat wil zeggen zoeken naar redenen om te bezuinigen op de bijstand en mensen die er eigenlijk recht op hebben geen uitkering te geven.
Zo'n maatregel is gezien vanuit de burgers volstrekt overbodig, want de overgrote meerderheid van de mensen die slecht Nederland spreken of niet kunnen lezen en schrijven, willen daar dolgraag ondersteuning bij hebben. Dus waarom dan die verplichting? Gaat de staat nu wel voldoende faciliteiten ontwikkelen om de schande van het analfabetisme in Nederland structureel aan te pakken? Ik denk het niet. Het zijn maatregelen om te bezuinigen op de mensen die het minste hebben en hen de schuld te geven van hun moeilijke positie. En als er wel geld voor wordt uitgetrokken, zal het wel worden weggehaald bij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning of elders bij de volwasseneneducatie en cursussen voor mensen met een minimuminkomen.
Ik hoor hier geboren en getogen bijstandsgerechtigden al zeggen: voor ons in de bijstand is er niets en voor die buitenlanders wordt geld over de balk gesmeten'. De PVV komt aan haar stemmen door het beleid van deze regering.
|