Unieke samenwerking in verzet tegen uitbuiting in vleesindustrie
Trekarbeiders en loonslaven in West-Europa
Piet van der Lende 1
In het weekeinde van 31 januari/1 februari 2015 was er een coördinatievergadering van het Europese netwerk "Euromarsen tegen armoede, werkloosheid en sociale uitsluiting". Daar werd verslag gedaan van een uniek samenwerkingsproject in Noordwest Duitsland om de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van de uitgebuite contractarbeiders in de vleesindustrie te verbeteren.
In dat project speelt de werklozenorganisatie in Oldenburg, Nedersaksen, een belangrijke rol: ALSO - Arbeitslosenselbsthilfe Oldenburg. Daaruit kwamen inspirerende contacten met de lokale voedingsbond (Gewerkschaft Nahrung Genuss-Gaststätten) en een georganiseerde groep kritische boeren.
Bosmensen
|
ALSO - alarm over energiekosten
|
In de Duitse vleesindustrie werken ongeveer 40.000 contractarbeiders, Ze zijn vooral afkomstig uit Bulgarije en Roemenië en en verrichten 80 procent van het slachtwerk. In Nedersaksen en Nordrhein-Westfalen besteden worstfabrieken en abattoirs grote delen van het productieproces uit aan onderaannemers. "Zo ontstond een miljardenmarkt met maffia-achtige structuren, loondumping en moderne slavernij", zegt de secretaris van de strijdbare vakbond voor de voeding in Oldenburg, Matthias Bru?mmer.2
De arbeiders verdienen effectief ongeveer 4 tot 5 euro per uur en worden tegen hoge huren ondergebracht in omgebouwde stallen en commercieel geëxploiteerde gebouwen. Ze slapen met meerdere personen op een kamer en afwisselend, afhankelijk van de ploegendienst, in hetzelfde bed. Er vindt veel overwerk plaats, tot soms veertien tot vijftien uur per etmaal, dat echter niet als zodanig wordt uitbetaald. Bovendien zijn er geen pauzes.
In de fabriek hebben de arbeiders gekleurde jasjes aan. Iedere nationaliteit heeft een eigen kleur. Op die manier kunnen de voormannen de Polen, Roemenen en Bulgaren uit elkaar houden. Velen hebben helemaal geen kamer en zoeken een slaapplaats in het bos. De bevolking in Nedersaksen noemt hen de 'bosmensen'. Een priester uit Vechta, Peter Kosen: "We hebben hier met een schaduwwereld van doen, waarbij de meeste mensen wegkijken. Een leger van geesten hebben wij geschapen."
Interne kolonisering
De geschetste toestanden maken deel uit van wat je de interne kolonisering van de Europese Unie zou kunnen noemen. De Bulgaarse arbeiders in West-Europa bijvoorbeeld zitten volledig klem. In het eigen land is de economie ingestort. In onder meer de bouw en de agrarische sector zijn nog maar weinig activiteiten. Bulgarije was eens een grote graanproducent, maar daar is niets meer van over. In het land heerst een grote corruptie, de lonen zijn zeer laag. De bouwvakkers en de boeren zijn gedwongen naar West Europa te gaan, waar zij worden uitgebuit. Vervolgens moet Bulgarije het voedsel dat in West Europa geproduceerd wordt tegen hoge prijzen invoeren, omdat in eigen land niets meer is. De voedselprijzen in Bulgarije liggen hoger dan in West Europa.
Gezamenlijke actie
Op de vergadering van de Euromarsen vertelde Willi Lüpcke, vertegenwoordiger van de werklozenorganisatie ALSO, over het verzet tegen de misstanden in de vleesindustrie.3 ALSO richt zich op alle mensen met een minimuminkomen. Aanvankelijk bezochten vooral werklozen de spreekuren die zij iedere week organiseert. Maar de laatste jaren komen er steeds meer mensen die werk hebben, maar heel weinig verdienen onder zeer slechte arbeidsomstandigheden.
ALSO kreeg te maken met deze trekarbeiders uit Roemenië en Bulgarije. Vier jaar geleden ontstonden door een toeval contacten met een kritische boerenorganisatie. Deze Aktionsgemeinschaft Bauerliche Landwirtschaft streed tegen de grootschalige agrarische fabrieken; boeren moeten hun melk voor een zeer lage prijs verkopen.
Deze kritische boeren moeten niets hebben van de officiële boerenorganisaties die volgens hen alleen maar de belangen vertegenwoordigen van de agrarische grootindustrie. Gevolg van de contacten was dat de werklozen meededen aan acties van de melkboeren. Eisen: een faire prijs voor de melk, faire voorwaarden voor het verkrijgen van een bijstandsuitkering, faire lonen voor de arbeiders in de supermarkten en betere werkomstandigheden. Tijdens deze acties ontstonden ook contacten met de Gewerkschaft Nahrung Genuss-Gaststätten die samen met werklozen en kritische boeren actie ging voeren.
Organiseren en publiciteit
Besloten werd tot organisatie en activiteiten van de contractarbeiders om hun positie te verbeteren. De voedingsbond verstrekte informatie over de miserabele arbeidsomstandigheden in de abattoirs. Er is desondanks een lage organisatiegraad in de vakbonden. Na informatieverzameling volgde het publiek maken van de schandalen. Vanwege de weinige vakbondsleden, richtte de volgende stap zich op enkele bedrijven: vier grote concerns in de slachterijen en in de hoenderindustrie, twee daarvan zijn het Deense Dennis Crown en de Nederlandse VION NV.4
Dennis Crown ontdekte dat Duitsland in feite ook een lagelonenland is en verhuisde naar Noordwest Duitsland. Het Nederlandse bedrijf Vion NV behaalt grote winsten, omdat de migranten daar als zzp'ers te werk worden gesteld en betaalt nog lagere lonen dan elders.
Vervolgens ontstond een breed samenwerkingsverband, waarvan de plaatselijke katholieke kerk ook deel uitmaakt. Bijeenkomsten voor een abattoir van de Nederlandse slachtfabriek brachten 150 tot 200 mensen bijeen. De pers berichtte uitvoerig over de acties en de discussie kwam op gang; versterkt door het feit dat twee contractarbeiders in hun woonhuis verbrand zijn. Dit leidde tot veel publiciteit over de misstanden. Het samenwerkingsverband eiste dat de Roemenen en Bulgaren goed geïnformeerd werden over hun rechten en verspreidde een pamflet.
Mobiele spreekuren
Zo kwamen de eerste contacten tot stand. Moeizaam, de uitzendbureaus en koppelbazen regelen het dagelijks leven van de contractarbeiders die onder controle heen en weer reizen tussen hun werk en kamer. Ze hebben geen contact met de bevolking en gaan éénmaal per week onder begeleiding naar de supermarkt. Een volgende stap was de inrichting van een mobiel spreekuur-bureau. Een combiwagen reed voor de fabriek en de spreekuurmedewerkers - waaronder een vrouw uit Roemenië en één uit Bulgarije - gaven adviezen aan de arbeiders. Op de achtergrond gingen de vaste spreekuren gewoon door op het kantoor, waar ook vrouwen uit Oost Europa werkten.
Een priester noemde het beestje bij zijn naam: "het is slavenarbeid." Daarop werd de man vanuit de bevolking bedreigd. Veel inwoners van Noordwest Duitsland willen niets van de misstanden weten. Sommigen verhuren een krakkemikkig kamertje aan trekarbeiders en verdienen zo ook aan het hele circus.
Plannen
Er staan verschillende activiteiten op stapel. Daarbij wordt aan elkaars acties deelgenomen, bijvoorbeeld ALSO samen met de boeren en de vakbonden. De kritische boeren organiseren jaarlijks een demonstratie tegen de agrarische grootindustrie en de milieuschade die deze fabrieken veroorzaken. Langzaam krijgt het samenwerkingsverband greep op de situatie. Contacten worden geïntensiveerd. Nieuwe actieplannen worden gemaakt, onder andere in de bouw, waar in Duitsland vergelijkbare toestanden heersen. Roemenen en Bulgaren werken illegaal bijvoorbeeld aan de bouw van een school in Oldenburg. Er zijn ook contacten met de Conféderation Paysanne in Frankrijk.
De grote bedrijven proberen de regeringen van verschillende landen tegen elkaar uit te spelen door aparte vestigingsvoorwaarden te eisen. In Frankrijk vindt een sanering van de slachtindustrie plaats, omdat veel bedrijven vanwege de gunstige uitbuitingsmogelijkheden naar Noordwest Duitsland verhuizen.
Het nieuwe samenwerkingsverband geeft ook een impuls aan de discussie over de samenhang tussen sociale problemen en de ecologische kwestie.
|