Protesten tegen TTIP, CETA en TISA gaan door - ook in Amsterdam 22 oktober aanstaande
Nieuwe mondiale vrijhandelsoorlogen
Maurice Ferares
De huidige strijd om de economische en politieke heerschappij in de wereld wordt op mondiaal en regionaal niveau uitgevochten. Landen worden veroverd en het aantal slachtoffers zal over enige tijd niet minder blijken te zijn dan in een klassieke veroveringsoorlog. De wapens zijn geen kanonnen en geweren, maar vrijhandelsovereenkomsten als TTIP, CETA en TISA.1
De directe aanleiding voor het gevecht is de opkomst van China met een steeds groter wordende, nieuwe economie op de wereldmarkt. Het is dan ook niet toevallig dat TTIP door de promotors aangeprezen wordt als 'een wapen om tegen de Russen en Chinezen op te boksen'. Het initiatief voor TTIP werd genomen door Amerikaanse kapitalisten die zich door de Chinezen bedreigd voelen en daarom nu al in hun eigen land enorm hoge toeslagen rekenen op uit China geïmporteerde producten. Het is die Amerikanen in de eerste plaats om de Europese markt te doen. Bezetten van markten in andere gebieden in de wereld wordt niet uitgesloten, hetgeen bleek uit de stakingen van arbeiders in Nieuw Zeeland, 10 september jongstleden, tegen TTIP. Of de concurrentie van de Canadese ondernemers die druk doende zijn hun CETA aan de man te brengen, de Amerikanen veel schade zal berokkenen, zal nog moeten blijken.
Leiders Europese Unie
De leiding van de Europese Unie, de contractpartner van de Amerikanen bij TTIP, is om politieke redenen bereid aan de Amerikaanse wensen tegemoet te komen. Dat de onderhandelingen de afgelopen drie jaar tot niets hebben geleid, is een gevolg van het feit dat de Amerikaanse ondernemers alle profijt van de Europese markt willen incasseren, terwijl de Europese kapitalisten een zo groot mogelijk deel daarvan voor zichzelf willen behouden. Zo simpel is dat.
De voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker (Luxemburgs politicus - Christelijk Sociale Volkspartij), is een warm voorstander van TTIP. Op 4 september 2016 zei hij tijdens de bijeenkomst van de G20 in Hangzhou in China over TTIP: Het zou niet verstandig zijn als landen afzonderlijk een verdrag met de VS zouden sluiten.2 Een uitspraak waaruit blijkt dat Juncker er rekening mee houdt dat een aantal landen de Europese Unie niet zal machtigen de verdragen te tekenen. Die kans zit er dik in.
Bijvoorbeeld in Duitsland is het verzet tegen vrijhandelsverdragen onder de bevolking nog steeds heel groot. 3 Daar tegenover staat de leiding van de Duitse Sociaaldemocratische Partij (SDP) die voorstander is van de ondertekening van CETA en op enige punten na heeft goedgekeurd. Sigmar Gabriel, de partijleider die een tegenstander is van TTIP, heeft een warm pleidooi gehouden voor de aanvaarding van CETA. De Duitse ondernemers verwachten meer kansen voor hun producten in Canada dan verlies ervan in hun eigen land. En de sociaaldemocratische leiders zijn altijd bereid ondernemers een handje te helpen. De vicevoorzitter van de Europese Commissie, Frans Timmermans (PvdA), is eveneens voorstander van TTIP. Hij was degene die met het 'koude oorlog verhaal' kwam van opboksen tegen de Russen en Chinezen.4
De Europese Commissaris voor Handel en verantwoordelijk voor TTIP, Cecilia Malmström, antwoordde in 2015 al op de vraag of ze in het zicht van de honderdduizenden demonstranten haar pro TTIP beleid nog wel kon handhaven: Ik heb geen mandaat nodig van de Europese bevolking.5
De verwachting is dat voorzitter Juncker de nationale parlementen zal passeren en het Europese parlement wil laten beslissen over het al dan niet tekenen van CETA door de Europese Unie. Zijn opzet is om op die manier te verhinderen dat er op nationaal niveau referenda over CETA worden gehouden. Of de Europese parlementen zich zo buiten spel laten zetten, is nog maar de vraag.
Minister Ploumen en de FNV
Het is in Nederland de bedoeling om CETA deze maand oktober te tekenen. Maar daar zijn nogal wat bezwaren tegen. Zo beschuldigde Foodwatch minister Ploumen (PvdA) die namens Nederland aan de onderhandelingen deelneemt, de Tweede Kamer te hebben bedrogen: De minister verzekerde de Tweede Kamer dat de Europese standaarden met TTIP en CETA niet van tafel worden geveegd. Maar dit blijkt helemaal niet waar te zijn. Een internationaal team experts concludeerde juist dat onze standaarden op het spel staan. Daarmee zetten wij de deuren wijd open voor hormoonvlees, pesticiden en GGO's (Genetisch Gemanipuleerde Organismen) die nu nog in Europa uit voorzorg worden verboden.6
De vakbond FNV wil dat CETA nu niet ondertekend wordt. Er zijn vier punten die de bezwaren van de FNV aangeven. In een brief aan de Tweede Kamer heeft de vakbond opgeroepen minister Ploumen niet toe te staan dat de Europese Commissie het mandaat krijgt voor het afsluiten van CETA. De vier punten om CETA zo niet te ondertekenen zijn: 7
1. Geen private arbitrage bij investeringsgeschillen voor multinationals.
2. Betere borging van publieke diensten.
3. Meer garanties voor het recht op regelgeving.
4. Afdwingbaarheid van fundamentele arbeidsnormen zoals het recht op organisatie in een bond.
Let wel, er staat: "zo niet". De FNV is dus (nog) geen principiële tegenstander van het vrijhandelsakkoord CETA.
Vooral het vierde punt is merkwaardig. De vakbond eist dat het recht om lid van een vakbond te mogen zijn, afdwingbaar is in de vrijhandelsmaatschappij van CETA. In wat voor maatschappij komen we terecht als het recht tot vereniging en vergadering dat sedert 1848 in de Grondwet staat, wordt prijsgegeven? Nederlanders hoeven het recht op het lidmaatschap van een vakbond niet af te dwingen. En het recht op lidmaatschap van een politieke partij wil de FNV dat dit ook afdwingbaar wordt? Moeten we dan aan een Big Brother vragen of we lid van een bond en een partij mogen zijn?
De leden van de FNV die massaal tegen het vrijhandelsverdrag hebben geprotesteerd, evenals de overige inwoners van Nederland, zullen de leiding van de bond niet dankbaar zijn voor die opvatting.
Op 12 september jongstleden kwam de commissie van de Tweede Kamer voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met minister Ploumen bijeen om over de vrijhandelsverdragen te spreken. Het ging echter voornamelijk over CETA. De minister hield gedurende de hele zitting van de commissie vast aan haar standpunt dat het gerechtvaardigd is om CETA in te voeren, ondanks dat het verdrag nog niet is goedgekeurd door de Europese Unie en ondanks de bezwaren die er ook in verschillende andere landen bestaan. Een aantal leden van de Kamercommissie bracht kritiek naar voren, maar een formele stemming over het standpunt van de regering (Ploumen) vond niet plaats. Wel schreef Ploumen een dag later in een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer het volgende: Het kabinet is van oordeel dat CETA een goed akkoord is dat voldoet aan de criteria die door de SER zijn gesteld.8
Het is de hoogste tijd om weer de straat op te gaan en ook in bedrijven, kantoren, scholen en overal waar dat kan actie te voeren tegen CETA en TTIP. En dat kan zaterdag 22 oktober aanstaande in Amsterdam op het Museumplein, dan organiseren FNV, Foodwatch, Greenpeace, Milieudefensie, Nederlandse Akkerbouw Vakbond, SOMO en Transnational Institute een manifestatie onder de leuze "Stop foute handelsverdragen".
|