Het ledenparlement van de FNV en het laatste woord
Vakbondsdemocratie en TTIP 1
Maurice Ferares
De gebeurtenissen rond TTIP en het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) hebben een aantal zaken duidelijk gemaakt. Allereerst de opstelling van de minister van Internationale handel Ploumen (PvdA). Verder de houding van zowel het bestuur als het ledenparlement van de FNV tegenover dit vrijhandelsverdrag en de positie van het "hoogste beleidsbepalende orgaan" in de FNV.
Minister Ploumen vroeg in april 2015 de Sociaal-Economische Raad, waarvan de FNV deel uitmaakt, om een advies over hoe de Europese Unie en haar lidstaten kunnen garanderen dat TTIP geen negatieve gevolgen heeft voor ons Europese sociale model, met nadruk op de arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden.
Europese sociale model
Een merkwaardige vraag, want wat zou de minister bedoelen met dat Europese sociale model? Dat is er immers niet. Zou ze de situatie in Frankrijk bedoeld hebben waar haar politieke vrienden aan de macht zijn? Vrienden die buiten het parlement om een nieuwe wet invoerden, waartegen arbeiders in heel Frankrijk wekenlang staakten. Niet alleen betekent die wet een aanzienlijke verslechtering van de arbeidsvoorwaarden, maar tevens wordt de vakbeweging buiten spel gezet. Geen collectieve arbeidsovereenkomsten meer. Afschaffing van de wettelijk verplichte vijfdaagse werkweek. De ondernemers kunnen de arbeidsvoorwaarden in hun bedrijven voortaan regelen met het personeel zonder tussenkomst van de vakorganisaties. Hun collega's in heel Europa en zeker de Amerikaanse zullen likkebaarden van dergelijke arbeidsvoorwaarden.
De zorg van Ploumen voor de arbeidsvoorwaarden in Europa is dus geleuter.
Advies van de SER
De SER heeft in zijn advies aan de minister geen oordeel uitgesproken over TTIP, maar een aantal criteria geformuleerd waaraan internationale handelsverdragen moeten voldoen om een akkoord te kunnen beoordelen. De FNV vertaalde het standpunt van de SER in zeven voorwaarden voor het aangaan van dergelijke verdragen en publiceerde haar besluit onder de kop: TTIP: anders of niet, hetgeen de de mogelijkheid openlaat TTIP goed te keuren. De zeven criteria van de FNV zijn alle zeven geklets. We noemen de eerste drie.
Streven naar duurzame welvaart en vermindering van de ongelijkheid wereldwijd. Handhaving en naleving van fundamentele en andere arbeidsnormen. Flankerend beleid om werkgelegenheid en inkomsten van burgers te beschermen.
Hoe goed de Nederlandse ondernemers streven naar welvaart en vermindering van ongelijkheid blijkt uit het steeds kleiner worden van het aandeel van de factor arbeid en de vergroting van het aandeel van de factor kapitaal in het nationaal inkomen. En wat te zeggen van het vierde criterium: Voldoende beleidsruimte voor de overheid? Betekent dat opnieuw geleide loonpolitiek? Voortzetting van de bezuinigingen die nu al jaren duren? Zit de vakbeweging daar op te wachten. Of is het streven naar het model voor heel Europa dat nu in Frankrijk bestaat?
Vrijmarkt
Het ledenparlement van de FNV reageerde direct op de tekst van het bestuur met een motie waarin stond: Het ledenparlement betreurt de verwarring die is ontstaan over de nieuwe tekst op de website en het pamflet over TTIP. Wij zijn tegen zolang niet aan onze voorwaarden is voldaan.
Wat niets anders betekent dan dat het ledenparlement eventueel bereid is TTIP te aanvaarden en er dus niet principieel tegen is. Een paar weken later kondigde het ledenparlement aan dat er acties tegen TTIP en CETA (handelsverdrag tussen EU en Canada) in een hogere versnelling zullen worden gevoerd.
Wat volkomen onbesproken blijft, is het voornaamste doel van de opstellers van TTIP, namelijk de Europese markt tot vrijmarkt voor Amerikaanse producten te maken met alle gevolgen van dien voor de mensen die in Europese bedrijven hun brood moeten verdienen. Er zullen wel Europese kapitalisten zijn die denken een graantje mee te kunnen pikken op de Amerikaanse markt, maar dat nemen de Amerikaanse planners op de koop toe. Zij hebben voldoende chantagemiddelen om buitenlandse producten de toegang tot Amerika zo moeilijk mogelijk te maken. Daar zijn genoeg voorbeelden van. Zo is de heffing recent van een toeslag van 500 procent op de prijs van Chinees staal bij import in de Verenigde Staten.
Actie voor eerlijke handel?
Het ledenparlement van de FNV bestaat voor een groot deel uit mensen die van de FNV een strijdbare bond willen maken. Daar is geen twijfel over. Maar uit het gebeurde blijkt, dat het parlement in de praktijk niet het hoogste beleidsbepalende orgaan van de FNV is. De top van de vakbond neemt nog altijd de beslissingen door in de SER te besluiten wat mede het standpunt van de FNV is. Het ledenparlement is daarin meegegaan door het advies van de SER aan de minister goed te keuren. De vakbondsleden wordt gezegd dat er een orgaan in de bond is, te weten het ledenparlement, dat zelfstandig belangrijke beslissingen neemt en niet opzij gezet kan worden door enig ander orgaan in de bond.
Nu drie maanden na de aankondiging van het ledenparlement dat er versneld actie zal worden gevoerd tegen TTIP, is er niets gebeurd. Geen acties in hogere versnelling van de FNV. Het gaat nu niet meer alleen om TTIP, maar ook om duidelijk te krijgen wat de positie van het ledenparlement is. Heeft de top van de bond die versnelde acties verboden? Blijft die top beslissen wat de politiek van de organisatie zal zijn of is er een door de leden gekozen parlement dat bepaalt wat de bond zal doen en laten? Duidelijkheid daarover is bepalend voor het antwoord op de vraag of er democratie in de FNV is en niet slechts schijn. Alleen met die democratie hebben de leden het werkelijk voor het zeggen in hun bond. Alleen dan zullen er versneld acties tegen TTIP worden gevoerd.
Zoals het er nu voorstaat, blijkens de agenda op de website van de FNV, wordt er in augustus geen actie gevoerd tegen TTIP en CETA. In september is er een voorlichtingsbijeenkomst in Zuidbroek en in oktober een actiedag voor eerlijke handel in het kader van actie tegen TTIP. Vooral dat laatste is een lachertje. Welke kapitalist doet eerlijk zaken?
Volgens de laatste berichten zijn de onderhandelingen over CETA afgesloten en komen de ministers van Economische Zaken op 23 september aanstaande bijeen in Bratislava om over de ondertekening van het verdrag te beslissen. Wie heeft nog iets gehoord over de zeven criteria van de FNV voor de ondertekening van internationale handelsverdragen?
|