De kleinste verdienen miljarden aan het moordtuig
Nederland één van grootste wapenexporteurs
Maurice Ferares
In het jaarboek van 2016 constateerde SIPRI (Stockholm International Peace Research Institute) dat Nederland, met Zweden en Zwitserland, op basis van de export van wapens per hoofd van de bevolking, tot de grootste wapenexporteurs ter wereld behoort.
SIPRI verdeelt de eerste tien jaar van de 21ste eeuw in twee perioden van vijf jaar. Van 2001 tot en met 2005 en 2006 tot en met 2010. In de eerste periode exporteerde Nederland voor 1.576 miljoen dollar aan oorlogstuig. In de tweede periode was dat 4.091 miljoen dollar, een stijging met 160 procent.
Nederlandse marineschepen
Het grootste bedrag van die export in Nederland werd verdiend met de verkoop van marineschepen. Gedurende 2001/2005 was dat 639 miljoen, in 2006/2010 steeg dat tot 2,14 miljard dollar. Dat is meer dan 52 procent van de Nederlandse wapenexport. Per hoofd van de bevolking exporteert de Nederlandse wapenindustrie bijna evenveel als de Franse en Amerikaanse samen.
De productie van wapens is aan geen grens gebonden, Ook de koop en verkoop van wapens door regeringen is door geen enkele nationale of internationale regel beperkt. In de periode 2001/2005 bestond meer dan de helft van de Nederlandse wapenexport (639 miljoen) uit de verkoop van marineschepen. In de periode 2006/2010 werd voor 2,14 miljard dollar aan schepen verkocht, vervaardigd door scheepswerf De Schelde in Vlissingen, door Damen Shipyards en de vestiging in Nederland van de Franse Thales Group.
Internationale wapenhandel
SIPRI vermeldt ook dat in het jaar 2015 in de wereld 1.676 miljard dollar aan wapens werd uitgegeven. Het grootste bedrag sinds het einde van de 'koude oorlog' in 1989. De grootste exporteurs waren de Verenigde Staten, Rusland, China, Frankrijk en Duitsland. Zij zorgden voor 74 procent van de wereldexport aan wapens. De grootste kopers van wapens waren India en Saoedi Arabië. De uitgaven bedroegen in:
- Noord-Amerika - 611 miljard dollar,
- Afrika - 437 miljard.
- Azië en Oceanië - 436 miljard (alleen Oost Azië - 302),
- Europa – 328 miljard (West en Midden Europa - 253, Oost Europa- 74,4 miljard),
- Zuid Amerika - 57,6 miljard.
Wereldwijd was er een stijging in de uitgaven vergeleken met 2014 van 1 procent. Dit alles ondanks dat er sinds 1925 vijftien internationale en bilaterale verdragen gesloten zijn die betrekking hebben op de vervaardiging, het gebruik en de export van wapens. Een paar voorbeelden.
De eerste overeenkomst heette het Protocol van Genève van 17 juni 1925 - inzake het verbod op het gebruik van verstikkend en vergiftig gas en bacteriologische middelen.
De tweede, 24 september 1996, sloot een overeenkomst over proeven met atoomwapens. Van de 44 landen die over de mogelijkheid beschikken atoomwapens te maken, heeft een negental de overeenkomst niet getekend. Hierbij zijn: China, Noord-Korea, India en de Verenigde Staten.
De laatste overeenkomst is van 2 april 2013 – inzake het verbod op handel in wapens, geratificeerd door meer dan de helft van de leden van de Verenigde Naties.
Binnenlandse vijand
Er zijn twee belangrijke redenen dat er in de wereld zoveel wapens worden vervaardigd.
Ten eerste, de klasse van de ondernemers wil zich beschermen tegen iedere poging tot overname van de staatsmacht door welke binnenlandse vijand dan ook. Een typisch voorbeeld daarvan is India, de grootste inkoper van allemaal. De daar heersende kapitalistische klasse is betrekkelijk jong in vergelijking met die in andere landen en wil ieder risico uitsluiten aan de kant te worden gezet door een beweging uit de honderden miljoenen tellende klasse van hongerlijders in het land.
Ten tweede reden: de enorme wapenproductie brengt miljarden winsten op. Dat verklaart bijvoorbeeld de 611 miljard dollar die Noord-Amerika in 2016 aan wapens uitgaf. Dit wil overigens niet zeggen dat de aangeschafte wapens daar niet ook bedoeld zouden zijn voor de bescherming van de aan de macht zijnde kapitalisten. Dit laatste geldt evenzo voor alle kapitalistische landen in de wereld.
|