Met de interne perikelen van de SP als aanleiding
Het failliet van de bestuurlijke verantwoordelijkheid
Hans Boot 1
Na enige aarzeling geen bijdrage aan de discussie over 'technologie' die over onveiligheid in plaats van veiligheid zou moeten gaan. Ook niet over Wilders die met stomheid geslagen moet worden. Geen woord over de VVD die nu het in haar ogen steeds beter gaat met Nederland, de sociale zekerheid definitief aan het 'verdienmodel' onderwerpt. Nee, toch maar even stilstaan bij hoe de Socialistische Partij zich in de neergang stort met het vraagstuk van 'bestuurlijke verantwoordelijkheid'.
Overigens lijkt de PvdA daaraan steeds meer haar bestaan te ontlenen, zuigt GroenLinks de 'machtsdeelname' gretig op en loopt de vakbeweging er al ruim een eeuw op vast. Kortom, een molensteen om de nek van de overgrote meerderheid van Links.
Professionaliteit
Voor zover zicht te krijgen is op de opvattingen binnen de SP, staan tegenover elkaar een partij die voorrang geeft aan 'de actie' en één die kiest voor deelname aan 'het bestuur'. Dat laatste als het kan op regeringsniveau en in de praktijk tot nu toe in het bestuur van provincie en gemeente. Terwijl op de laatste niveaus SP'ers met conflicten in de volle openbaarheid aftreden, ontkent het partijbestuur dat er sprake is van een interne strijd. Daarin op een zondagochtend gesteund door oud-fractievoorzitter in de Tweede Kamer, Emile Roemer, tijdelijk burgemeester van Heerlen (WNL televisie, 29 april 2018). Hij spreekt van pak de macht (verkiezingsprogramma 2017) en de essentie van een politieke partij die nu éénmaal staat of valt met de mogelijkheid om aan de knoppen te zitten.
Een inmiddels vertrokken provinciaal bestuurder van de SP in Limburg luchtte vele malen op radio en televisie zijn op verantwoordelijkheid kloppende hart. Het gaat hem om persoonlijke integriteit, recht op een onafhankelijk oordeel, betrouwbaarheid en zorgvuldig nakomen van afspraken. Dat is niet mis en nog mooi ook. Hij en zijn provinciale en gemeentelijke partijgenoten hebben met vertegenwoordigers van andere partijen, met name VVD en CDA, een coalitieakkoord gesloten dat ze koste wat het kost wensen te volgen. En dat laatste gaat heel ver: de door hem opgenomen bestuurlijke verantwoordelijkheid staat boven het partijprogramma en uiteindelijk zelfs boven zijn persoonlijke mening. Dat is professionaliteit en die, is zijn klacht, wordt door het partijbestuur bestreden.
Daarmee worden aan 'de kwestie' twee elementen toegevoegd die door de media met graagte worden uitgevent. 1) Professionaliteit is bestuurlijk handelen dat geheel volgens de neoliberale beginselen hoog 'boven de partijen' staat; Links moet dat nog leren. 2) Linkse organisaties als de SP zijn altijd al centralistisch bestuurd geweest, waarin ledendemocratie sneuvelt en tegenspraak ongewenst is; Links leert het nooit.
Juist door te zwijgen, bevestigen partijbestuur en Kamerleden van de SP deze commentaren. Ernstiger is dat het probleem van de bestuurlijke verantwoordelijkheid onbesproken blijft en onderschat wordt.
Democratisch herstel
Allereerst: verantwoordelijk voor welke macht? Een beslissende hinderpaal is het systeem van het kapitalisme en zijn dragers die uiteindelijk de machtsruimte bepalen binnen en vooral buiten de parlementaire grenzen. Marges zijn er, wanneer dat systeem onder druk staat en beheerste toegevingen geboden worden.
In het algemeen laat parlementair Links zich aan deze principiële beperkingen weinig gelegen liggen. Met als gevolg dat de aangewezen of gekozen bestuurders in provinciale of gemeentelijke coalities weinig anders rest dan het op compromissen rustende beleid uit te voeren. Met hier en daar een persoonlijke toon. Gebonden handen, zeker omdat zij hoogst zelden een meerderheid vormen. De praktijk leert dat zij zich, zoals de aangehaalde Limburgse bestuurder, met dat beleid identificeren en het compromis zien en ervaren als hun beleid. Hoewel in de voorafgaande selectie de fameuze 'bestuurlijke kwaliteiten' al hoog kunnen scoren, bevat de bestuurspositie vele ingrediënten voor professioneel optreden – variërend van burgerlijke erkenning tot bovenmodaal inkomen en persoonlijke privileges. De identificatie wordt zo als een vanzelfsprekendheid geboden en opgebouwd.
Door deze 'samensmelting' met het beleid van de parlementaire concurrent en tegenstander, met name in een periode dat Rechts weinig kruimels laat vallen, onderscheidt de partij van de verantwoordelijke bestuurder zich steeds minder. Leden en kiezers zien hun alternatief verschrompelen.
De vraag is nu of deze sombere neergang te keren is. Zonder twijfel. Om te beginnen: maak een einde aan de vereenzelviging met het compromis. Laat ook buiten het gezelschap van de 'coalitiepartners' nadrukkelijk weten wat het verschil is tussen het gewenste (partij)beleid en het compromis. Niet en passant en in kleine kring, maar systematisch en expliciet, in het openbaar en herkenbaar. Dat zal de vorming en de praktijk van de coalitie niet vergemakkelijken, maar bekend is hoe 'de knoppen' van Roemer draaien.
Deze permanente openheid van zaken vereist een 'democratisch herstel' en maakt daar deel van uit. Niet alleen binnen de partij, maar vooral ook samen met de (potentiële) kiezers. Dus bijeenkomsten - dat is meer dan de actie 'de deuren langs' en meer dan digitale informatie - waarin het beleid, de partijvisie en de compromissen in samenhang besproken worden. Maar dan wel vooraf aan het te sluiten akkoord.
Ja, de molensteen is zwaar en moet weg, zo nodig zonder deelname aan de marginale macht.
|