Welkom
Ingezonden
Solidariteit "ingezonden"

Reactie op Bloody Sunday in Amritsar, Otto van de Haar, 14 april 2019

India op weg naar onafhankelijkheid

Harry Peer

Het artikel van Otto van de Haar Bloody Sunday in Amritsar heb ik met belangstelling gelezen; 379 onschuldige mensen werden, volgens een officiële bron, op 13 april 1919 in Amritsar in koelen bloede vermoord door Britse troepen. Andere bronnen noemen een nog groter aantal dodelijke slachtoffers. Otto geeft aan dat deze bloedige gebeurtenis tot een waterscheiding leidde tussen Britten en Indiërs. Daar heeft hij gelijk in. Een paar opmerkingen als aanvulling.

Bij velen bracht dit bloedblad het neerslaan van de Indiase Opstand in 1857 (Indian Mutiny) in herinnering. Die opstand begon met een muiterij van 'sepoys' - Indiase soldaten in dienst van het Britse leger - in Bengalen. Generaal Dyer verkondigde dat hij een tweede opstand had voorkomen. Conservatieve Britten steunden hem in die opvatting. Indiërs dachten daar anders over. Tot aan de dag van vandaag staat Dyer in de Punjab en de rest van India bekend als de Slachter van Amritsar. Het bloedbad tastte het morele prestige van de Britten wereldwijd aan. Zelfs minister van Oorlog en Luchtvaart Winston Churchill vond het een monsterlijke daad. Maar de waterscheiding waarover Otto spreekt, ligt dieper.

In Britse dienst

Meer dan een miljoen Indiërs had tijdens de Groote Oorlog zonder aarzelen meegevochten aan de zijde van de Britten, van de Entente. De soldaten uit India vochten in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Om dat beeld wat kracht bij te zetten: in de loopgraven van Frankrijk en België, op de stranden van Gallipoli, in Thessaloniki, Palestina, Egypte, Soedan, Mesopotamië, Aden, Somaliland, Kameroen, Oost-Afrika, Noordwest Perzië, Koerdistan, Zuid-Perzië, Trans-Caspië en Noord-China.
Mahatma Gandhi had hen daartoe opgeroepen: Vrijwillig dienst nemen is de juiste sleutel tot zelfbestuur, om nog maar te zwijgen van de mannelijkheid en ruimdenkendheid die dit met zich meebrengt. (...) Een man die bang is voor de dood heeft het niet in zich passief verzet te plegen. Om echt te begrijpen wat de betekenis van vreedzaam verzet is, moet de kracht van het fysieke uithoudingsvermogen worden gecultiveerd.

Na de oorlog werden in India herkenning en erkenning van de eigen natie verwacht. Zuid-Afrika, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland waren met de 'dominion status' een (nagenoeg) volledig zelf regerend onderdeel geworden van het Britse rijk (later Britse Gemenebest). Waarom hielden de Britten dat voor Brits-Indië/India af? In 1919 debatteerden ze nota bene tijdens de Vredesconferentie in Parijs met de andere overwinnaars van de Groote Oorlog over het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren. De antwoorden zijn bekend: van economische tot puur racistische. Naar het gedicht van Rudyard Kipling The White Man’s Burden. Zie dat als een eufemisme voor racisme, kolonialisme en imperialisme.

Vernedering en bitterheid

Waarom geen zelfbestuur voor India? Bestuurlijk zou het kunnen. Het land had een elite, veelal geschoold op prestigieuze colleges en universiteiten in Groot-Brittannië. Zestigduizend Indiërs in dienst van het Britse Rijk kwamen in de Eerste Wereldoorlog om het leven. Velen keerden ernstig gewond of verminkt huiswaarts, anderen waren met wraakgevoelens vervuld vanwege de waanzin en de zinloosheid van de hele oorlog. De discriminatie die ze hadden ondervonden, maakte het er niet beter op. De Britten konden zich vanwege de barbaarse oorlog niet langer meer beroepen op de superioriteit van de Europese beschaving.
De bitterheid van de Indiërs was enorm als gevolg van het gewelddadig optreden tegenover een ongewapende menigte van 20.000 mensen in Amritsar en allerlei vernederingen die erop volgden. Het Britse imperialisme liet zijn ware gezicht zien. Gelet op hun inzet voor het Britse Imperium in de zware oorlogsjaren ver van huis voelden ze zich diep vernederd en verraden.

Aanvankelijk kon Gandhi het bericht over het bloedbad nauwelijks geloven. Hij respecteerde de Britten, had rechten gestudeerd in Oxford. Het Britse bestuur had nu een tegenstander gecreëerd die het moreel en politiek zou verslaan. Niet met geweld zoals Whitehall - het centrum van de Britse regering – zelf gewend was, maar op geweldloze wijze. De pacifistische vrijheidsstrijder Gandhi: We hoeven Dyer niet te straffen. We verlangen niet naar wraak. We willen het systeem veranderen dat figuren als Dyer voortbrengt. (...) De wereld biedt genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht.
Amritsar werd onmiddellijk een symbool van het Indiase nationalisme en radicaliseerde velen, waaronder Jawaharlal Nehroe. Hij was vastbesloten zich volledig in te zetten voor de onafhankelijkheid van India. Net als Gandhi is Nehroe herhaaldelijk door de Britten gearresteerd en gevangengezet. Bij de pogingen om tot overleg te komen met hun politieke tegenstanders vergaten de Britten naar de uitspraak van Gandhi een belangrijk ding: Je kunt geen hand schudden met een gebalde vuist.

India werd onafhankelijk op 14 augustus 1947. Jawaharlal Nehroe werd de eerste minister-president. Op 30 januari 1948 werd Mahatma Gandhi vermoord door een hindoe-extremist.

Foto
Mahatma Gandhi Monument in New Delhi. Foto: Harry Peer. Het is een zwart marmeren platform, gelegen op de plaats waar Gandhi is gecremeerd. Er brandt een eeuwige vlam. Het wordt jaarlijks door miljoenen mensen bezocht.