nr. 100
maart 2001

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Terugblik op artikel in Solidariteit, nummer 0, maart 1983

Beweging in plaats van apparaat

De redactie van Solidariteit stuurde mij een verslag van een discussie tussen een aantal kaderleden van verschillende bonden. Het stond in nummer 0, het ging over bedrijfssluitingen en ik was één van de deelnemers. Ford Amsterdam, waar ik secretaris van de bedrijfsledengroep van de Industriebond FNV was, had kort daarvoor de deuren gesloten. "Wil je daar eens op terugkijken en wat vertellen over je ontwikkeling daarna?"

Terugblikkend valt op dat reorganisaties en bedrijfssluitingen in de vroege jaren tachtig aan de orde van de dag waren en veel verzet en strijd opriepen. Dit maakte discussies los over de macht van multinationale ondernemingen om naar willekeur mensen op straat te zetten. Het was ook de tijd waarin de vakbondsleiding de bakens verzette en via het Akkoord van Wassenaar ervoor koos de winstmogelijkheden voor de ondernemers te vergroten en dus zeker niet om bedrijfssluitingen of reorganisaties te verhinderen.

Internationale uitwisseling

Twintig jaar later worden bedrijven nog steeds gesloten en meer dan ooit tevoren overgeplaatst naar lage lonen landen. Niettemin bloeit de Nederlandse economie en verwordt Nederland steeds meer tot een rentenierstaat die de opbrengsten verdeelt van elders gerealiseerde productie. Het maatschappelijk gevoel is dan ook dat het goed gaat met 'de economie', in tegenstelling tot de jaren tachtig.

Als kaderlid bij Ford Nederland heb ik heel concreet ervaren hoe belangrijk internationale samenwerking en informatie-uitwisseling met collega-kaderleden van hetzelfde multinationale concern kunnen zijn. En ook hoe de internationale vakbondsstructuren(nog) niet geschikt zijn om een dergelijke samenwerking effectief gestalte te geven. Vanuit die ervaring ben ik gaan werken bij Transnationals Information Exchange (TIE), een organisatie die juist de opbouw van werknemersnetwerken bij multinationale ondernemingen als doel heeft. In de jaren tachtig leverde dat nog veel conflicten op met kleinere en grotere vakbondsbonzen in binnen- en buitenland.

Inmiddels is in de afgelopen tien jaar de wereld opnieuw ingrijpend veranderd. Slanke productie en globalisering bepalen nu de strategie van ondernemers. Voor de vakbeweging een uitdaging, die onmogelijk op een bureaucratische manier kan worden beantwoord. Nationale vakbondsmacht in grote bedrijven biedt steeds minder garanties tegen toenemende flexibilisering, uitbuiting en afbraak van verworvenheden. Het poldermodel lijkt het tegendeel te bewijzen, maar op iets langere termijn zie ik dat toch meer als een lokaal en voorbijgaand verschijnsel.

Basisbeweging

De vakbeweging moet om deze uitdaging aan te gaan, weer terug naar haar roots, haar organisatie aan de basis, ook in de kleinere bedrijven en in de marginale sectoren. Ze moet terug naar solidariteit en de organisatie van mensen uitgaande van hun belangen en hun verzet. Naar een beweging in plaats van een apparaat. Naar een situatie, waarin de leden het voor het zeggen hebben; niet geleid door specialisten en deskundigen, maar door de mensen zelf die vanuit hun eigen ervaring een politieke visie ontwikkelen en hun koers bepalen. Dat was de kracht van de grote bewegingen in de jaren zestig en zeventig. En dat is ook de kracht van de nieuwe vakbeweging die overal in de derde wereld ontstaat en op de duur van veel groter belang is dan de koers van de vakbonden in de rijke 15 procent van de wereld. Ik denk dat het van levensbelang is dat wij in Nederland ons niet blindstaren op onze eigen situatie, maar proberen te leren van wat elders ontwikkeld wordt.

Een andere ontwikkeling die volgens mij nieuwe mogelijkheden biedt, is de teloorgang van zowel de sociaal-democratie als 'het communisme'. Bijna een eeuw lang waren ze gezworen vijanden, maar beide gingen uit van de scheiding tussen de 'economische' en de 'politieke' strijd, waarbij 'intellectuelen' bepaalden wat goed was voor de arbeiders. Dit principe heeft overal geleid tot ondemocratische en bureaucratische organisaties, waar zogenaamde deskundigen de mensen vertellen waar hun belangen liggen.

Naast de genoemde twee heeft er altijd binnen de arbeidersbeweging een andere stroming bestaan. Eén die vindt dat de mensen zelf hun strijd moeten voeren, dat de dagelijkse onderdrukking wel degelijk politiek is en uitgangspunt kan zijn van dagelijkse strijd. Een basisbeweging die in de eerste plaats democratisch is en zich niet organiseert via partijen. Juist die stroming was de motor van de veranderingen in de jaren zestig en zeventig en tevens het doelwit van het werkgeversoffensief in de jaren tachtig. Juist die stroming zie ik op het ogenblik overal in de wereld weer groeien. Ik merk dat Solidariteit daarbij aansluit. Mijn aanbeveling is dan wel: meer dan nu al gebeurt, aandacht geven aan allerlei vormen van verzet van mensen zelf binnen bedrijven en instellingen en op allerlei niveaus van de maatschappij.

Jan Cartier (TIE)

Foto Beweging in plaats van apparaat nr.100Foto Chis Pennarts (100 kb)

Foto Beweging in plaats van apparaat nr.100Foto Chis Pennarts (85 kb)

Foto Beweging in plaats van apparaat nr.100Foto Demo Amsterdam 1981 (150 kb)