nr. 100
maart 2001

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Overpeinzingen van redactieleden

Over nummer 150 en een wekelijks blad

Solidariteit op het internet

In nummer 92 meldden we: "Solidariteit ook op het internet."*) In dat artikel stonden onze verwachtingen. Na anderhalf jaar een mooi moment voor een evaluatie.

Niet alles is uitgekomen. Het belangrijkste is wel dat we (nog) geen onderdeel van Labournet of een ander internationaal netwerk vormen. Tenminste, niet zichtbaar. Het is nog niet gelukt om (geregeld) teksten voor een internationaal publiek beschikbaar te stellen of te bewerken voor onze website.

Ook van onze inbreng op discussielijsten hadden we meer verwacht. Het is toch erg zoeken op welke discussie je kan inspringen. Daar komt bij dat er weinig wordt gediscussieerd in de vakbeweging. Internet lost ook hier niet alle problemen op.

Daar tegenover staat dat we speciaal voor het internet commentaren schrijven over actuele onderwerpen, die in een tweemaandelijks blad te laat aan bod zouden komen. Maar ook al is zo'n commentaar per maand een prestatie, we willen dat veel frequenter doen.

Verder leggen we dossiers aan. Dat over de rechtszaak van de 26 havenwerkers in Amsterdam die hun baan terug willen, is aardig compleet en aan het dossier over managementstrategieën wordt driftig gewerkt.

Druk bezocht

Al is het moeilijk de cijfers**) te interpreteren, we zijn tevreden over de bezoekersaantallen van onze website: 800 verschillende adressen per maand. Het aantal opgevraagde pagina's steeg snel en bedraagt nu 200 per dag.

Veel keus hebben we overigens niet. Elektronische communicatie is steeds minder de communicatie van de toekomst. Het is een realiteit die zich ook uit in de veranderende werkwijze van de redactie. Naast onze tweewekelijkse vergaderingen loopt het contact met elkaar en met anderen steeds meer via e-mail. Het contact met bijvoorbeeld het Workers Advice Center in Israël zou zonder e-mail veel moeilijker of helemaal niet tot stand zijn gekomen.

Met die nieuwe communicatie moeten we leren omgaan. Dat geldt voor de redactie, voor (kader)leden en bestuurders van bonden en voor andere groepen waarmee we samenwerken. Want elke inhoud is waardeloos, zonder de voor een bepaald communicatiemiddel geschikte vorm. Voor ons houdt dit in dat we ten tijde van de verschijning van nummer 100 een nieuwe vormgeving van onze pagina's invoeren.

Graag ontvangen we commentaar over en bijdragen aan onze internetpagina's.

Ailko van der Veen
*) http://www.solidariteit.nl/nummers/92/Solidariteit_ook_op_internet.html#artikel
**) http://www.solidariteit.nl/Documenten/show_log.html

Geen naambordje

Het weekblad Elsevier (voor eeuwig het schoothondje van Thatcher) is er lekker voor gaan zitten. Hoogste tijd om de vakbonden in Nederland met lekkere vette happen modder over het randje te jagen waar ze zichzelf naar toe gemanoeuvreerd hebben. Het verhaal wordt opgedirkt met afschuwwekkende arbeiderskoppen, uitgeteerd, maar waar evengoed een peuk zware shag in hangt om het allemaal nog erger te maken. Ook breekt Elsevier zijn nek over het interieur van het kantoor van FNV ABVAKABO. Potverdorie, ben ik het zo maar met Elsevier eens. Naar de dokter?

Maar toch anders. Ik ben even in Valetta, hoofdstad van Malta. In een straat met grote, zwaar opgemaakte huizen loop ik langs een hek met zuilen en daarachter een pleintje en daarachter weer pilaren en daarboven staat: "Centru Laburista". Durf ik naar binnen? Dat niet, maar toch gaan. Binnen een hal en daar rechts de verademing: de toegang naar een gewone koffietent met formicatafeltjes, TL balken, een vitrinebar met koffie, gebak en blikjes. Er zijn oude mannen aan het poolen.

Kom ik op het kantoor van de ABVAKABO in Zoetermeer. Zit in hetzelfde pand als een gigantische accountant die partij blijkt te zijn in de vele fraudegevallen van het kapitalisme. Heeft een magnaat-in-nood geholpen met een handtekening onder een vervalste jaarrekening.

Arbeiderscultuur

Ik sleur me met mijn fiets omhoog over de Muur van Geraardsbergen. Vlak voordat je aan het laatste stukje echte Muur begint, kom je over een pleintje dat tegen je praat: 'sloof je niet zo uit, jochie, neem een terrasje'. Vanaf het terrasje zie je hoog op een gevel staan: "Socialistische Duivenclub". Je kijkt om je heen of het echt waar is en ontdekt aan de overkant de liberale duivenclub.

In Zuid Wales werd je voor 's avonds uitgenodigd in de kroeg. Welke kroeg? De 'radical club'!

In de film Billy Elliot rent de vader van Billy de Miners Social Club binnen om een heuglijke boodschap te brengen. Hij komt op een raar moment binnenvallen, want de bond heeft net besloten de staking van ruim een jaar te stoppen.

Ik zie me al in de Leidse Arbeiders Vereniging naar binnen stormen en roepen: 'ik was vierde in de tijdrit!'. Ik zou niet weten waar die vereniging is. Soms zit ik na de avonddienst in een Grand Café met Ed en Syl. Ed is net gescheiden en voelt zich als een vuilniszak gedumpt. Ik probeer iets te zeggen, maar hij schreeuwt er doorheen. Ik zet mijn oren op nul en tetter gewoon nog harder, iets van 'geen slachtoffer gezeik'. Syl is het weer niet met mij eens. Volgens haar heeft Ed het recht zich vuilniszak te voelen. Ik ga drankjes halen en kijk onder het wachten naar ons bankje. Arbeiders! Discussie! Daar gebeurt wat!

Op Solidariteit heb ik maar één ding aan te merken. We hebben niet eens een naambordje op de deur. Oh ja, en het aantal abonnees moet verdubbeld worden.

Frans Geraedts

Collectief opstappen

"Wij kiezen niet voor deze vakbeweging. Die moet veranderen. We kunnen als Solidariteit er wel uitstappen, maar dan zouden we een eigen vakbond moeten oprichten en ik denk dat dat niet realistisch is." Dat zei ik bijna negen jaar geleden in nummer 50 van Solidariteit.

Los van een aantal goede vrienden en leuke mensen zit in deze uitspraak waarschijnlijk de belangrijkste reden waarom ik me altijd verbonden heb gevoeld met Solidariteit. Verzet tegen de steeds verdergaande bureaucratisering van de FNV.

Het is er niet beter op geworden. Integendeel, het lijkt wel of 'onze' vakbeweging steeds meer verpoldert. Strijdbaarheid, looneisen, debatten, acties, het zit er allemaal niet in. Eerlijk gezegd, heb ik het opgegeven daar nog in te vertrouwen. Ik ben nog wel lid, maar mijn lidmaatschapskaart hangt al bijna naast de voordeelpas aan de wilgen. De pijp aan Maarten, bekijk het maar. Geef me een goede reden waarom ik die club nog langer moet sponsoren met 300 gulden per jaar. Ik ben er klaar mee. Misschien dat reacties van lezers me opnieuw aan het denken zetten, dat is dan mooi meegenomen, tenslotte houden we het al ruim achttien jaar en honderd nummers vol ons druk over de vakbeweging te maken.

Zuurgraad

Op de laatstgehouden lezersconferentie mocht ik de stelling verdedigen om te komen tot een nieuwe vakbond, een echte beweging. Het mag niet zo zijn, nog steeds lijkt het geen realistisch alternatief. Eerlijk gezegd, was ik het met de meeste tegenstanders wel eens. Maar wat moeten we dan? Natuurlijk, Solidariteit blijft verschijnen en de aan ons blad gelieerde activiteiten gaan ook gewoon door. Personeelscollectieven zijn aardig, maar een duurzaam alternatief? Misschien ontstaat pas iets nieuws, als het oude er niet meer is. In onze redactievergaderingen heb ik er vaak voor gepleit niet al te veel aandacht meer aan de ellende van de vakbeweging te geven, geen hoge zuurgraad meer. 'Koers 2000' heeft in die zin het blad er zeker beter op gemaakt.

Toch zie ik op korte termijn nog wel een aardig themanummer voor me. Een speciale editie, gewijd aan waarom het nooit wat wordt met de huidige vakbeweging. En dan met z'n allen uitstappen, ja dat lijkt me wel wat. Daarna gaan we gewoon door met onze activiteiten en het maken van een fantastisch blad, op naar nummer 150 lijkt me zo.

Lex Wobma

Waarom Solidariteit?

In een wereld waarin de mensen steeds meer aan zichzelf denken, de maatschappij in individuen uiteenvalt, de rijken steeds rijker worden, de derde wereld landen nog meer worden leeggeroofd en het milieu het verliest van de economie, in zo'n wereld is het eigenlijk overbodig de vraag te stellen waarom een blad als Solidariteit moet bestaan.

Voor mij is Solidariteit niet alleen een blad, maar ook een middel om scherp en alert te blijven. Dagelijks ervaar ik de politieke druk en de invloeden van het neoliberale denken. In mijn werkveld (reïntegratie van werklozen) zie ik de kaders waarin ik vrij kan handelen steeds kleiner worden. Alles is er opgericht mensen zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen, tegen zo min mogelijk kosten. Het enige dat telt, is straks het streepje aan de balk, daarop word je immers afgerekend.

Maandelijks, wekelijks

Om zelf niet mee te gaan in deze manier van denken, is het belangrijk dat er bewegingen en organisaties zijn zoals Solidariteit. Zeker nu de Nederlandse vakbeweging zich vooral zorgen maakt over 'de economie' en meer oog voor de belangen van de werkgevers lijkt te hebben dan voor die van de werknemers. Voor mij is Solidariteit dan ook meer dan een blad, het stelt me in staat mens te blijven temidden van al dat geweld van marktwerking. Maar ook de voortdurende discussie, de artikelen, de contacten, en de mensen die ik ontmoet, voeden mijn, wat ik maar gemakshalve noem: sociaal-politiek bewustzijn.

Ik hoop dat we nog lang voort kunnen gaan, misschien maandelijks, misschien wekelijks ....

Ton Dijkstra

Afbeelding bij Over nummer 150 en een wekelijks blad nr.100Tekening (10 kb)