nr. 100 maart 2001 |
Solidariteit
Eerste forum: "Globalisering - kan het van onderop en hoe dan?"Publieke voorzieningen en democratieDe ons voorgelegde vragen geven veel mogelijkheden tot discussie, dus ik pik er één thema uit. Dat wordt, gezien de actualiteit, de vraag over de verhouding tussen 'publiek' en 'markt'. Want nu de stroomvoorziening een puinhoop blijkt in Californië (de achtste economie van de wereld) krijgen kritiek op privatisering en deregulering plotseling veel ruimte.Meestal valt in de berichtgeving over deze energiecrisis te lezen dat zij is veroorzaakt, doordat de deregulering in Californië "halfslachtig" is uitgevoerd. In ons land kan dit niet gebeuren, schreef bijvoorbeeld het NRC Handelsblad, want in tegenstelling tot in Californië is hier geen maximumprijs voor afnemers in de elektriciteitswet opgenomen, zodat de distributeurs gewoon de - lees: onze - elektriciteitsprijs kunnen verhogen. Maar ondanks zulke geruststellende verhalen neemt de twijfel duidelijk toe. Zo verscheen in dezelfde krant een artikel onder de kop "Overheid ziet privatisering steeds mislukken". En twee redacteuren van Het Financieele Dagblad plaatsten respectievelijk "Californië toont falen deregulering van nutssector" en "Stroom in Nederland wacht evenveel risico's als Californië" als kop boven hun bijdragen op de opiniepagina van deze krant. Dat alles roept de vraag op hoe critici van de marktrevolutie deze gelegenheid aangrijpen voor alternatieven. Privatisering van de winstenTijdens een discussie in de Balie over het publiek belang toonde economiehoogleraar Van Wijnbergen zich onlangs uiterst somber over de gevolgen van de privatiseringsgolf die de afgelopen twintig jaar - deels mede onder zijn leiding - door ons land getrokken is. Terwijl de moeilijkste operaties nog voor de deur staan, is het eigenlijk bijna nergens goed gegaan met het 'vermarkten' van publieke taken, zo betoogde hij. Kern van het probleem is, volgens Van Wijnbergen, dat de overheid van alles over de schutting gegooid heeft zonder daarbij het publieke belang te definiëren en te waarborgen. 'Lekker naïef', hoor je de zaal op zo'n moment denken. Hoewel de professor het in de discussie ontkende, is de achtergrond hiervan natuurlijk dat 'de markt' daar volgens de neoklassieke handboeken uiteindelijk zelf voor zorgt, mits aan een serie voorwaarden is voldaan. De praktijk blijkt echter anders en pogingen tot het beperken van mogelijke nadelige effecten van privatisering en deregulering voor de burger weet 'de markt' creatief te pareren. Zo hebben de elektriciteitsproducenten in Californië al vijf jaar geen nieuwe centrale gebouwd, omdat ze door schaarste te creëren de prijs op kunnen drijven. Is dat verrassend? Nee, want de markt heeft geen moraal en kent maar één norm: winstmaken ter vergroting van 'shareholder value'. Produktiecapaciteit aanhouden voor noodgevallen of plotselinge extra vraag past niet in dat streven, want ongebruikte capaciteit kost geld in plaats van dat het wat oplevert. Het gevolg is dat de staat Californië stroom gaat inkopen die de distributeurs dan goedkoper krijgen om aan de uiteindelijke afnemers te leveren. Het verhaal van de banken die te groot zijn om failliet te laten gaan en daarom met belastinggeld overeind worden gehouden, herhaalt zich bij geprivatiseerde essentiële voorzieningen: de winsten worden geprivatiseerd, terwijl de verliezen worden gesocialiseerd. Radicale democratiseringVelen hadden voorspeld dat privatisering en deregulering zouden leiden tot minder dienstverlening, tot leveringsonzekerheid en tot hogere prijzen. Uit verschillende landen stapelen de bewijzen voor deze stelling zich inmiddels op, maar dat betekent niet dat de marktfundamentalisten zich gewonnen geven. "We moeten er mee doorgaan en het nu eindelijk eens goed gaan doen", zei Van Wijnbergen. Of voor wie het nog niet wist: marktwerking is een geloof, waar bovendien ook nog eens grote belangen mee verbonden zijn. Precies daarom kunnen we het onszelf niet te makkelijk maken in deze discussie en is het belangrijk alternatieven te ontwikkelen. Eenvoudigweg een terugkeer bepleiten naar de overheidsbedrijven van vroeger is maar voor weinig mensen een wenkend perspectief, aangezien klantvriendelijkheid en doelmatigheid - zachtjes gezegd - niet de sterkste kant waren van veel van deze diensten. Daarom is een derde weg nodig naast bureaucratische staatsbedrijven en op winstmaximalisatie gerichte privé-ondernemingen. In algemene termen gaat het daarbij om publieke diensten die zich verantwoorden aan de burgers voor en met wie zij werken. Daarvoor moeten nieuwe vormen ontwikkeld worden, opdat het personeel samen met afnemers, leveranciers en naaste omgeving van de organisatie doelen en prioriteiten kan bepalen en monitoren. Oftewel: toegankelijke en betaalbare publieke diensten en goederen gaan slechts samen met radicale democratisering. Robert Went |