nr. 100 maart 2001 |
Solidariteit
Solidariteit en de Britse mijnwerkersstakingTegen privatiseringJanuari 2001. Het licht gaat uit in twee miljoen huizen en bedrijven van de rijkste Amerikaanse staat. Reden: onvoldoende investeringen in nieuwe energiecentrales. Op de spotmarkt stijgt de prijs van de megawatt per dag, soms met 1.000 procent. De chaos in Californië is zo groot dat zelfs het bedrijfsleven meer overheidsbemoeienis eist! Februari 2001. Met de verkiezingen in zicht herinnert de VVD zich de gouden dagen van Thatcher. Het wordt tijd zich wat rechtser te profileren: gooi de vakbond uit de overlegorganen, de cao's hoeven niet meer algemeen verbindend verklaard te worden, ieder voor zich, want 'nog maar één op de vier werkenden is lid van de vakbond'.Geen beter moment om terug te gaan naar de grootste en langste Britse mijnstaking van 1984/1985. En naar mijn eerste kennismaking met Solidariteit, die mede de solidariteitsacties aanstuurde en efficiënt de boodschap verspreidde. Anti-vakbondswetWanneer ik door mijn oude papieren blader en artikelen in de (extra) nummers van Solidariteit en de kranten van de National Union of Mineworkers (NUM) herlees, zie ik weer de enthousiaste solidariteit voor me van meer dan dertig steuncomités. Demonstraties, pamfletten en collectes. Voedsel en kleding meegeven, Britse kaderleden uitnodigen voor spreekbeurten, de zeer actieve vrouwen van de steungroepen ontvangen en vakanties voor honderden kinderen organiseren. Maar vooral herinner ik me onze pogingen tot een kolenboycot te komen en de herhaalde, vergeefse verzoeken aan de Vervoersbond FNV om daar leiding aan te geven. De NUM had een internationale oproep gedaan, maar de leiding van de Nederlandse vakbeweging putte zich uit in bureaucratische excuses ('geen verzoek om steun gekregen') en deed niets, terwijl duizenden leden zich van harte uit de naad werkten. Hoe juist was de analyse van de mijnwerkers: hun voorspellingen over de bedreigde mijnen als begin van de daarna volgende privatiseringen van de publieke sector en hun pleidooi voor lange termijn investeringen in de publieke energiesector (kolen, gas, elektra, geen kernenergie). Thatcher had de staking uitgelokt door één mijn - de eerste van twintig - zonder overleg te willen sluiten, waardoor 20.000 mensen werkloos zouden worden. Al eerder, in 1982, had de Tory regering een anti-vakbondswet aangenomen en de NUM was de kop van Jut, de machtigste tegenstander. Picketlines van meer dan zes mensen waren verboden en mondden uit in massale arrestaties. Solidariteitsacties waren verboden, hetgeen leidde tot hoge boetes voor individuele leden en uiteindelijk de algehele confiscatie van de bezittingen en gelden van de NUM. Dit alles als ouverture van de pogingen de Engelse bonden te vermorzelen en de vakbondsrechten te beperken. Brede solidariteitIn September 1984 (de staking duurde al zeven maanden en de FNV had een girorekening geopend, maar beperkte zich tot humanitaire hulp) waren door de Jongerenbeweging FNV Rotterdam en bedrijfsledengroepen van onder meer Hoogovens solidariteitsbijeenkomsten georganiseerd. Leden van de vrouwengroepen van de NUM uit Kent en Zuid Wales riepen daarbij op tot steun. Ook zij zaten zonder licht en gas, omdat de regering de uitkeringen inhield. De winter moest nog beginnen. Later werden de mijnwerkersgezinnen letterlijk uitgehongerd. Een bezettingsleger van 20.000 man politie was naar het mijngebied gestuurd, duizenden werden gearresteerd en opgesloten. De staking was negen maanden oud, toen op 30 november in het gebouw van de Vervoersbond FNV de oprichtingsvergadering van het comité "Amsterdam voor de Britse Mijnwerkers" plaatsvond. Mijnwerkers uit Kent waren in Amsterdam op tafel gesprongen bij de brandweer, GEB en de Stopera in aanbouw. Samen met hen was er een picketline geweest bij het diner van het Gemeentelijk Havenbedrijf, waar men zeer tevreden was over de 60 procent stijging van de kolenoverslag, dankzij de Britse mijnstaking. Ook de Rotterdamse bedrijven EMO en Frans Swarttouw beleefden gouden tijden met buffervoorraden voor de Britse energiebedrijven. In Rotterdam, Amsterdam en Terneuzen werden enorme voorraden kolen uit Amerika, Polen en Zuid-Afrika naar Engeland en Wales overgeslagen; 2,5 van de vier miljoen ton extra verscheepte kolen was via Rotterdam gegaan. Doordat die kolen en olie naar Britse havens werden vervoerd waar geen controle van de vakbond was, lukte het niet de staking landelijk te maken en alles lam te leggen. Daarom was het doel van het Amsterdams comité: harder trekken aan de solidariteit door vakbondsleden, politieke partijen en andere organisaties en stopzetten van het kolentransport naar Groot-Brittannië. In het aanbevelingscomité zaten kaderleden en plaatselijke bestuurders van verschillende bonden, vertegenwoordigers van bondsgroepen bij brandweer, GEB, NS, Fokker, havenbedrijven, van organisaties van uitkeringsgerechtigden en migranten en van politieke partijen. Buurtcentra en kerken werkten mee. Tekenend voor de onwil van hogerop was dat ik als enige hoofdbestuurder met toestemming van onze kleine maar fijne Kunstenbond in het comité zat. In pamfletten legden we uit dat de mijnen helemaal niet zo economisch onrendabel waren als regering en pers zeiden, dat 70 procent van de 180.000 mijnwerkers staakten, terwijl de kranten onafgebroken schreven dat iedereen weer aan het werk ging. We organiseerden een demonstratie op 7 februari 1985 in een steenkoud Amsterdam met als spreker de voorzitter van de Schotse NUM, Eric Clarke. Hij vertelde de demonstranten op het Beursplein erg blij te zijn met het fonds van de FNV, maar dat de brief van de NUM aan voorzitter Kok met de vraag: "probeer de kolenoverslag te boycotten en als dat niet lukt, registreer dan alle schepen die met kolen naar Engeland varen" helaas nooit beantwoord was. In Australië was het anders gegaan. Een circulaire van de Internationale Transport Federatie deed binnen een week de havenarbeiders besluiten voor de duur van de staking geen kolen meer te sturen. 'Sadder and wiser'De NUM had meer dan een jaar standgehouden. Tegen de fysieke en financiële uitputting in, ondanks vier miljoen werklozen en de repressie van het staatsapparaat. De kolenimport kon echter niet voorkomen worden. Mede door de tegenwerking van de vakcentrale TUC ontstond verdeeldheid. Maar de NUM sloot geen akkoord met de ondernemers (Coalboard), die sluiting van de mijnen eisten op economische gronden. De staking werd waardig beëindigd. Een bijzondere staking, door de lange duur, de internationale solidariteit en omdat ze niet ging om de verbetering van de miserabele lonen en arbeidsomstandigheden, maar voor het behoud van het werk en tegen privatisering. In Engeland, Wales en Schotland, maar ook hier in Nederland waren we 'sadder and wiser' geworden van deze oorlog tussen 'de kapitalistische zegeningen van de markt' en de sociale behoefte van mensen die hun eigen goedkope grondstoffen willen exploiteren en hun werk en bestaan verdedigen. Dit politiek bewustzijn blijft en zal in de komende conflicten gebruikt worden. Wat mij betreft: ik zal weer van de partij zijn en reken er op dat Solidariteit opnieuw zijn lezers zal weten te mobiliseren. Lily van den Bergh (Kunstenbond FNV) |