nr. 105
feb 2002

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Gesprekken over 'de nieuwe beweging' - derde ronde

"Je kan niet om de massavakbeweging heen"

Vlak na de Eurotop en de demonstraties in en om Brussel, half december vorig jaar, voeren we ons derde gesprek over 'de nieuwe beweging'. Opnieuw gaat het over de verhouding van de deelnemende groepen tot de beweging als geheel en over de verbreding van de beweging. Hoe bereiken deze en eerdere demonstraties tegen de neoliberale globalisering bredere lagen van de bevolking?

We praten met Willem van de Socialistische Arbeiders Partij (SAP), Pepijn van de Internationale Socialisten (IS) en Herre van de Anarchistische Groep Amsterdam (AGA).

IS wordt aan de tand gevoeld als één van "de partijtjes die van de beweging gebruik maken om leden te werven" (eerste gesprek, Solidariteit, nummer 103, september 2001).

Veel vertrouwen in de Nederlandse vakbeweging is er niet en aan de SAP wordt gevraagd waarom haar leden daarin actief zijn.

De gesprekspartners tonen zich opgelucht met elkaar gesproken te hebben. Kennelijk gebeurt dat niet al te vaak.

Topje van de ijsberg

Willem opent het debat door in te gaan op de relatie tussen 'de beweging' en 'de toppen' als die van de Europese regeringsleiders in Brussel/Laken.

"Het verzet tegen de neoliberale politiek gaat allang veel verder dan het tophoppen. Massa's mensen maken zich boos op de treinen die niet meer op tijd rijden. Dat heeft alles te maken met bezuinigingen die de privatisering van vervoersbedrijven met zich meebrengt. Niet iedereen brengt dat met elkaar in verband. Ook de Argentijnen die geen salaris meer ontvangen, zullen niet gezamenlijk roepen dat de neoliberale globalisering de oorzaak is, maar ze worden wel geconfronteerd met dat type politiek. Het is het topje van de ijsberg dat nu de beweging draagt. Het is interessant te weten wat zich in de ijsberg zelf afspeelt. Als je ziet wie er allemaal aan de mobilisatie voor Brussel hebben meegewerkt, dan moet je vaststellen dat het niet meer hoofdzakelijk gaat om radicale jongeren. Een redelijk breed scala van organisaties heeft meegedaan en mogelijk zullen andere groepen, die de kritiek op het neoliberalisme niet centraal stellen maar er toch mee te maken hebben, van de beweging deel gaan uitmaken."

Pepijn - "Ik ben het daar mee eens. De demonstraties hebben het mensen die met onderdelen van de neoliberale politiek te maken krijgen, mogelijk gemaakt zich uit te spreken. Onderling beïnvloeden organisaties elkaar. Wat betreft de Nederlandse vakbeweging mag die beïnvloeding wel een beetje aangejaagd worden. Want het waren wel Amerikaanse en Italiaanse vakbonden die respectievelijk de demonstraties in Seattle en Genua tot een groot succes maakten. Toen die jongen in Genua werd doodgeschoten, besloten de vakbonden op de laatste dag van de vele activiteiten massaal te mobiliseren. De opkomst was overweldigend. De vraag die nu nog open ligt is: hoe zorgen we er voor dat de huidige beweging organisatorisch iets te maken krijgt met de campagnes die nu gaande zijn tegen de privatisering van het Amsterdamse Gemeentelijk Vervoerbedrijf en de NS en voor goede arbeidsvoorwaarden in de kinderopvang. Dat is een langer traject, maar ik denk dat Brussel daarin toch een stap in de goede richting was."

Top van de vakbonden

Herre heeft zo zijn vragen bij de verbreding van de beweging die een doel op zichzelf lijkt te zijn.

"Ik wil me niet vastpinnen op het uitgangspunt de beweging zo groot mogelijk te maken. Je moet het wel in relatie blijven zien met het doel dat je voor ogen staat. Het is mooi om met vele clubs een samenwerkingsverband te hebben, want dan sta je sterk in het stellen van eisen naar regeringsleiders. Maar ons doel is tenslotte een maatschappij waarin de mensen zelf het heft in handen kunnen nemen. Dat geluid is steeds te horen en moeten we versterken. Als het gaat om een revolutionaire omwenteling verwacht ik niets van de grotere Non-Gouvernementele organisaties. De FNV zie je ook druk bezig met het optuigen van de Europese Unie, bijvoorbeeld via de Europese ondernemingsraden van multinationale ondernemingen en het Europees sociaal handvest. Ik ben er natuurlijk voor de rechten van werknemers te vergroten of veilig te stellen. Maar bij daadwerkelijke radicale veranderingen zie ik de FNV geen rol spelen."

Willem - "De overgrote meerderheid van de bevolking is de dupe van het proces van neoliberale globalisering. Niet iedereen realiseert zich dat, maar het betekent wel dat al die gedupeerden potentieel bij de strijd te betrekken zijn. Om dingen duidelijk te maken, zal je radicale eisen moeten stellen. Dat moet je altijd doen. Je lost niks op door je eisen af te zwakken. Een strategie dient zich heel bewust op die groepen te richten. De voorbereiding op Brussel heeft laten zien dat dit mogelijk is. In het D14-comité zaten 36 organisaties. Vele honderden mensen uit Nederland zijn naar Brussel gegaan, waaronder ongetwijfeld een groot aantal vakbondsleden. Je kan wel zeggen dat 'de' vakbeweging niet geïnteresseerd is, maar in de bonden zijn wel degelijk mensen die daar anders tegenaan kijken. En die moeten we proberen te organiseren. Als politiek activisten, als leden van de SAP proberen wij initiatieven en kritische stromingen in de bonden te ondersteunen. Dan ben je wel degelijk bezig om de beweging tegen de neoliberale globalisering vooruit te helpen. Tijdens het eerste gesprek dat Solidariteit met representanten van 'de beweging' voerde, werd de angst uitgesproken ondergesneeuwd te raken door NGO's of vakbeweging of door politieke organisaties die met de beweging aan de haal gaan. Ik vind dat een te defensieve houding. Je moet er vanuit gaan dat er een objectieve reden is waarom de beweging zo massaal wordt. Het gaat er om de vakbeweging en NGO's erbij te betrekken en te radicaliseren. Ik denk dat het werken in die organisaties daarom van groot belang is."

Pepijn - "In Brussel was al goed te merken dat vakbondsleden veel sneller gaan dan de vakbondstoppen. De Franse vakcentrale CGT dacht even zestienduizend vakbondsleden met bussen in Brussel te droppen, een rondje te laten lopen en weer naar huis. Na afloop hadden we in de metro discussies met bondsleden. Daaruit bleek dat ze echt wel wat grotere plannen hadden dan aan het handje te lopen van de leiding van de CGT. Ze zagen de demonstratie vooral om voor zichzelf de arbeidsverhoudingen in Frankrijk te veranderen. En we hebben samen de Internationale gezongen."

Herre - "Er zijn inderdaad bonden die zich laten radicaliseren, maar in de praktijk halen ze uiteindelijk dezelfde narigheid uit. Afgelopen zomer heb ik in Spanje meegemaakt dat illegale immigranten weliswaar een lokaal aangeboden kregen, maar dat de bond de politie ging bellen om de zaak weer te ontruimen. De actie had lang genoeg geduurd. De bonden willen gewoon individuele leden met klachten helpen en op Europees niveau de sociale zekerheid regelen. Dat is prima, maar de vraag is of de vakbeweging de structuur biedt om te werken aan radicale doelen."

Willem - "Dat brengt je dan in een raar dilemma. De beweging wordt opgestart door radicalen, dat slaat aan, meer traditionele organisaties sluiten aan en op dat moment ga je zeggen: nou is voor mij de lol er af. Moet je dan de beweging overlaten aan de vakbondsleiding of aan sociaal-democraten?"

Organisatie en beweging

Pepijn komt te spreken over de te nemen initiatieven om de beweging te verbreden en daarmee snijdt hij het vraagstuk aan van de verhouding tussen 'organisatie' en 'beweging'

"Je moet je niet blind staren op de vakbondsleiding. De eisen die op dit moment leven onder vakbondsleden zijn belangrijk om op te nemen in 'de beweging', ook al zijn het korte termijn eisen. We moeten laten zien dat ook van korte termijn eisen meer resultaat te verwachten is, als voor actie in plaats van de onderhandelingstafel gekozen wordt. Aan de verzelfstandiging van het Amsterdamse GVB is te zien hoe dat ingrijpt in het dagelijks leven. Tijdens zo'n top wordt ook daartegen in het groot gedemonstreerd."

Willem - "Dat ben ik met je eens. Maar ik denk wel dat er een verschil is hoe organisaties dat aanpakken. Als SAP leggen wij veel nadruk op de opbouw van bewegingen op langere termijn. Bij de IS heb ik de indruk dat vooral de opbouw van de eigen organisatie voorop staat. Bij aankomst in Brussel viel het me op dat jullie de bus uitstapten en regelrecht afstevenden op jullie internationale kameraden. Je liep niet mee in het Nederlandse samenwerkingsverband D14. Je geeft zo een signaal af dat je het vooral belangrijk vindt wat je als internationale stroming doet en dat je het opbouwen van een bredere beweging in Nederland van minder belang vindt. Met alle respect voor het mobiliseren van jongeren, maar ik zie jullie ook niet in Attac of Euromarsen. Gaan jullie er van uit dat die organisaties automatisch verder draaien?"

Pepijn - "We zijn betrokken geweest bij solidariteitsacties met het NS-personeel. We hebben na Genua meteen Brussel op de agenda gezet. We zijn op het moment bezig met acties tegen het te grabbel gooien van het onderwijs aan de commercie. We denken na hoe de antioorlogscomité's voortgezet moeten worden."

Willem - "Ik hoor je steeds zeggen dat je allerlei initiatieven neemt. Dat is heel goed, maar er is ook nog het vlak van de traditionele organisatie van de arbeidersklasse. Mijn indruk is dat je overal induikt om mensen naar je eigen organisatie toe te halen. Er zijn misschien mensen die voor het eerst aan zo'n demonstratie mee doen en van jullie te horen krijgen dat ze het pas goed doen als ze ook lid worden van IS."

Pepijn - "We zeggen twee dingen tegelijk. Wij zijn blij dat de mobilisatie voor Brussel een succes is geweest, maar we zijn ook blij als we onze organisatie versterken. Volgens ons bestaat er geen tegenstelling tussen het opbouwen van een organisatie en het werken in een brede beweging. In een samenwerkingsverband proberen we mensen te winnen voor een revolutionair socialistische politiek, omdat we denken dat die politiek uiteindelijk nodig is om de beweging tot een succes te maken."

Continuïteit van de beweging

Herre wil dat best allemaal geloven, maar ziet in de praktijk een grote afstand tussen demonstreren in Brussel en actie voeren in Nederland.

"In de twee eerdere gesprekken waarover Solidariteit verslag deed, werd nogal eens opgemerkt dat de beweging bestaat uit uiteenlopende groepen die ergens gezamenlijk tegen zijn, maar eenmaal thuis weer met hun eigen deelstrijd verder gaan. In hoeverre denken jullie dat de contacten in de samenwerking op weg naar Brussel zijn in te zetten tegen de privatisering van het GVB of de voortdurende malaise bij de NS?"

Willem - "Als politiek activist leg je die verbanden. Ik ben bestuurslid van Attac, een organisatie die kapitaalstromen aan banden wil leggen en tevens besloten heeft het referendum tegen de verzelfstandiging van het GVB te steunen. Andere leden van de SAP zijn daarbij betrokken als leden van ABVAKABO en/of van Amsterdam Anders/de Groenen. Dan ontstaat er een vergelijkbaar samenwerkingsverband als in de voorbereiding op Brussel. Als SAP hebben wij dan niet de behoefte om te roepen dat wij 'dit' doen en ook nog 'dat'. Wij zijn actief, omdat we een beweging vooruit willen helpen en niet omdat de volgende stap het lidmaatschap van de SAP moet zijn."

Pepijn - "Dat is een valse tegenstelling, want wij vinden natuurlijk ook dat er continuïteit in de beweging moet zijn. Dat is juist de uitdaging na Brussel. Je komt steeds bij elkaar met een zelfde groep mensen. Hoe meer je dat tot een soort platform maakt, hoe makkelijker het wordt elkaar te betrekken bij initiatieven zoals het referendum."

Willem - "Dus dat betekent dat jullie in het referendumcomité gaan zitten?"

Pepijn - "Natuurlijk. En dat doen we als socialisten, we verkleden ons niet. Ik denk dat de beweging er bij wint als we dat uitspreken. Het betekent dat we bij elkaar kunnen komen ondanks dat we verschil van mening hebben. De beweging is een plek om over die meningsverschillen te discussiëren. In de pers is na elf september gespeculeerd dat de beweging zich genoodzaakt zou zien gas terug te nemen. Daarover is een flinke discussie gevoerd en daarvan hangt de vooruitgang van de beweging af. De IS draagt een politiek uit die gebaseerd is op onze interpretatie van de geschiedenis en die ideeën proberen wij ook naar voren te brengen. Maar we stellen die ideeën niet als voorwaarde aan anderen. In dat geval ben je alleen nog maar bezig een sekte te vormen."

Zelforganisatie

We komen terug op de positie van de vakbeweging. De FNV zou een belangrijke deelnemer moeten zijn, maar houdt zich erg gedeisd. Ze wilde of mocht niet meer dan duizend mensen naar Brussel brengen.

Herre - "Vanuit mijn eigen situatie kom ik op de werkvloer mensen tegen die iets te vertellen hebben, in de bond helaas niet. Daar zie ik vooral ouderen en uitkeringsgerechtigden die niet meer zo'n intensief contact hebben met de praktijk van de werkvloer. Zolang je met dat vakbondsapparaat blijft werken, kom je niet verder dan het hier en daar bestrijden van de gevolgen van globalisering. Ik ben er voor een vakbondsstructuur op te bouwen die oog heeft voor de problemen nu, maar daarbij niet het revolutionaire doel uit het oog verliest."

Willem - "Zeg dan 'sodemieter op!' tegen de bestuurder."

Herre - "En dan, is het dan veranderd? Ons gaat het om de zelforganisatie, niet alleen later, maar vooral ook vandaag. De meeste activisten van de Anarchisten Groep Amsterdam richten zich daarom op de Internationale Arbeiders Associatie. Dit is de internationale van anarcho- en revolutionair-syndicalistische bonden in onder andere Spanje, Italië, Duitsland en Argentinië."

Pepijn - "Wij zijn in de vakbond actief, maar niet omdat we verwachten dat de vakbondsbureaucratie revolutionair zal worden. Maar je mag je niet afzonderen van een grote groep vakbondsleden die een cruciale rol zou kunnen spelen in de strijd tegen de neoliberale politiek. Uiteindelijk ligt daar het potentieel om in Nederland fundamentele veranderingen af te dwingen. Op het moment lijkt de greep van de vakbondsbureaucratie oppermachtig. Het lijkt of de hele FNV is ingepolderd. Tegelijkertijd zie je dat - juist door de medeplichtigheid aan de neoliberale politiek - de greep van de vakbeweging op de ontwikkelingen verslapt. Bij de NS braken wilde stakingen uit. Er ontstonden heel inspirerende vormen van zelforganisatie."

Willem - Ook het omgekeerde zie je gebeuren. Er zijn in de zorg en het onderwijs vanuit strijdsituaties nieuwe bonden ontstaan, maar na een paar jaar functioneren ze even bureaucratisch als hun vroegere bond. In Nederland blijven dat soort initiatieven heel beperkt. Je kan niet om de massavakbeweging heen. De onrust is er wel op concrete punten zoals de privatisering van de post, de uitverkoop van de kabeltelevisie en het openbaar vervoer. De rijkdom stapelt zich aan de ene kant op, terwijl aan de andere kant je niet eens je zieke moeder kunt laten opnemen. De vakbeweging werkt er zelf hard aan om de neoliberale globalisering voor te stellen als een natuurverschijnsel dat zich over ons stort. Het is de taak van politieke activisten daar doorheen te prikken. We moeten tegenwicht geven aan de bureaucratie. Pas als de strijd oplaait, gaan de mensen nadenken over de politieke verbanden. Je moet in de grote vakbonden actief blijven om er bij te zijn als die radicalisering plaatsvindt."

Frans Geraedts