nr. 108
juli 2002

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

FNV Bondgenoten - meer dan een financiële crisis

Hoe rood is de bond achter de cijfers?

Het houdt maar niet op. FNV Bondgenoten komt keer op keer in een kwaad daglicht te staan. Om precies te zijn: de werkorganisatie, het apparaat. Maar de doorwerking naar en de verantwoordelijkheid van de vereniging, de leden, liggen voor de hand. Nu lezen we weer over de loonsverhoging van 15 procent voor de leden van het hoofdbestuur en van 14 procent voor de managers. En dat bij vastgelopen onderhandelingen voor de werknemers van de bond over een structurele verhoging van 2,2 procent en het aangekondigd ontslag van tientallen. We weten dat het hier niet gaat om een graai uit de geldpot door het hoofdbestuur vlak voor het vertrek tijdens een al tijden durende financiële crisis met doorgaande forse bezuinigingen. Het is een slecht getimed gevolg van vier jaar geleden gemaakte afspraken over de functiewaardering. Maar opvallend is wel hoe gemakkelijk een dergelijk bericht dat soort associaties met het bedrijfsleven oproept. En dat niet alleen, de 'opwaardering' had ook geweigerd kunnen worden.

Wat er sinds de spetterende oprichting van FNV Bondgenoten als fusieresultaat van vier bonden in januari 1998 ook allemaal fout is gegaan, naar ons idee is de bond vastgelopen op het denken en handelen volgens de principes van markt en management. Zowel in de interne bedrijfsvoering als in het verenigingsbeleid en de ledenservice. Dat laatste kan waarschijnlijk niet beter geïllustreerd worden dan door een rapport van het informatie- en kenniscentrum (IKC) over de eerste vijf maanden van dit jaar. Getoond worden gedetailleerde grafieken over het sterk stijgend aantal telefoontjes, geslaagde contacten binnen tien seconden en doorverwijzing naar de tweede lijn waarmee het contact gemiddeld wat minder snel totstandkomt. Welke conclusie wordt daar dan uitgetrokken? " (...) dat het IKC in de komende periode moet gaan investeren in de kwaliteit en kwantiteit van de tweede lijn." Dat is niet bepaald een spectaculair onderzoeksresultaat, wel een voorbeeld van een technocratische, op zichzelf staande benadering van de individuele belangenbehartiging.

Zonder de betekenis van de financiële problemen en het goede werk van velen binnen de bond te onderschatten, vroegen wij ons af wat er achter de rode cijfers schuilging. We hebben deze vraag voorgelegd aan een paar bestuurders. Een viertal was in de gelegenheid en bereid daarop een antwoord te geven.

Redactie

Bond terug aan de leden

De crisis van FNV Bondgenoten lijkt veel op die van de (linkse) politiek. De vakbeweging is steeds minder in staat de gewone dingen, waarmee werknemers en uitkeringsgerechtigden dagelijks te maken hebben, te vertalen in een offensief arbeidsvoorwaardenbeleid en een beïnvloeding van het overheidsbeleid. In het kort een paar kenmerken van die crisis.

* Pas op het allerlaatste moment organiseerde het hoofdbestuur van FNV Bondgenoten ledenraadplegingen over het conceptadvies van de SER aangaande de WAO. In ongeveer tien vergaderingen werd dit advies vrijwel unaniem verworpen, omdat het de vrijheid van onderhandelen aan banden legt en nauwelijks nieuwe mogelijkheden biedt voor preventief beleid dat de instroom in de WAO terugdringt. Ook betwijfelden heel veel leden dat de politiek zou besluiten tot verhoging van de uitkeringen. En wat doet het hoofdbestuur? Het laat de lieve vrede in de vakcentrale FNV prevaleren boven een grote democratische meerderheid van de leden. Overigens raadpleegde FNV Bondgenoten als enige FNV-bond zijn leden.

* Als pleitbezorger voor de aanschaf van de JSF schaarde de bond zich achter de pro-Amerikaanse wapenlobby, zonder zich af te vragen of met al die (overheids)miljarden de Nederlandse industrie niet op een andere en betere manier kon worden ondersteund. Bijvoorbeeld met een Masterplan voor verbetering van het openbaar vervoer. De besluitvorming ten gunste van de JSF geschiedde in de volstrekte beslotenheid van het hoofdbestuur.

* Vorig jaar namen slechts driehonderd leden deel aan de vergaderingen over het algemeen arbeidsvoorwaardenbeleid. Een zeer verontrustend signaal, want het gaat hier over het 'primaire product' van de vakbeweging. Volgens mij blijven leden weg, omdat er niets te besluiten valt. Het beleid is voorgekookt en dichtgetimmerd. Voor het komend jaar is vooral de vorm veranderd en niet het besluitvormingsproces zelf. De vraag is aan de orde waarom leden weinig te zeggen hebben over de omvang van de loonruimte. En wat is in godsnaam het probleem als de inzet van de onderhandelingen een paar procenten hoger is dan het CPB verantwoord acht.

Gedrocht

Het overbruggen van de steeds groter wordende kloof tussen bond en leden/werknemers is het belangrijkste antwoord op de crisis binnen FNV Bondgenoten. De gekozen oplossingen - nieuw hoofdbestuur en wegwerken financieel probleem - bestrijden de symptomen. Hoe nodig en hoe snel de financiën ook op orde gebracht moeten worden, de bond teruggeven aan de leden blijft de kern van de crisisbestrijding.

De menselijke maat in onze organisatie is volledig zoek en de aangebrachte scheiding tussen individuele en collectieve belangenbehartiging is een onwerkbaar gedrocht. Eerste vereisten voor de korte termijn zijn: een verregaande decentralisatie van bevoegdheden en de koppeling van de twee vormen van belangenbehartiging. Eén van mijn collega's spreekt van een 'spirituele crisis'. Levert de bond alleen maar allerlei adviezen en producten op het terrein van arbeid en inkomen? Of neemt de bond ook de verantwoordelijkheid voor de verbetering van de maatschappij? Wat mij betreft beide.

Jan Berghuis
(landelijk bestuurder Metalektro)

Open en democratisch

De grootste vakbond van het land. Vertegenwoordigd in de kernsectoren van de economie: industrie, handel, financiële diensten, vervoer en distributie. Met de opdracht een democratische organisatie te bouwen, op basis van de kracht van de kaderleden in de bedrijven. Met een sterke eigen financiële positie om groei en toekomst te organiseren. Om invloed uit te oefenen in de samenleving. Als herkenbare progressieve belangenbehartiger.

Dat was de gedachte achter de nieuwe bond, FNV Bondgenoten, bij de totstandkoming van de fusie. Waar is het mis gegaan?

Organisatorisch onvermogen. De grip op de organisatie was er niet. Kerncijfers waren niet betrouwbaar. Streefcijfers bleken niet realistisch. Te laat realiseerde het hoofdbestuur zich dat professionele aansturing op landelijk en regionaal niveau noodzakelijk was. Collegiale verbondenheid en collectiviteit werden niet georganiseerd.

Beleidsmatige fouten. De loskoppeling van individuele belangenbehartiging en collectieve belangenbehartiging was een weeffout in de nieuwe organisatie. De verzelfstandiging in de geprofessionaliseerde, afstandelijke organisatie Ledenservice bleek een dure misser. De plaats van de kaderleden in de bondsorganisatie is niet uitgedacht en ontwikkeld. Voor veel kaderleden is FNV Bondgenoten niet 'hun' bond.

Maatschappelijke stilstand. De nieuwe grote vakbond is nog niet één keer de maatschappelijke strijd aangegaan met de werkgevers of de overheid over belangrijke maatschappelijke thema's. Visie en maatschappelijke ideeënontwikkeling ontbreken of krijgen geen kans tot ontwikkeling te komen.

Resultaat van dat alles is een inwaarts gerichte ontwikkeling, met te veel nadruk op de eigen interne problemen.

Maar nog steeds is FNV Bondgenoten de grootste en sterkste vertegenwoordiging van de arbeidende klasse in Nederland. Met dus in potentie een maatschappelijke, strijdbare beweging. Met gemotiveerde kaderleden en dito bezoldigden. Met sterke posities in tal van bedrijven en instellingen. Met voldoende macht om ontwikkelingen op bedrijfsniveau en bedrijfstakniveau te beïnvloeden.

Daar een efficiënte, open, naar buiten gerichte, democratische organisatie van smeden, is de opgave. Dat kan. Dat moet.

Dick de Graaf
(bestuurder Industrie)

Geduld, loyaliteit en solidariteit

Betrokkenheid bij de vereniging, bij het democratisch besluitvormingsproces, bij de ontwikkeling van visie, wensen en strategieën, moet georganiseerd worden. En naast een heleboel andere dingen is dit bij FNV Bondgenoten verdwenen.

Het hoofdbestuur heeft zich geconcentreerd op de toenemende individualisering bij de burgers en het gebrek aan geduld bij de leden. En deed dat onder meer met Financieel Advies, loopbaanspreekuur en FNV Klantenservice. Het imago 'rood en staken' moest plaatsmaken voor persoonlijke dienstverlening en service. Bestuurders werden gezien als uitvoerend personeel dat onderwerpen in de voorstellenbrieven voor de cao opnam, ook als de leden daar geen binding mee hadden, bijvoorbeeld employability.

De bondsraadsleden stemden in met deze koers. Ze hebben zich net zo verwijderd van de 'gewone leden' als het hoofdbestuur. Ze organiseren geen bijeenkomsten voor leden in de regio om belangrijke agendapunten voor te bereiden zoals bijvoorbeeld de bezuinigingsplannen.

Snelle hap

Als werkneemster en als bestuurster is voor mij het werk verslechterd.

* Als werkneemster heb ik last van de verminderde bestuurdersformatie (ook een zieke collega wordt niet vervangen). Kaderleden en leden passen hun eisen niet aan. De werkdruk is de laatste jaren toegenomen, evenals de werkweek. Nog steeds is 'ongelijk loon voor gelijk werk' praktijk! Vier jaar na de fusie zijn de arbeidsvoorwaarden nog niet geharmoniseerd en afgerekend. De cao en zelfs de prijscompensatie staan onder druk en de pensioenregeling is niet meer betaalbaar.

* Als bestuurster werk ik met en voor leden uit de sectoren streekvervoer en taxivervoer die geen enkele binding hebben met bondsraadsleden, noch enige betrokkenheid voelen bij de vereniging. Leden en kadergroepen stellen nu een probleem te hebben dat gisteren opgelost had moeten zijn. Liefst door die ander, de bestuurder. De reclame en de 'producten' die ontwikkeld zijn, roepen deze verwachting nog eens extra op.

Ik ervaar een gebrek aan geduld en merk dat steeds meer in werkgroepverband - één onderwerp, binnen een bepaalde tijd - vakbondswerk wordt aangeboden aan leden die 'iets' in de bond willen doen. Let wel: in de bond en niet voor de bond! Waarom zwoegen in een vereniging als jouw kwestie binnen enkele weken opgelost kan worden? Het gaat om snelle en directe resultaten, samenwerken met anderen is alleen maar vertragend. Te vergelijken met de trend van een snelle hap als je trek hebt en niet de tijd nemen om voor de hele familie te koken.

Debat terugbrengen

Kaderleden hebben nooit gevraagd om de fusie. Zij zijn op de oude voet doorgegaan, terwijl de spelregels veranderd werden door hun bondsraad. En dat roept weerstanden op. Ik word geacht de besluiten van de bondsraad uit te voeren en te zorgen voor een draagvlak bij de leden.

Leden en kaderleden lijken wel verwende kinderen. De bond noteert alle wensen, knikt gedwee en verzint geldverslindende projecten. Wie zegt nog tegen een buschauffeur dat stemmen op de VVD steun aan marktwerking in het openbaar vervoer is? En dat hij dan niet moet zeuren over de afbraak van zijn werkgelegenheid en de verslechteringen in zijn cao. Wie waagt nog een discussie over de vraag of een stem aan de LPF in strijd is met de beginselen van de bond? Waar waren de kaderleden toen de voorzitter in de pers met het verhaal kwam dat de bond achter de aanschaf van de JSF stond? Welk bondsraadslid zegt tegen kaderleden dat zijn bezuinigingsbesluit betekent dat er binnenkort minder bestuurders en minder secretaresses zijn?

Het debat binnen de bond is verdwenen en moet terugkomen, bijvoorbeeld via openbare ledenbijeenkomsten. Elkaar weer aanspreken op de gevolgen van onze standpunten en ons gedrag. De tijd opeisen om gerezen problemen aan te pakken. Geduld, loyaliteit en solidariteit spreken mij meer aan dan snel, zakelijk, efficiënt en succes.

Mieke Verhagen
(bestuurster Vervoer)

Geen rondje om de kerk

Sinds twee jaar ben ik bestuurder Personenvervoer in dienst van FNV Bondgenoten. Ik houd me onder andere bezig met de Nederlandse Spoorwegen, de touringcarbranche en de callcenters van Openbaar Vervoer Reizigersinformatie.

Al weer vijf jaar geleden werd besloten om vier bonden om te vormen tot één sterke bond: FNV Bondgenoten. Puur uit het oogpunt van efficiëntie was ik het zó eens met die keuze. Je zou kunnen investeren in die 'nieuwe sectoren' waar ze over de bond nog weinig gehoord hadden en in het uitkeringsgerechtigdenwerk zou je het niveau van 'kien- en klaverjasavonden' kunnen overstijgen, om maar twee belangen te noemen. Beide activiteiten zijn ingezet, maar nog lang niet geslaagd. Bovendien is er een fors financieel probleem ontstaan.

Brede spiegel

Nu ben ik niet direct het type dat fouten alleen maar in de schoenen wil schuiven van het hoofdbestuur en management van de bond. Dat zou de enorme verantwoordelijkheid voor het functioneren van de bond bij collega-bestuurders te veel weghalen. Vakbondsbestuurders hebben ooit gekozen voor 'niet zomaar een baan'. Ze krijgen daar behoorlijke arbeidsvoorwaarden voor terug. Dus mag je ook wat van ze verwachten.

Vakbondsbestuurders zijn geschoold en moeten met (kader)leden en niet leden om kunnen gaan. Ze moeten niet alleen afwachten wat er op hen afkomt, maar ook ideeën kunnen bedenken die leiden tot nieuw vakbondsbeleid. Ze moeten kunnen denken in doelen en daar ook resultaten bij durven te formuleren. De 'vakbondsmanager' in de regio of sector moet zorgen dat werknemers en werkgevers niet meer om hem of haar heen kunnen.

Het vakbondswerk moet naar mijn idee meer uit de sfeer van de 'goede bedoelingen' worden gehaald. Vakbondsbestuurders vinden over het algemeen controle op hun werk door collega's en hun leidinggevende lastig, terwijl ze door leden dagelijks worden afgerekend. Vakbondsbestuurders zijn ook goed in staat om zichzelf aan het werk te houden door onbewust onhandig te werken. In die brede spiegel moeten we durven kijken. Als we dat doen, dan zal het een stuk beter gaan met de bond. Ik heb natuurlijk ook niet de wijsheid in pacht en twijfel geregeld over de juiste aanpak. Maar als vakbondsbestuurder heb ik het liever over mijn eigen bondsbeleid in het kader van solidariteit, bestrijding van de verrechtsing in de samenleving en een goed niveau van belangenbehartiging voor leden en potentiële leden. Het persoonlijke is (vakbonds)politiek.

Roel Berghuis
(bestuurder Personenvervoer)