nr. 112 apr 2003 |
Solidariteit
Op 17 maart 2001 was er het NS-reizigerscollectiefEendagsvlieg bracht rimpeling in polderwaterHet grappige van een eendagsvlieg, ook wel haft genaamd, is dat hij, in tegenstelling tot wat je zou verwachten, al een jaar leeft voordat hij op één dag uitvliegt, zich suf neukt, eieren legt en sterft. Als larve brengt hij zijn eenjarige leven in diepe duisternis van stilstaand polderwater door, zich voedend met plantenafval en algen, alvorens zich in het volle leven van één dag te storten.Het korte leven van het NS-reizigerscollectief verliep precies in omgekeerde richting. Al direct na de geboorte op 17 maart 2001 kwam dit clubje in het volle licht van massale media-aandacht te staan. En die overdonderende belangstelling hield enkele maanden aan. Dat kwam goed uit, want het was precies de bedoeling om in de media een tegengeluid te laten horen tegen de campagne van reizigersorganisatie Rover, de Consumentenbond en autolobbyist ANWB die zich tegen acties van het NS-personeel richtten uit naam van de gedupeerde reizigers. Nederland te laten horen dat er ook nog andere reizigers zijn die zich wel kunnen inleven in de motieven van het personeel en verder kijken dan hun eigen reizigersneus lang is, dat was het doel van het NS-reizigerscollectief. Nadat er eind 2001 bij de NS een staakt-het-vuren was overeengekomen en de relatieve rust was ingetreden, verdween het reizigerscollectief uit beeld. De initiatiefnemer ruilde zijn freelance bestaan in voor een vast dienstverband bij een dagblad en andere actieve leden van het collectief schakelden - zeker na 11 september - over op acties tegen de nieuwe oorlog. Wat voorlopig resteert, is een waardevolle ervaring met een unieke actie. E-mail actieHet begon op het feest ter gelegenheid van nummer 100 van dit blad dat op 17 maart 2001 plaatsvond. Tijdens een gesprek met een machinist, die deel uitmaakte van het personeelscollectief Amsterdam, ontstond het idee om een collectief van reizigers op te richten. Dit idee werd vooral ingegeven door ergernis over de gangbare praktijk van de Nederlandse media om tijdens stakingen in het openbaar vervoer flink in te zoomen op gedupeerde en boze reizigers. En omdat de personeelscollectieven voortdurend in een kwaad daglicht werden gesteld, konden zij een steuntje in de rug van solidaire reizigers wel gebruiken. Nog dezelfde avond stuurde ondergetekende een e-mail rond aan lezers van Solidariteit, vrienden, familie en anderen om bekend te maken dat het NS-reizigerscollectief was opgericht. Binnen een paar dagen meldden zich 150 mensen als lid aan. Zij voelden zich kennelijk aangetrokken tot het standpunt dat de acties van het personeel ook in het belang waren van de reizigers, niet alleen gericht waren tegen de 'rondjes om de kerk', maar ook op de veiligheid van personeel en reizigers. Of zoals het in een persverklaring van 20 maart stond: "Omdat veilige, goede en betaalbare treinreizen ook in het belang zijn van alle treinreizigers, staan wij achter de acties en nemen daarbij overlast voor lief." Toen de personeelscollectieven voor 21 maart een staking uitriepen, kondigden de Consumentenbond, Rover en de ANWB een kort geding aan tegen het Zutphens Personeelscollectief.. Dat was het enige personeelscollectief dat een duidelijk gezicht had via machinist Dick van der Meulen die in die dagen optrad als woordvoerder van de personeelscollectieven. In het boek Verkeerd Spoor van Kees Wessels wordt beeldend beschreven hoe een deurwaarder in Zutphen moest rondzwerven om de dagvaarding aan Vermeulen te kunnen overhandigen. De consumentenorganisaties wilden de staking door de rechter laten verbieden, omdat de reizigers er ernstig door gedupeerd zouden worden. Het NS-reizigerscollectief was het "volstrekt oneens met het geweeklaag over de gevolgen van de acties door Rover, de Consumentenbond en de ANWB. Deze organisaties zijn met het kort geding dat zij vandaag aanspannen tegen het personeelscollectief in Zutphen volstrekt aan het verkeerde adres. In plaats van het NS-personeel aan te vallen, zouden zij beter de NS-directie kunnen aanklagen". VoegenGewapend met deze verklaring togen ondergetekende en advocaat Pim Fischer, onder andere bekend van zijn verdediging van de ontslagen Amsterdamse havenarbeiders, op 20 maart naar Zutphen om ons als belanghebbende partij te 'voegen' in het kort geding. Dat wil zeggen dat we ons als reizigersorganisatie in het kort geding mengden aan de kant van het Zutphens Personeelscollectief. De rechter wilde wel horen wat we te zeggen hadden (evenals het massaal toegestroomde NS-personeel), maar zag ons niet als een belanghebbende partij. Dit kort geding werd nog door de drie consumentenorganisaties gewonnen, want de rechter verbood de staking. Maar het bleek een klassieke Pyrrusoverwinning. Niet alleen de aanwezige conducteurs en machinisten reageerden enthousiast op de steun uit onverdachte hoek, ook de complete landelijke pers wilde er het zijne van weten. Door een klein golfje aan publiciteit op radio, tv en in de dagbladen stond het reizigerscollectief in één klap op de kaart en was het monopolie van de consumentenorganisaties met hun beperkte visie op de spoorwegen vanuit het beeld van de gedupeerde reizigers doorbroken. In de maanden daarna (en tot op de dag van vandaag) weten journalisten het reizigerscollectief te vinden, wanneer zij de mening van kritische reizigers willen horen. Dezelfde actievorm pasten we toe tijdens een volgend kort geding van de consumentenorganisaties tegen de VVMC en de NS-directie dat op zaterdag 30 maart plaatsvond. Het reizigerscollectief kwam nu zelfs met twee advocaten op de proppen, omdat advocaat Bob Ruers, toenmalig lid van de Eerste Kamer voor de SP, zich ook graag wilde mengen in het kort geding. De Utrechtse rechter verklaarde het reizigerscollectief op grond van de overlegde oprichtingsstatuten deze keer wel ontvankelijk, luisterde ook geïnteresseerd naar ons verhaal en besloot uiteindelijk de VVMC-staking voor de maandag erop toe te staan. SPDe Socialistische Partij was de enige politieke partij uit de Tweede Kamer die het NS-reizigerscollectief vanaf het begin steunde. Buitenparlementaire organisaties als de Internationale Socialisten, Socialistische Arbeiderspartij, Nieuwe Communistische Partij van Nederland en Eurodusnie, maar ook loslopende leden van PvdA en GroenLinks reageerden eveneens zeer enthousiast op ons tegengeluid. Veel SP-leden meldden zich spontaan aan als lid van het reizigerscollectief en deden actief mee met de verspreiding van pamfletten voor stations en in treinen. Dat werd nog eens extra gestimuleerd, toen op de SP-website een oproep verscheen om lid te worden van het reizigerscollectief. Onze actie sloot kennelijk goed aan bij de ideeën en activiteiten van de SP rondom de NS. Dat betekende echter niet dat alle activiteiten parallel liepen. Terwijl wij bijvoorbeeld pamfletten aan reizigers uitdeelden om hen op te roepen voor een demonstratie op 9 juni, deelden SP'ers eigen pamfletten uit, waarin het hoofd van directeur Huisinga werd geëist. Ook voor de demonstratie zelf riep de SP haar leden niet op. Ze wilde eerst kijken hoeveel mensen er op af zouden komen. Dat bleken er enkele honderden te zijn, waaronder SP'ers, maar vooral jonge en oude activisten die zich ook bij andere acties, zoals tegen de oorlog of de neoliberale globalisering laten zien. LeringOok al was het reizigerscollectief dan, achteraf bezien, misschien een eendagsvlieg, daarmee kun je het niet helemaal afdoen. Je kunt het ook, zoals sommige leden van het personeelscollectief Amsterdam deden, zien als een parasiet die lekker meesurfde op de golven die de personeelscollectieven veroorzaakten. Maar de vraag is wat de collectieven en bonden zelf tijdens het woelige jaar 2001 eigenlijk deden om de reiziger aan hun kant te krijgen, te houden en actief te mobiliseren om de NS-directie te dwingen een personeels- en reizigersvriendelijk beleid te voeren. Slechts mondjesmaat en heel laat kregen reizigers iets te horen van bonden en collectieven. Van vakbonden hoef je dat ook niet echt te verwachten omdat dat toch voor het grootste deel onderhandelingsmachines zijn. Maar dat ook de personeelscollectieven keer op keer niet bereid bleken samen met het reizigerscollectief te bekijken hoe de reiziger bij het conflict betrokken kon worden, was toch wel teleurstellend. Uit de activiteiten van het NS-reizigerscollectief vallen een paar dingen te leren. Op de eerste plaats blijkt het betrekkelijk eenvoudig te zijn via e-mail, en later via een website, een landelijke actie van de grond te tillen. Zo'n initiatief verspreidt zich razendsnel. Nadeel is de vluchtigheid ervan. Het is één ding om via een mailtje steun te betuigen aan een initiatief. Het is echter nog heel iets anders om actief het toegemailde pamflet te gaan vermenigvuldigen en verspreiden, laat staan op een ledenvergadering of een demonstratie te verschijnen. Het eenzijdige en al vrij lang bestaande beeld van de spoorwegstaking met bijbehorende boze en gedupeerde reizigers kon, in ieder geval tijdelijk, op vrij korte termijn worden doorbroken. Dat er ook solidaire reizigers waren, bleek voor veel NSers een verademing. En het is niet onmogelijk dat ook in het debat over verdere privatisering van de spoorwegen de door het reizigerscollectief naar voren gebrachte standpunten een rol(letje) hebben gespeeld. Voorlopig lijkt verdere privatisering van NS opgeschort, maar of het echt van de baan is, is de vraag. In politiek Den Haag is het niet meer zo'n populair thema, maar het beleid van NS zelf lijkt in stilte toch nog steeds die kant op te bewegen, al is het met inachtneming van een adempauze. NS is nog steeds opgesplitst in aparte bedrijven, de hoofdrichting lijkt nog steeds exploitatie van hogesnelheidslijnen, buitenlandse deelnames en onroerend goedactiviteiten. Tegen de nieuwe prijsverhoging van treinkaartjes zou eigenlijk veel harder actie gevoerd moeten worden, dan tot nu toe gebeurt. Een club als het NS-reizigerscollectief zou hier nuttig werk kunnen verrichten. De website, die nog steeds bestaat, zij het slapend, zou daarbij handig kunnen zijn. Of laten we het hier bij en sluiten we ons aan bij acties van anderen? Jeroen Zonneveld |