nr. 113
jun 2003

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Stekeltjes

Zenuwenwereld

Waar zijn we mee bezig? Het is toch niet meer bij te houden in dit land. En we zijn niet eens in oorlog. Zo ben je levend en zo ben je dood. En als het nou nog zin had, maar het is zinloos verbaal geweld dat de klok slaat. Gisterenmiddag nog, paniek in een vanwege de metrobouw omgeleide tram, dus in de hoofdstad die weer bijna helemaal openligt.
Ineens blèrt een nog jonge vrouw: "Ik heb sowieso al twee opvliegers per uur en m'n vervoerbiljet ben ik ook nog kwijt."
Daar wordt natuurlijk meteen - als voorbeeld van het lik op stuk beleid - op gereageerd met een hatelijk: "Hé, zus je komt net kijken. Waar is de sleutel om je nek?". En wat gebeurt? De vrouw in kwestie barst in tranen uit. Kijk, dat bedoel ik nou. Er is totaal geen medegevoel meer in het menselijk verkeer. De juiste chemie is verdwenen.

Neem de kosten voor het levensonderhoud. De gekte rond de prijscultuur. De verhoudingen zijn zoek. Een dagtripje met de touringcar naar de Brabanthallen kost tegenwoordig meer dan een vliegticket naar New York. Daar word je als mens toch gek van. Ik wil helemaal niet naar New York.
Daar komt dan ook nog eens de stress bij. Dat kan je zien aan die mobieltjes. Mensen voelen zich zo alleen dat ze altijd bereikbaar willen zijn. En dan die doodsangst waaronder de mensen in dit land moeten leven. Dat je bedolven wordt onder de knuffels. Hoewel, in de oudheid bestond er ook al doodsangst. Denk maar aan het antieke Rijk dat naar een winkelcentrum in Den Haag genoemd is. Of het toen zo lekker was voor de inwoners. Voordat Byzantium van de aardbodem verdween, waren de knapste koppen al bij elkaar geweest om te overleggen wat te doen bij een eventuele calamiteit, een recessie, ergo ineenstorting. Een voorbeeld van een klassiek rampendraaiboek.

De oude notabelen zaten dag en nacht bij elkaar en keken niet op een pendule meer of minder. Ze hadden geen tijd om naar buiten te komen en witte rook bestond nog niet. Maar eindelijk, op een goeie dag zoals men dat zegt, werd bekend gemaakt dat de consensus was bereikt. Ze waren er uit. Alle mogelijke rampen waren doorgenomen.
Uiteraard werd de inhoud van dat wekenlange, tot diep in de nacht durende, belangrijke beraad van de nieuwe uitverkorenen aan den volke gemeld. Het was een gedragen tekst die zo in de mond van de vorst kon. God zij gedankt en geprezen. De nar meldde dat het antwoord niet gevonden was, maar dat ze eensgezind waren over de vraag die de toekomst zal bepalen: 'hoeveel engelen kunnen er op de punt van een naald zitten?'.
En daarmee was de vrede weer weergekeerd. Althans indertijd. In die antieke wereld van toen. Byzantium.

Stekeltje