nr. 117 feb 2004 |
Solidariteit
RedactioneelNa 125 nummers zijn anderen aan zetRuim 21 jaar oud gaat Solidariteit zijn laatste fase in. Niet zonder slag of stoot, maar na 125 nummers is het in ieder geval met de papieren uitgave gedaan. Dit besluit is het resultaat van een discussie die de afgelopen jaren door de redactie en redactieraad gevoerd is, waar soms over geschreven en een enkele keer op een lezersconferentie over gesproken is. In de discussies die 21 jaar geleden tot de oprichting van Solidariteit hebben geleid, hadden we voor ogen de bestaande, kritische en soms oppositionele groepen vakbondsleden een discussiemiddel in handen te geven. Een bindmiddel, een strijdmiddel. Nooit was de gedachte dat Solidariteit die oppositie was of kon vormen, wel dat het kon bijdragen aan de ontplooiing en versterking van die oppositie. Aan onderlinge uitwisseling van ideeën en ervaringen bestond een grote behoefte, evenals aan gezamenlijke initiatieven in de bondsraad of andere bondsorganen. Waar mogelijk ontketenden de verschillende groepen gezamenlijke acties en steunden die van anderen. Ook internationaal en ook maatschappelijk, bijvoorbeeld de steun aan de Britse mijnwerkers en de voortgaande strijd tegen de kruisraketten. Gemeenschappelijk in al deze activiteiten was aan vakbondsbestuurders - en leden - proberen duidelijk te maken dat meedenken, meegaan en meebesturen wel de groene tafel en niet de strijdbaarheid dienen. In de loop van de jaren negentig voltrok zich een algemene, paarse depolitisering in Nederland en leek vakbondsstrijd een voltooid verleden. De FNV verspeelde haar vermogen een tegenmacht te zijn en verzeilde in de waan reële medemacht uit te kunnen oefenen. Een terugtocht op de terreinen van sociale zekerheid, volwaardig werk en emancipatie was het gevolg. Wat zich ter linkerzijde manifesteerde, binnen en buiten het parlement, kende de vakbeweging niet of deed er afstand van. De vakbondsvijver waarin Solidariteit - en verwante groepen - zich bewoog, werd ondieper en de ene na de andere vis trachtte op het droge te overleven. De vruchtbaarheid nam af, dook elders op en de jonge aanwas verkoos een andere vijver. Deze ontwikkelingen troffen ook de redactie en redactieraad. De gemiddelde leeftijd steeg, de loondienst werd veeleisender en de bondsrituelen verveelden meer en meer. Positieve aanpassingen werden gezocht en gevonden. Deze gaven nieuwe impulsen aan het blad - "Koers 21, breder dan de vakbeweging" - maar konden niet voorkomen dat voortdurend de discussie opvlamde over de verhouding tussen middel en doel. Het blad is immers geen doel op zich, hoeft niet koste wat kost in stand gehouden te worden, niemand is van de inkomsten afhankelijk en de drukker, opmaker en verzender verdienen aan Solidariteit een paar euro. Een middel dus, dat doel treft, dat wil zeggen een kritisch debat stuwt, mensen bindt en een strijdbare vakbeweging sterkt. Maar dat middel werd een kaars in sombere vakbondskelders. Solidariteit zou echter zijn geschiedenis verloochenen, wanneer we alles wat aan kennis en contacten in die 21 jaar is opgebouwd als een nachtkaars zouden laten uitgaan. Daarom staat er nog heel wat te gebeuren.
Redactie
|