nr. 117
feb 2004

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Buitenland - Nigerian Labour Congress

Organiseren, scholen, democratiseren

Aan het begin van het jaar 2004 staat Nigeria aan de vooravond van een algemene staking, de vierde sinds het einde van de militaire dictatuur in 1999. Net als de laatste twee keer is de verhoging van de olieprijs de directe aanleiding. De Nigerian Labour Congress (NLC) is de leidende kracht achter deze massa-acties. Deze federatie van 29 vakbonden wordt de laatste tijd in haar functioneren bedreigd door president Obasanjo, maar lijkt daar alleen maar populairder en strijdbaarder door te worden.

Al direct bij aankomst op het vliegveld, begin december vorig jaar, wordt het belang van de olie-industrie voor het inkomen van velen meteen duidelijk. Het is een komen en gaan van mannen op brommers die hun diensten als taxi aanbieden. Ook op de vele markten in Bauchi, een stadje in het noorden van het land, is de lucht zwaar van de uitlaatgassen uit de vele generatoren die worden gebruikt voor het aandrijven van naaimachines, radio's en andere apparaten. De prijsverhoging van benzine heeft desastreuze gevolgen voor vrijwel iedereen in Nigeria. Openbaar vervoer is er nauwelijks en alle goederen worden per vrachtwagen vervoerd. De levensmiddelen worden dan ook onmiddellijk duurder. De bevolking maakt dit soort stijgingen voor de vierde keer mee sinds Obasanjo de olie-industrie onderworpen heeft aan een project van deregulering. Onderdeel daarvan is de privatisering van de raffinaderijen.

Krachtig

De toch al moeizame verhoudingen tussen de NLC en de staat zijn verslechterd door een aantal bezuinigingsplannen dat tegen de zomer gerealiseerd moet zijn. Zoals het ontslag van 40 procent van het overheidspersoneel, de invoering van een nieuw pensioenstelsel en de intrekking van de vorig jaar overeengekomen loonsverhoging van 12,5 procent. Bovendien is president Obasanjo sinds eind november vorig jaar druk bezig met een wet die de kracht van de NLC zou moeten breken. Salihu Lukman, hoofd van de scholingsafdeling, verwacht echter dat het allemaal niet zo'n vaart zal lopen: "Obasanjo weet heel goed dat hij er niet in zal slagen de NLC te verbieden. Daarom probeert hij ons via een achterdeur aan te pakken door voorstellen te doen over de afschaffing van de automatische contributie-inning en de uitvaardiging van een stakingsverbod. De NLC is de grootste en sterkste kracht in Nigeria. Als wij een algemene staking uitroepen, zoals afgelopen juni, dan ligt het hele land plat."

Obasanjo beschuldigt de NLC er van een schaduwregering te vormen om de macht over te nemen. Lukman reageert met een brede lach. "Dat is onzin. Al zal ik niet ontkennen dat de NLC strijdt voor radicale en structurele veranderingen in Nigeria. Dat we niet meer leven onder een militaire dictatuur betekent niet dat we in een democratisch land leven."

Teer plantje

Sinds de onafhankelijkheid van Engeland werd Nigeria bijna non-stop geregeerd door militaire dictators. Eén jaar na de dood van de laatste in 1998 volgden verkiezingen die een groot deel van de Nigerianen hoopvol stemden. In eerste instantie niet eens zo zeer om de beloftes als wel vanwege de vrijheid te kunnen kiezen voor een winnaar die ook echt de meeste stemmen leek te hebben gehaald. De presidentsverkiezing van vorig jaar hing echter weer als vanouds van fraude aan elkaar, ondanks de ruim tienduizend waarnemers. De zittende president won met een overweldigende meerderheid in dorpen waar geen stemhokjes waren. Vrijwel alle sociale en maatschappelijke organisaties, waaronder de NLC, hebben er echter voor gekozen de uitslag niet te betwisten uit angst voor de zoveelste militaire coup.

Lukman die ik spreek op een kaderschool van de NLC, de Harmattan School - genoemd naar de woestijnwinden die tekenend zijn voor het winterseizoen: "De geschiedenis van Nigeria heeft uitgewezen dat de overgang van de ene naar de andere burgerlijke regering moeilijk is. Van 1960 tot en met 1998 hebben we maar twaalf jaar géén dictatuur gekend. Dat we de verkiezingsuitslag niet aanvechten, betekent niet dat wij er in vertrouwen. Wij hebben hoop op de democratie, maar die hebben wij leren kennen als een teer plantje dat gekoesterd en onderhouden moet worden."

Vrije ruimte

De Harmattan School is een onderdeel van het democratiseringsproces dat de vakbondsfederatie ondergaat. Sinds de oprichting van de NLC in 1978, uit een fusie van vier federaties die elkaar lange tijd bestreden, werd ze in 1988 onder curatele gesteld. Haar verzet tegen de Structural Adjustment Programmes van het Internationaal Monetair Fonds werd door de toenmalige dictator niet gewaardeerd. De leiding werd gevangen gezet en een nieuwe voorzitter aangewezen. In 1994 gebeurde dat opnieuw. Pas in 1999 kregen de aangesloten bonden en hun leden weer controle over de federatie. Lukman: "Leven onder een dictatuur en functioneren in een organisatie die onder curatele staat, heeft gevolgen voor de manier waarop je werkt, omgaat met elkaar en communiceert. Er was weinig openheid en de ledenbasis werd niet voldoende betrokken bij de organisatie. Het proces van democratisering - vooral door scholing, omdat we lange tijd waren afgesloten van de rest van Afrika en de wereld - verloopt langzaam maar is cruciaal. De scholingscursus die we nu voor de derde keer organiseren, geeft de NLC steeds meer erkenning bij de bonden. Zowel bij de leiding, die niet altijd zo progressief is, als bij de leden. Het is een vrije ruimte voor meningsvorming, discussie en scholing."

Kolonialisme

Aan de scholing van een week namen ongeveer 120 kaderleden uit alle bonden deel. Eén van de vijf werkgroepen was alleen toegankelijk voor vrouwen en specifiek gericht op hun positie in de samenleving, op het werk en in de bond. Bijna alle ruim dertig vrouwen kozen daar voor. Ook in de andere groepen kwamen de verhoudingen tussen mannen en vrouwen aan de orde. In de werkgroep die ik volgde, hoorden de mannen schuddebuikend van het lachen aan dat het best mogelijk was dat zij in plaats van hun vrouw het eten zouden klaarmaken.

Politieke economie was een ander thema dat in alle werkgroepen besproken werd. Ook hier was het uitgangspunt beginnen met wat mensen al weten, niet wat ze zouden moeten weten. Al pratende werd de werking van kapitalistische markten aan de kaak gesteld en de functie van arbeid daarin. Corruptie, de erfenis van het kolonialisme en globalisering waren terugkerende antwoorden op de vraag waarom in Nigeria, de grootste olieproducent op het Afrikaanse continent, tweederde van de bevolking van minder dan twee dollar per dag en bijna de helft van minder dan 1 dollar moeten zien rond te komen.

Onderaanneming

Afo, werkzaam bij Nupeng, de grootste vakbond in de olie-industrie, legde uit hoe die armoede ontwikkeld is. "Shell kwam in de jaren zestig in Nigeria, toen de olie ontdekt werd. In die begintijd was weinig aan te merken op de arbeidsomstandigheden. Mensen verdienden relatief goed en hadden behoorlijke secundaire voorwaarden. Halverwege de jaren tachtig verslechterde het echter dramatisch met de invoering van het systeem van de subcontracten. Het loon ging naar beneden, de ziektekostenverzekering verdween en de vakantiedagen vervielen. Ook verloor de vakbond van de ene op de andere dag zijn erkenning als vertegenwoordiger van deze 'losse' arbeiders, omdat Shell niet meer de formele werkgever was. Dat klopte, behalve dan dat Shell wel het hele aannameproces in handen heeft."
De bond Nupeng heeft vanaf het begin gewerkt aan de organisatie van de arbeiders bij de onderaannemers. En met succes. Na een paar jaar had de bond een sterke positie bij alle twintig. Shell reageerde met een verdere opsplitsing naar inmiddels achthonderd subcontractors die in totaal 21.000 mensen in dienst hebben. Afo: "Voor ons was het onmogelijk om deze honderden bedrijfjes te achterhalen, laat staan te organiseren. In 1992 dreigden we met een zesdaagse staking, omdat het overgrote deel van de arbeiders niet meer door ons vertegenwoordigd kon worden. Het conflict liep zo hoog op dat de overheid - we hadden toen nog een militaire dictatuur - zich ermee ging bemoeien. We konden een overeenkomst afsluiten, waarin het aantal subcontractors werd teruggedrongen en Nupeng erkend werd als bond voor alle arbeiders bij Shell. Helaas heeft deze situatie maar een jaar geduurd. In de nasleep van de presidentsverkiezingen van 1993 zat de leiding van onze bond vier jaar in de gevangenis, evenals de winnaar van de verkiezingen. De dictator stelde een marionettenbestuur aan en Shell maakte vier jaar lang gebruik van deze situatie door weer met meer subcontractors te gaan werken en de arbeidsomstandigheden te verslechteren."

Op het moment dat ik dit schrijf, is de staking nog niet definitief uitgeroepen. Vrijwel zeker zal de NLC opnieuw een belangrijke rol spelen en haar invloed uitbreiden. Afo vertelde trots dat de afgelopen jaren hard gewerkt is aan de organisatie van arbeiders en arbeidsters in de snel groeiende informele sector. "Als bijvoorbeeld de truckers, die de olie vervoeren hun vrachtwagen aan de kant van de weg zetten, zit het land in een paar dagen zonder olie. In 2002 en 2003 waren die truckers beslissend voor het succes van de staking."

Saskia Boumans
(werkzaam bij TIE Netherlands)

Zie voor meer informatie over Nigerian Labour Congress: www.nlcng.org

Nigerian Labour Congress (24 kb)

Nigerian Labour Congress (29 kb)

Nigerian Labour Congress (34 kb)