nr. 51 sep 1992 |
Solidariteit
Japan, wie stelt wat als voorbeeld?VS-bezettingsmacht als bondgenootKort na de Tweede Wereldoorlog vermoedt waarschijnlijk niemand dat Japan zal uitgroeien tot een ekonomiese grootmacht. De eerste jaren voert de amerikaanse bezettingsmacht zelfs een politiek van de industrialisatie om Japan als industriële konkurrent voorgoed uit te schakelen. Later worden ze bond genoten en schakelen de strijdbare arbeidersbeweging uit.Met de door de VS opgelegde liberale grondwet worden in 1946 de vakbonden gelegaliseerd. De wederopbouw van de ekonomie gaat gepaard met forse loonsverlagingen en vele ontslagen. Eigenaren en managers van fabrieken met grote voorraden weigeren vanwege de dalende prijzen te produceren en te investeren. Het antwoord van de arbeidersbeweging op deze aanval is dat zij de produktie onder arbeiderskontrole stelt. Ook waarde produktie niet daadwerkelijk wordt overgenomen, ontstaat een gespannen verhouding tussen arbeid en kapitaal. Het initiatief tot de overname van de kontrole over de produktie ligt veelal bij bedrijfskomitees die zich later regionaal en landelijk bundelen in de Sanbetsu. Deze sterk kommunisties georiënteerde federatie telt bij de oprichting ruim 1,6 miljoen leden. De VS grijpen inDe VS-bezettingsmacht die via de oude burokratiese strukturen werkt, verklaart de arbeiderskontrole illegaal en treedt herhaaldelijk streng op. De Sanbetsu, in één jaar uitgegroeid tot 5 miljoen leden, plant voor 1 februari 1947 een algemene staking. De VS zien daarin een bedreiging voor de door hen gevestigde orde en verbiedt de staking. Deze ingreep markeert de omslag in de aanvankelijk liberale houding van de VS tegenover de arbeidersbeweging. De kracht van de arbeidersbeweging in Europa, de vestiging van de Sovjet-kontrole in Oost-Europa en de intensivering van de Chinese revolutie brengen een kentering in de politiek van de VS. In de plaats van de verslagen fascistiese vijand treedt nu weer de 'oude' vijand - het kommunisme - naar voren. Met de invoering van de Truman-doktrine brengen de VS een drastiese wijziging in hun politiek aan, ook ten opzichte van Japan. In 1949 voeren de VS een soberheidspolitiek in, gericht op het herstel van enkele japanse, industriële sektoren. Deze sanering leidt tot massale ontslagen, verdere loonsverlagingen en een offensief tegen de krachtige arbeidersbeweging. De bonden ontwikkelen een tegenoffensief van akties en bezettingen. De VS antwoorden met een heksenjacht op de kommunisten, de "rode zuivering". Vanaf 1950 worden alle bekende kommunistiese vakbondsleiders ontslagen en akties gewelddadig de kop in gedrukt. De Sanbetsu krijgt hiermee een klap die ze niet meer te boven komt. Het recht om te managenMet het uitbreken van de koreaanse oorlog in 1950 krijgt de VS-repressie een vervolg. De kommunistiese partij wordt verboden, de vrijheid van pers en organisatie worden aan banden gelegd en de belangrijkste industriële sektoren - zoals de zware industrie, wapenindustrie, transport- en kommunikatiesystemen - komen onder militair bevel. Door de zo gevestigde arbeidsrust, krijgen de japanse ondernemers weer vrij spel. Ze worden de leveranciers van de koreaanse oorlog en herstellen hun macht over de werkvloer met de behaalde oorlogswinsten. Hiermee komt een einde aan de naoorlogse periode, waarin de arbeiders op basis van hun macht op de werkvloer een bedreiging vormden voor het voortbestaan van het kapitalisme in Japan. De ondernemers voeren het motto "herovering van het recht om te managen". De japanse industrie maakt een ongekende 'boom' door. Alleen al de militaire uitgaven van de VS bedragen 23 miljard dollar. BedrijfsbondenDe expansie van de industrie heeft tot gevolg dat jongeren massaal het platteland verlaten. Deze trek wordt nog eens versterkt door de mechanisatie van de landbouw. De jongeren zijn onbekend met de strijdmentaliteit die het oudere proletariaat zich na de tweede wereldoorlog heeft eigen gemaakt. De samenstelling van de arbeidersklasse ondergaat zo een snelle verandering. Op de werkvloer is de plaats van de kommunisten ingenomen door strijdbare socialisten uit de Demokratiseringsbond, Mindo. Onder andere uit deze Mindo wordt in 1951 de Sohyo opgericht. Aanvankelijk gesteund door de bezettingsmacht, radikaliseert de Sohyo snel. De ondernemers ervaren deze organisatie als een nieuwe bedreiging en openen de aanval met een "eiland-voor-eiland kampanje". Daarin wordt geen middel geschuwd om militante vakbondskernen uit te roeien. Stakingsbrekers krijgen een loonsverhoging aangeboden die het dubbele is van de eis waarvoor de bonden langdurig staken. Bij deze konfrontaties wordt ook de Yakuza, japanse maffia, ingezet. Door dit offensief en de enorme toevloed van jonge en onervaren arbeiders nemen de kracht en omvang van de Sohyo in de partikuliere sektor geleidelijk af. Vanaf 1955 beperkt de vakbondsstrijd zich steeds meer tot de jaarlijkse 'loonstrijdrondes' die geleidelijk aan kracht inboeten. Steeds sterker wreekt zich het gegeven dat de loononderhandelingen op bedrijfsnivo plaatsvinden. De bonden komen hierdoor, ondanks het landelijk karakter van het jaarlijkse 'lente-offensief', verzwakt te staan tegenover het gekoördineerde optreden van de ondernemers. Vanaf de zestiger jaren steunen de ondernemers daarbij steeds vaker op de Domei, een rechtse vakbondsfederatie die na elk konflikt van betekenis door de ondernemers wordt uitgenodigd om bedrijfsvakbonden op te richten. Deze worden al snel groter dan de bij de Sohyo aangesloten bonden. Waar dit niet gebeurt, ondergaat de Sohyo een verrechtsing. Met 'het recht om te managen' vergroten de ondernemers systematies hun greep op de werkvloer. Dekmantel van harmonieMet behulp van de VS-bezettingsmacht is het de ondernemers gelukt de naoorlogse strijdbaarheid van de japanse arbeidersbeweging sterk te verzwakken. Dit is een absolute voorwaarde geweest voor de snelle kapitaalakkumulatie die daarna heeft plaatsgevonden. Daarmee is de klassenstrijd natuurlijk niet verdwenen. Uit nieuwe konflikten ontstaan steeds weer strijdbare groepen. Maar het japanse kapitaal slaagt er nog steeds in het verzet te laten verdwijnen onder een dekmantel van harmonie. Bart Nijssen |