nr. 51
sep 1992

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

- STEKELTJES -

Zinkend goud

Het goud zakt. Dat heb ik gelezen. Het platina, waar gewoonlijk diademen van gemaakt worden, evenals het koper, dat gepoetst net namaakgoud is, zijn mee gevallen. Dat heeft te maken met stakingen in Zuid-Afrika en dumping door Rusland. Eerst stegen en daarna daalden de prijzen op de wereldmarkt. Met het goud gaat het dus niet zo best. Bijna alle landen hebben hun voorraad op de markt gegooid. De belgen het laatst. Op een Goudkongres heeft een man van de Rotschild-bank het nog gezegd: er is een door de nood gedwongen uitverkoop van goud aan de gang. Straks is het edele metaal niks meer waard.

Ik heb dus als de sodemieterij de doos met m'n scheidingspapieren opgezocht en m'n ouwe gouwe trouwring voor m'n rechterhand eruit gevist. Ik heb al genoeg strop geleden door m'n vorige en dus ontbonden huwelijk. Met de ring ben ik meteen naar de dichtstbijzijnde juwelierswinkel gestapt. De deur van de winkel was op slot, maar een briefje op de deur gaf aan dat klientèle gerust kon bellen. Een grote bullterriër verwelkomde me grommend aan de zijde van z'n baas, die niet bromde maar wel verstoord keek, toen ik mijn visite aan zijn winkel door de brievenbus uitlegde. Hij monsterde me argwanend, opende toen pas de deur en zei: "Kijk 's aan, nog meer goud op de mart." In z'n stem lag een besmuikte ondertoon. Hij haastte zich achter de toonbank, gaf de hond opdracht pal naast me te blijven.

De juwelier droeg een grijze stofjas waarvan één knoop ontbrak Het was een man die eerbied uitstraalde voor de grondstof die hij verwerkte. Geef mij maar goud, zal hij meermalen gedacht èn gezegd hebben. Het was ook te zien aan het interieur van zijn winkel. Met kleine hangslotjes - van koper uiteraard - toonden de vitrines de verschillende soorten byouterieën die van edelmetaal gemaakt worden: ringetjes, armbandjes, halskettingen.
"Uw vader zeker overleden hè?", vroeg hij en ik merkte dat hij moeite deed om het meewarig te laten klinken.
"Hoe weet u dat", zei ik.
"Ach mevrouwtje, het gebeurt zo vaak. Vader was rijk en ouderwets en als de kinderen dan de huiskluis openen, zien ze de baartjes goud liggen ... Waar heeft u ze?" Hij richtte z'n blik op mijn tas van Ikea.
Ik legde omstandig uit dat mijn vader arm was geweest tijdens z'n leven, dat hij vanuit die armoe z'n lichaam zelfs aan de wetenschap had moeten geven om zodoende de begrafenis uit te sparen.
"Zo zo, een man van de wetenschap dus ...", antwoordde hij een beetje sarkasties.
"Nou, nee ...", zei ik geschokt.
De juwelier keek me daarop peinzend aan, streek een grijze lok van z'n voorhoofd en zei toen bedachtzaam:
"Ach mevrouwtje, laat maar. U moet maar denken aan Lucas 9 vers 25, wat baat het de mens als hij goud vindt en schade lijdt aan zijnen ziel".
Daarna nam hij m'n trouwring zuchtend aan, gooide het dingetje onverschillig op een weegschaaltje en zei: "Net wat ik dacht, door het luiers wassen afgesleten, nog geen twee milligram, dat is dus drie gulden zestig." En hij liet er opvolgen of mevrouwtje het hele bedrag in één keer en in kontanten uitbetaald wilde hebben...
Ik was verstomd. Zo weinig? Ik wist toch zeker dat mijn ex-man er indertijd een heel weekloon voor had neergeteld. Op afbetaling, dat spreekt vanzelf. En ik wees verontwaardigd naar een heel dun ringetje in de vitrine waaraan een minuskuul klein prijskaartje aangaf wat de winkelwaarde was: honderdvijfenzeventig gulden!
De juwelier hief vertwijfeld z'n handen ten hemel: de klientèle van tegenwoordig wist niet hoe het zat met de grondstoffen, wist niet hoe het zat met de verwerking, had geen idee van het marktmechanisme, hoe duur 't personeel was - de hond gromde - en dacht maar dat alles bleef zoals het was.
Hij ontsloot de vitrine, nam het ringetje er zorgzaam uit, pakte het tussen duim en wijsvinger, draaide het om naar het licht, prees met zachte stem de schoonheid ervan en legde het tenslotte op een met paars fluweel bekleed plankje. "Is 't geen juweeltje?" Ik beaamde het. Het ragfijne ringetje was inderdaad heel mooi. "En mevrouwtje, wat belangrijk is, Dit is GEEN goud, maar zuiver doublé!" Hij had het triomfantelijk uitgesproken.
Toen hij me naar de deur begeleidde, gaf hij me een hand en zei nog dat zuiver doublé voor een mensje als ik toch niet te betalen was ... "Hou het maar ordinair op goud, bij Wehkamp hebben ze het wel 's in de aanbieding", suste hij met toegeknepen ogen. "En op afbetaling", riep hij me door de brievenbus nog na. De bullterriër gromde.

Ik zei het al: het goud zakt onrustbarend. Dat komt door die rotrussen en die stomme belgen ...

Stekelje