nr. 68 juli 1995 |
Solidariteit
RedaktioneelWervingZo'n driekwart van de nederlandse beroepsbevolking is niet georganiseerd in een vakbond. Het is dus zeer aannemelijk dat vakbondsleden sociale kontakten buiten de vakbeweging hebben. Als ze al niet druk aan het werven zijn, is er een goede kans dat ze de vraag voorgelegd krijgen waarom ze vakbondslid zijn. Niet uitgesloten is dat in die vraag twijfels verscholen gaan. 'Waarom ben je eigenlijk lid?', of 'waarom ben je nog steeds lid?'. Wat zeg je dan? Laten we geen grappen maken en beginnen over de aanbiedingen en koopjes. Als dat wervend werkt of tot ledenbehoud leidt, vooruit dan maar. Hulp bij belastingopgaven, ledenservice, bonnen verzilveren, juridiese bijstand, scholing? Goed. Wijzen op de belangrijke bijdrage van de vakbeweging aan de verbetering van de positie van werkne(e)m(st)ers? Ook goed. Dat die bijdrage nog steeds aktueel is en we zonder de vakbeweging helemaal in een a-sociale jungle zouden leven? Prima. De diskussie aangaan dat de vakbeweging de enige massa-organisatie is die een vuist kan maken tegen overheidenen en ondernemers? Uitstekend. Hoe juist deze en andere antwoorden ook mogen zijn, de praktijk leert dat helaas de wervende kracht ervan niet zo groot is. Daarbij gaan we er maar vanuit dat het niet door de geschenken komt die je krijgt als je 'de bond een lid kado doet'. Dat geringe sukses is merkwaardig, omdat onderzoek laat zien dat een ruime meerderheid van de beroepsbevolking van mening is dat werknemers een sterke vakbond nodig hebben en weinig mensen vinden dat de vakbeweging achterhaald is. Waar ligt het dan aan? Zijn die meningen vrijblijvend en wordt de stap naar de bond aan anderen overgelaten? Als dat zo is, is elk antwoord en elke diskussie vrijwel zinloos. Wat is het dan? Zoals altijd ligt de wijsheid in de praktijk. Die praktijk leert dat de meeste aantrekkingskracht van de vakbeweging te vinden is bij konkrete situaties in een bedrijf of instelling waar een bond herkenbaar en overtuigend optreedt en/of resultaten binnenhaalt. Resultaten die zonder bond zouden zijn uitgebleven. Dat geldt minstens zo sterk bij een konsekwente verdediging van de belangen van mensen die afgeschreven zijn door de heersers over de markt. Bij een dergelijke praktijk zal waarschijnlijk de vraag naar het 'waarom' niet eens gesteld worden. Maar ja, het probleem is dat zo'n praktijk zich veel te weinig voordoet. Of voorzichtiger gezegd, de nog-niet leden ervaren de vakbondspraktijk niet zo. Een voorbeeld. Voor hand liggend misschien, maar daarom niet minder sprekend. Iedereen in vakbondsland weet dat de positie van de Dienstenbond FNV bij de supermarkten uiterst zwak is. Iedereen weet ook dat bij verdwijning van de toeslagen voor werk in de avonduren en de weekeinden de weg vrij gemaakt wordt naar een 24-uurs ekonomie en dat de werkgevers met deze slag hun handen uitstrekken naar de andere sektoren. VNO/NCW laat daar geen geheim over bestaan. Had dan de Dienstenbond maar niks moeten doen? Of had de FNV alle bonden en leden moeten mobiliseren om op een heel herkenbare en overtuigende manier de Dienstenbond te steunen? Alleen al dag in dag uit door velen pamfletten verspreiden, had de krachtsverhoudingen kunnen wijzigen. Laat staan de oproep tot een boykot van die supermarkten die er alles aan deden met 'onderkruipers' de staking te breken. Het is niet gebeurd, dus 'bewijzen' kunnen we ons gelijk niet. Greenpeace kan dat wel. Redaktie |