nr. 69
sep 1995

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Werkdrukverhoging en arbeidstijdverkorting

Half Nederland vermoeid door de arbeid

Toegegeven, er is een heleboel ellende op de wereld. Tegenwoordig is dat gesneden koek in elke huiskamer. Toch is het merkwaardig dat de krantekop "Half Nederland vermoeid door de arbeid" zo weinig verontrusting heeft opgeroepen. Was het, omdat het zo vlak voor de vakantie in het nieuws kwam? Hoopte die vermoeide helft in de zomer te kunnen herstellen? Dacht die andere helft met de zon in het vooruitzicht er definitief van verschoond te blijven? Of wordt die chroniese vermoeidheid langzamerhand gezien als een onvermijdelijk kenmerk van het (arbeids)bestaan? Of wordt het tijd die verontrusting toch maar eens uit te spreken? En dan?

DE CIJFERS UIT onderzoek onder werkne(e)m(st)ers willen nog wel eens verschillen, maar de trend is eenduidig. De klachten over het hoge werktempo nemen sterk toe. Voor alle zekerheid hier de laagste cijfers. In 1980: 37 procent en 1993: 56 procent. Juist de periode die getekend wordt door grote onzekerheid over de werkgelegenheid, ingrijpende veranderingen in de arbeidsverhoudingen en nieuwe managementtechnieken waarvan het zogenaamde time-management een wezenlijk onderdeel is.
Een ander cijfer. Van de nederlandse beroepsbevolking zegt een kwart 'vaak moe' te zijn. Voor vrouwen in 'lagere funkties' en boven de 49 jaar is dat 45 procent (nerveus, gejaagd, depressief). Bij mannen in midden- en hogere funkties en tussen de 30 en 49 jaar gaat het om 15 procent. Deze mensen herstellen onvoldoende in de tijd dat ze niet bij hun baas zijn, beginnen vermoeid aan hun werkdag en voelen zich uitgeteld.
Een laatste cijfer. Van de arbeidsongeschikt verklaarden kreeg in 1967 een tiende als diagnose 'psychiese oorzaken' te horen, in 1995 is dat opgelopen tot een derde. Hoe vaag deze diagnose ook lijkt, ze duidt zonder meer op een problematiese reaktie van mensen op hun arbeidssituatie.

Tempokratie

Deze cijfers kunnen niet met een korreltje zout genomen worden. Zonder overdrijving kan worden gesproken van een aanslag op de gezondheid tijdens aktiviteiten die nodig zijn om te kunnen bestaan. Een volstrekt verknipte situatie: om te kunnen leven, raak je zo uitgeput datje aan leven niet meer toekomt. Was ooit de tijd een handzaam ordeningsmiddel waarmee mensen 'de omgeving' onder kontrole konden brengen, de tijd is inmiddels verworden tot een middel waarmee 'de omgeving' kontrole uitoefent op het menselijk bestaan. Een ommekeer van sturen naar gestuurd worden. Nog steeds beleven we onze mooiste momenten wanneer we de tijd vergeten, nu gaat het de kant op dat we zelfs daar geen tijd meer voor hebben. Deze omkering beperkt zich niet tot de arbeidstijd, maar is ook steeds meer van toepassing op de herstel- en rusttijd en de vrije tijd. Racend naar de camping, joggend met een pieper, telefonerend in de file. Tijd is een schaars goed geworden en moet van sekonde tot sekonde produktief worden gemaakt. Wout Buitelaar, hoogleraar Bedrijfsorganisatie en Arbeidsverhoudingen, noemt dat tempokratie.

Opgejaagd

We hebben het dus over werkdruk, opgejaagd worden, haastwerk, vandaag aan een klus beginnen die gisteren klaar had moeten zijn. Werk dat je letterlijk en/of figuurlijk mee naar huis neemt. Werk waarin de rustige momenten zijn weggesneden, waar elke tegenvaller, storing of onverwachte gebeurtenis bovenop de 'normale' taken komt. Werk op een afdeling of in een ploeg met een scherpe of te lage bezetting. Of op geïsoleerde plekken waar geen kollega iets kan overnemen. Werk op wisselende of onzekere tijden, werk waarin de scheiding tussen de tijd van de baas en de 'eigen tijd' verdwijnt. Werk dat van minuut tot minuut gekalkuleerd is, werk waarin de veiligheid ondergeschikt gemaakt wordt aan 'just-in-time'.
Mensen zijn zeer flexibel en kunnen al deze situaties, wanneer ze af en toe voorkomen, prima opvangen. Wordt uitzondering echter regel, dan is de rek eruit; mensen knappen af of zijn druk in de weer om dat te voorkomen. Het 'ziektebeeld' dat dan ontstaat, is al zo ingeburgerd dat er vele termen voor bestaan. Oververmoeid, overspannen, overwerkt, langdurige overbelasting, chroniese vermoeidheid, 'gestresst', 'burnout'. Tot op zekere hoogte duiden deze termen verschillende kanten van het probleem aan en verschillen ze ook in ernst. Maar uiteindelijk zijn ze allemaal terug te voeren op lichamelijke en vooral geestelijke reakties op een arbeidssituatie die gedurende langere tijd een te hoge werkdruk kent. Nogal afstandelijk kan die arbeidssituatie omschreven worden als 'een situatie waarin de werkne(e)m(st)er niet of met veel moeite in staat is binnen de beschikbare tijd te voldoen aan de in de arbeid gestelde taakeisen'. Een mond vol voor: er is permanent tijd te kort.

Organisatie van de arbeid

De vraag is nu of en hoe arbeidstijdverkorting een bijdrage kan leveren aan de terugdringing van deze ziekmakende werkdruk. In de eerste plaats kan vastgesteld worden dat een kleine, geleidelijke en geflexibiliseerde arbeidstijdverkorting veelal een werkdrukverhogende werking heeft.
Dat is met name het geval bij een geringe of ontbrekende herbezetting. Simpel gezegd: dezelfde hoeveelheid werk in minder tijd. Dat kan ook optreden in situaties waar arbeidstijdverkorting gepaard gaat met reorganisaties en/of vermindering van het aantal ontslagen. Deze ontwikkelingen leiden er nogal eens toe dat de verhoging van de werkdruk wordt toegeschreven aan de arbeidstijdverkorting als zodanig. Zo ligt die relatie echter niet. Ook wanneer de arbeidstijd niet verkort was, zouden er rationaliseringen met werkdrukverhoging zijn doorgevoerd.
In de tweede plaats zal, ook bij een geringe arbeidstijdverkorting, hoe dan ook de 'niet-werktijd' toenemen. Of dat tot meer vrije tijd leidt, is zeer de vraag. Zeker in kombinatie met de intensivering van de arbeid gaat die 'niet-werktijd' op aan de toegenomen behoefte aan hersteltijd. De konklusie moet dan ook zijn dat arbeidstijdverkorting en werkdrukverlaging twee verschillende vraagstukken zijn. Onder strenge voorwaarden kan verkorting van de arbeidstijd leiden tot een betere verwerking van de effekten van een hoge werkdruk. Maar uiteindelijk zal de werkdruk pas teruggedrongen worden door ingrepen in de organisatie van de arbeid. Zie daarvoor het artikel "Naar een 32-urige werkweek in 1996" van deze atv-krant.

Hans Boot