nr. 79
juni 1997

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Stekeltjes

Roze Hilly

"We rennen in dit land toch van het ene evenement naar het andere", zei de bovenbuurvrouw. We passeerden elkaar noodgedwongen op de overloop, zij wilde naar beneden, ik naar boven. Omdat m'n tas vol zat met voorverpakte bevroren materialen, had ik haast, maar ik vond het toch te onbeleefd haar opmerking niet te beantwoorden. Dus aan m'n "goededag mevrouw", voegde ik toe: "Nou je het zegt, ja."
Dat had ik niet moeten doen, want voor haar was dat liet sein ratelend te vertellen over ene Hilly van Bil. "En vond je dat roze manteltje niet echt snoezig?"
Toen pas schemerde het mij een ietsje.
"En weet je, het programma was helemaal voorgekookt, maar ik heb van m'n nicht gehoord dat Hilly eigenlijk ook nog een bezoekje aan Volendam had willen brengen om de tears van de Madonna te bekijken. Moet je je voorstellen, zeg."
"Ja, ja", mompelde ik nog.

Later in de tram hoorde ik hetzelfde. "Wat een trut zeg, dat roze gedoe", zei een meisje. "Een mooie kleur", antwoordde - waarschijnlijk - haar vriend. "Ja, ik zie me al lopen", hield het meisje vol.
Een grijze dame voor ons in een spijkerjack mengde zich in het gesprek. "Ik heb net zo'n jas in de kast hangen, al zeker twintig jaar, maar omdat het er eentje is van echt wol, kon ik het ding niet weggooien. Ik denk dat ik hem ook weer kan dragen ..."
"Moet u doen", schreeuwde het meisje "en anders kan u hem aan mij ..." Op dat ogenblik moest de tram een noodstop maken en werden we door de bestuurder gemaand de tram te verlaten. Een oefening voor de Eurotop, denk ik.

De groenteman op de markt was het ook opgevallen. Bij het afwegen van de broccoli merkte hij op dat de tolletjes van de dames in goede harmonie op elkaar waren afgestemd. "De één in het rood, de andere roze en de koningin in het geel".
"Maar die hoed ..., heb je die dan niet gezien?"
Hij bleef liet antwoord schuldig, want z'n buurman die fruit verkoopt, wierp op dat hem alleen de stok was bijgebleven.
"Kersenhout, dat zag je zo."
Eén van z'n klanten weersprak de konstatering. "Het leek mij een rotting." Maar de koopman in zuidvruchten, annex pindabar, van de overkant riep luid dat het beslist een notenhouten steunstok was geweest.
Een vrouw vroeg mij paniekerig of ik Claus nog gezien had. "Die arme man, ik kon hem niet ontdekken, was die schlemiel er wel bij, of hadden ze hem maar gewoon thuis gelaten. Weet u het?"
Ik wist het niet. Ik weet überhaupt niks. Mijn TV is ingestort en vertoont geen vaderlandse netten meer. Zodoende volg ik het wereldnieuws maar op de belg.
En die hadden naks, helemaal naks. Echt wat voor België.

Stekeltje

PS: Ik heb wel de hele verdere dag een vergeten en héél oud liedje geneuried "Go home, Yankee, Yankee, go home."