nr. 80 sep 1997 |
Solidariteit
Andere Europa - beoordeling EuromarsenNetwerk voor kritische bondsledenDe dag na de indrukwekkende demonstratie voor een Ander Europa treffen zo'n honderdvijftig vakbondsaktivisten uit alle delen van Europa elkaar in de amsterdamse Arena (de echte). Het doel van de ontmoeting is om te praten over hedendaagse vakbondsstrijd vanuit een internationaal en europees perspektief. De dag daarvoor ligt nog vers in ieders geheugen. Een ontslagen havenwerker uit Liverpool noemt het tijdens de diskussie een "demonstration of internationality". Hij voegt eraan toe trots en verheugd te zijn deel te hebben genomen aan dit toonbeeld van internationale solidariteit.INTERNATIONAAL IS het beeld die zondagmorgen bij de Arena zeker. De Denen en Noren zijn te herkennen aan hun badges 'Nee tegen Europa". Aktivisten uit andere landen zijn minder duidelijk te onderscheiden. Hoeveel nationaliteiten verzameld zijn, blijkt later. De vele talen van Europa staan een goede diskussie, waarbij naar elkaar geluisterd wordt en over en weer ervaringen worden uitgewisseld, niet in de weg. Zelfs het feit dat de bijeenkomst in een vakbondsvreemde ruimte plaatsvindt, is voor niemand een belemmering. De verbazing dat een bijeenkomst als deze in een voormalige kerk gehouden wordt, ebt snel weg. De verbondenheid met elkaar in de dagelijkse vakbondsstrijd zorgt ervoor dat iedere spreker in deze kerk zijn verhaal houdt voor eigen parochie. HavenvrouwenDe diskussie voor de pauze staat in het teken van het belang van internationale solidariteit in de strijd tegen de 'ontregeling' van de arbeid. De aanwezigen zijn het met elkaar eens dat deze solidariteit niet van bovenaf, maar van onderop georganiseerd moet worden. "De top van de bonden stuurt te weinig en daarom moeten we het zelf doen." Deze konklusie vanuit de zaal keert regelmatig terug in de voorbeelden van de forumleden. De meest praktiese uitwerking is dat al snel lijsten rondgaan om de gelegde kontakten in de toekomst te kunnen gebruiken. De eerste van het forum die het woord krijgt, is Chloe Morris die spreekt namens de vijfhonderd ontslagen dockers uit Liverpool. Zij legt uit dat het konflikt in de liverpoolse haven georkestreerd is door de bazen. De dockers hebben als laatste in Engeland hun vakbondsrechten weten te behouden en daar willen die bazen een einde aan maken. Steun van andere engelse havenwerkers is moeilijk te krijgen als gevolg van de anti-vakbondswetgeving en ook daarom is internationale steun gewenst. De strijd die gevoerd wordt, is klassiek. Het gaat om erkenning van de bonden, fatsoenlijke banen met fatsoenlijke lonen en pensioenrechten. De havenwerkers in Liverpool strijden voor hun banen en willen met opgeheven hoofd terug naar hun werk. Om dat te bereiken, wordt internationaal financiële en politieke steun gezocht. Chloe, één van de 'Women on the waterfront", heeft die steun daadwerkelijk ervaren tijdens de demonstratie en in de Arena. Halinka Augustin is lid van de rotterdamse vrouwéngroep "Havenvrouwen in opstand" die de vrouwen van havenwerkers organiseert. Het verhaal van de rotterdamse, en ook amsterdamse, strijd is niet veel anders dan dat van Liverpool. Niet alleen, omdat in beide gevallen vrouwen een belangrijke rol spelen in het organiseren van solidariteit. Maar ook, omdat het behoud en de kwaliteit van banen de inzet is. Halinka geeft aan dat de strijd veranderd is. Ging het eerder om betere betaling en arbeidsomstandigheden, nu wordt er geknokt voor reguliere werkgelegenheid in de havens. Zij benadrukt dat de havenwerkers in Rotterdam en Amsterdam samen en internationaal hun strijd moeten voeren. Dockers konferentieInternationale organisatie is ook het onderwerp geweest van de tweede Dockers Conference in Montreal waar havenwerkers uit meer dan twintig landen bijeenkwamen. Harry Kappelhof, als vertegenwoordiger van de amsterdamse havenwerkers in Montreal aanwezig, doet verslag van dit initiatief van de dockers van Liverpool. Ze wilden laten zien dat wat hen overkomt niet op zichzelf staat. Het uiteindelijke doel was de Internationale Transport Federatie (ITF) tot een solidair standpunt te dwingen over de ontwikkelingen in de havens, waar fusies een rol spelen en banen en arbeidsvoorwaarden afgebroken worden. Het probleem van de ITF is dat de daarbij aangesloten bonden als brave sociaal-demokraten nooit tegen de wet in willen gaan. Om die reden steunen ze de dockers van Liverpool niet. Daarin kan, volgens Harry, verandering gebracht worden via de uitwisseling van informatie aan de basis van die bonden. De betekenis daarvan werd in Montreal aangetoond, toen antwerpse havenwerkers een krant lieten zien waarin hun bazen klaagden over de grotere flexibiliteit in Amsterdam en hun amsterdamse kollegaas vertelden dat zij hetzelfde te horen kregen over Antwerpen. Internet, merkte Harry tot slot op, zou daarbij een mooi strijdmiddel zijn. K KonsumentismeDat het niet altijd makkelijk is solidariteit te organiseren, zelfs niet tussen verschillende bonden in één land, blijkt uit het verhaal van Freddy Ridderhaugen over stakingen bij het openbaar vervoer in Denemarken. Hij illustreert dat aan de hand van een staking tegen de privatisering van de busdiensten. De lokale bond steunde de staking, maar de overkoepelende organisatie van transportbonden was daartoe niet te bewegen. Eén van de (schaamteloze) tegenwerpingen van de federatie luidde: Andere chauffeurs worden slechter betaald dan die van de bussen, dus waarom zou er steun gegeven worden? Freddy geeft aan dat dit probleem aktivisten dwingt te blijven nadenken over de rol van de vakbeweging en hoe de heersende ideologie in de bonden aangepakt moet worden om de eigen 'wensen en dromen' te realiseren. Hij is van mening dat door de val van de muur een gat is geslagen in het bewustzijn van veel mensen, waarin het neoliberalisme, ook binnen de bonden, kan gedijen. Mensen zijn tegenwoordig meer geneigd te denken aan wat met geld te koop is en laten het daarbij. Wat betekent eigenlijk een zogenaamd veilige auto met airbag voor de voetganger die aangereden wordt? Door het konsumentisme, ook binnen de bonden, verdwijnt de maatschappelijke betekenis van de produkten en diensten. (De aanwezige nederlanders zag je denken aan de rijen aantrekkelijke aanbiedingen in hun bondsbladen.) DereguleringVoor de meeste aanwezigen is het waarschijnlijk één van de eerste keren dat ze zo'n internationale diskussie meemaken en voeren. De voertaal is engels. Dat lukt aardig. Een centraal thema is de afbraak van werkgelegenheid en werkzekerheid. Een spook van deregulering waart door Europa. In alle landen is sprake van een enorme groei van het losse en tijdelijke werk dat traditionele rechten op losse schroeven zet. Als de nationale bonden zich daar al tegen verzetten, zien ze het werk van land naar land schuiven. En internationaal is de vakbeweging vooral een aangelegenheid van de officiële vertegenwoordigers. Het belang van internationale kontakten tussen leden wordt van alle kanten benadrukt. Eén van de diskussianten vat veel van wat gezegd is samen: "Er is geen wetgeving, ook niet in de Europese Unie, die werkers verbiedt elkaar internationaal te steunen." 'Workers Union'Het is een zondag na een korte nacht, maar het tweede forum krijgt de voile aandacht. Weliswaar zijn de inleidingen wat uitgebreider en vergen de vertalingen meer tijd, de reis door de vakbeweging wordt niet minder internationaal en voert via Noorwegen, Griekenland en Oostenrijk zelfs naar Zuid-Korea. Terje Kollbotn vertelt over de aktiviteiten van de "Red Electoral Alliance", in Noorwegen opgericht in het kader van de beweging "Nee tegen Europa". Dat 'Nee' is, volgens Terje, alleen al noodzakelijk vanwege het feit dat de Europese Unie een 'capitalistic union' is en de 'workers union' de toekomst is voor Europa. Met een eigen vakbondstak doet deze alliantie echter meer dan alleen kampagne voeren tegen de noorse deelname aan de Europese Unie. In zijn woonplaats Odda, zo geeft Terje als voorbeeld, is een strategie gevoerd door de lokale bond om de werkloosheid in de bouw terug te dringen. Die werkloosheid was met name groot onder georganiseerden, omdat vooral de ongeorganiseerden door de bouwbedrijven werden aangenomen. In Odda is de lokale politiek door vakbondsakties gedwongen alleen nog georganiseerden in dienst te nemen voor gemeenschapswerken. Kort geleden is deze strategie door het nationaal kongres van de bond aanvaard. De sociaal-demokratiese regering heeft echter veel moeite met dit beleid. Het zou in strijd zijn met europese regelingen. Daarom, maar daarom niet alleen, pleit Terje er voor dat de bonden in heel Europa een offensief beleid nastreven. Daarna doet Terje een boekje open over Rio Tinto, een multinational met een fabriek in Odda. Dit koncern probeert systematies de bonden kapot te maken. In het verleden kon het goed overweg met Franco, daarna met het apartheidsregime in Zuid-Afrika en nu nog met Suharto. In Odda wordt gewerkt aan een internationaal netwerk tegen de praktijken van Rio Tinto. Terje pleit voor meer van deze netwerken cm ook andere multinationals internationaal aan te pakken. VervolgbijeenkomstNationale koalities tegen werkloosheid en het neoliberale Europa van Maastricht, en nu Amsterdam, ziet Aleikos uit Griekenland als een belangrijke voorwaarde voor de realisering van een Ander Europa. Aleikos werkt in een vakbond die zen koalitie opbouwt. De meeste andere bonden hebben daar moeite mee. Strijd, laat staan klassenstrijd, lijkt vergeten. Samenwerking aan de basis van die bonden komt gelukkig wel tot stand, ook met leden van onafhankelijke, strijdbare bonden. In Griekenland is de werkloosheid een alles overheersend probleem dat door de Europese Unie beslist niet wordt opgelost. Vanuit de zaal komt hierop de aanvulling dat juist door maatregelen van de Europese Unie het aandeel van de boerenbevolking in Griekenland omlaag moet van twintig naar vier procent. Dit zal naast nog meer werkloosheid tot ontwrichting van het 'platteland' leiden die vooral op de schouders van de vrouwen terecht zal komen. Karl Fischbacher, met de redaktie van Solidariteit één van de initiatiefnemers van deze bijeenkomst, licht toe hoe in Oostenrijk de organisatie van de Euromarsen heeft geleid tot nieuwe kontakten tussen en stimulansen voor kritiese vakbondsleden. Overigens, zonder enige steun van de bondsleiding. Karl sluit zich aan bij alle opmerkingen die gemaakt zijn over de noodzaak van direkte, internationale kontakten tussen vakbondsleden en vraagt zich af of een europees netwerk van kritiese vakbondsleden opgebouwd kan worden. Heo Young Koo is de laatste spreker. Kennen we in Europa een lange traditie van vakbondsrechten, in Zuid-Korea is pas in december 1996 een wet aangenomen die deze rechten, zij het in een beperkte vorm vastlegt. Tegelijkertijd zijn er andere wetten door het parlement gejaagd die de rechten van arbeiders beknotten en een verregaande, flexibele beschikbaarheid van arbeiders en arbeidsters inhouden. Dat daar massaal en heftig tegen is gestaakt, is na afloop van de bijeenkomst te zien in de film die Heo Young Koo heeft meegebracht (uit dank voor de uitnodiging krijgen de organisatoren de film kado die daarmee te leen is bij Solidariteit). In het afsluitende debat staat de mogelijkheid van een vervolgbijeenkomst centraal en daarmee het begin van een europees netwerk van kritiese vakbondsleden. De redaktie van Solidariteit blijkt bereid daarvoor de eerste voorbereidende stappen te willen zetten. Daar horen we dus nog van. De in de aanhef van dit artikel genoemde docker neemt het laatste woord: "To say yesterday was the greatest day of my life, is an understatement." Op de dag erna kan ook zeer tevreden teruggekeken worden. Maarten Hoogendam (FNV Dienstenbond) |