nr. 81
nov 1997

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Strijd in de havens en het geweten van de vakbeweging

Ze hebben groot gelijk

Het poldermodel klopt niet meer. Ontslagen passeren niet geruisloos of met angst en beven. Er is verzet en geen begrip. Mensen knokken voor hun baan. Verbazing klinkt door in de publieke reaktie. Spierkrachten denken, praten en handelen moedig. En wel zo overtuigend dat ze wel eens gelijk zouden kunnen hebben.

DE GEBEURTENISSEN IN en rond de amsterdamse en rotterdamse haven volgen eikaar snel op. Het dagelijks nieuws is verouderd. Konvenant over de doorstart van de Arbeidspool in Amsterdam? Steun van de gemeente? Fusie van de twee pools? En in Rotterdam mogen ze niet staken, de Vervoersbond FNV distantieert zich, en toch gebeurt het.

Op het moment dat wij dit schrijven, maandag 20 oktober, kopt de Volkskrant "Havenconflict in Amsterdam loopt hoog op". Twee dagen ervoor werd nog heel wat verwacht van een nieuw overleg na de suksesvolle bezetting van de Noordersluis in IJmuiden. Wij beperken ons dus maar tot de rode draad.

Uitzendformule

De herstrukturering van de nederlandse ekonomie en werkgelegenheid is uiteraard aan de havens niet voorbijgegaan. Ook de havenwerkers hebben al jarenlang te maken met mechanisering, automatisering, produktiviteitsverhoging, kostenverlaging en meer flexibele beschikbaarheid. Kortom, met minder mensen onder slechtere en meer onzekere arbeidsvoorwaarden meer werk verrichten. Het bijzondere van de havens is dat de reorganisaties niet begeleid worden door een machteloosheid van wie vroeger gewoon bootwerkers heetten. Daardoor is het tempo van de afbraak van de werkgelegenheid vertraagd en zijn er met veel financiële kunststukjes vertrekregelingen getroffen voor oudere havenwerkers (en oud ben je al snel in deze sektor). Voor die kunststukjes is geen geld meer en de omwenteling in de rest van de nederlandse werkgelegenheid kan geen uitzonderingen meer verdragen.

Maar de twee havens hebben nog een bijzonderheid. Zij beschikken al tientallen jaren over de formule waar de nederlandse ondernemers naar snakken. Helaas hebben de havenwerkers deze formule verkeerd geïnterpreteerd. Ze waren ooit hun tijd ver vooruit, maar nu zijn ze uit de tijd. De Arbeidspool biedt weliswaar uitzendarbeid, maar op een ongewenste manier. Want de 'poolers' vallen onder een normale CAO, met alles erop en eraan en krijgen dus hun volle loon betaald ais er geen werk is. Dat is één hinderpaal die de havenbaronnen, zoais ze vroeger heetten, willen opruimen.

Ontregeld werk

Een tweede hinderpaal is de omvang van de Arbeidspool en daarmee de omvang van de leegloop. Met die leegloop is het merkwaardig gesteld. Wil de Arbeidspool alert kunnen reageren op een wisselend werkaanbod, is een 'arbeidsreserve' nodig. Dat die reserve soms krap is, blijkt uit het overwerk. Dat er geen gebrek aan werk is, blijkt uit de inschakeling van mensen die niet tot de Arbeidspool behoren en niet onder de betreffende CAO vatten. Maar ondanks dat willen de havenondernemers, of ze dat allemaal zijn is onduidelijk, een kleinere pool. En dat niet alleen, de inzetbaarheid van die kleinere groep havenwerkers moet opgevoerd worden. Onregelmatige tijden bestaan dan niet meer.

Als deze twee palen weg zijn, resteren minder werk en mensen, meer ontregeld werk en lagere lonen. En dat is de bedoeling.

Een 32-urige werkweek

Maar laten we eens wat soepeler zijn. Stel dat het waar is dat de hoeveelheid werk voor de Arbeidspool afneemt. De meningen open hierover uiteen, in ieder geval op de iets langere termijn met at die plannen tot uitbreiding, maar vooruit. Dan is er een oplossing, namelijk de wekelijkse arbeidstijd terugbrengen tot 32 uur. En om fluktuaties op te vangen, kan die 32 uur een gemiddelde zijn, met bijvoorbeeld ais ondergrens 28 en ais bovengrens 36 uur. Deze logika heeft slechts één vijand en die kennen we zo langzamerhand wel, namelijk dat dit niet te betalen zou zijn. Want uiteraard moet deze (flexibele) arbeidstijdverkorting gepaard gaan met behoud van het volle loon. Die vijand komen we overigens niet alleen tegen in de havens en heiaas niet alleen bij de ondernemers. Een reden te meer om onze logika vast te houden. Tot deze vasthoudendheid worden we geïnspireerd door onze kollegaas in de havens. Steeds komen ze tot nieuwe initiatieven die ze onafhankelijk van de bondslijn nemen. Steun van bestuurders is welkom, maar dit bepaalt hun akties niet.

Wederopbouw

Duidelijk is dat er een doorbraak geforceerd moet worden op een nivo dat de havens overstijgt. De oplossing ligt niet in een verlichte variant van wat bijvoorbeeld de direkteur van de rotterdamse Arbeidspool, Schermer, in petto heeft. En die ook in Amsterdam cirkuleert. Namelijk meer flexibilisering bij een vierdaagse werkweek met een oproepbaarheid van zes dagen en een basissalaris dat 15 procent ander het huidige loon ligt. Waar het om gaat, is in de eerste plaats of het werk via de Arbeidspool onder een normale CAO blijft vallen. In de tweede plaats, of dat gebeurt met het huidige personeelsbestand. Een belangrijk bindmiddel daarvoor is het samengaan van de amsterdamse en rotterdamse 'poolers'. Het vandaag bekend geworden ontslag van de OR-voorzitter van de rotterdamse Arbeidspool moet voor de Vervoersbond FNV een reden zijn die eenheid tot smeden. Voor zelfs maar de geringste toenadering door de bondsleiding van Schermer bestaat geen enkele grond. Dat is niet alleen van belang voor alle havenwerkers, maar kan laten zien dat door strijd de sociale ontregeling gestopt kan worden. De financiering van deze wederopbouw ligt niet bij de havenwerkers, noch bij hun kollegaas in andere sektoren. Ondernemers en overheid die de regie voeren van de herstrukturering en daarmee hun financiering meer dan op orde hebben gebracht, zullen over de brug moeten komen.

Hoe dit gevecht ook afloopt, de havenarbeiders zijn op dit moment het geweten van de vakbeweging. Tegenover de verregaande meegaandheid van de nederlandse vakbeweging die past in de machteloosheid van het poldermodel, stellen zij een strijdbaar zelfvertrouwen. Het is ons heel wat waard wanneer er een einde komt aan het al of niet meewarig toekijken door de rest van de vakbeweging.

De Redaktie