nr. 86 sep 1998 |
Solidariteit
1998 Conference on Trade Unions, Homosexuality and WorkRecht op seksuele oriëntatie is mensenrechtVoorafgaande aan de Gay Games werd 29 tot en met 31 juli in Amsterdam een konferentie georganiseerd over de bijdrage van de vakbeweging aan de strijd voor gelijke rechten van homoseksuelen (mannen en vrouwen, 'gays' en 'lesbians'). Eén van de ruim 180 deelnemers uit meer dan dertig landen was Eliphaz Bagarukayo, 53 jaar en onbezoldigd bestuurder van de Bond van Openbare Diensten (ambtenaren) in Uganda. Ailko van der Veen en ik spraken met hem over Uganda en de positie van homoseksuelen, zijn bond en de konferentie.Eliphaz is meteoroloog en in zijn bond belast met scholing en vorming. Hij was de enige deelnemer aan de konferentie uit Uganda. Zijn komst naar Amsterdam was mogelijk gemaakt door het 'Outreach projekt' dat reis en verblijf (bij partikulieren) financierde voor mensen uit ontwikkelingslanden. Het landUganda, waarin het Victoriameer ligt, wordt ingeklemd door Tanzania, Rwanda, Congo, Sudan en Kenya. Het aantal inwoners wordt geschat op 21 miljoen. De landbouw (vooral koffie, daarna katoen en thee) zorgt voor 95 procent van de inkomsten uit de export en is voor 90 procent van de bevolking de belangrijkste bron van bestaan. Het Bruto Binnenlands Produkt per hoofd van de bevolking behoort tot de laagste in de wereld. De uitgaven voor het leger vormen 20 procent van het nationale budget. In de steden, hoofdstad Kampala, leeft minder dan 15 procent van de Ugandezen. Bijna de helft van de bevolking is jonger dan 15 jaar. Sinds 1962 is Uganda een onafhankelijke staat (vanaf 1894 formeel een brits protektoraat), de zeer gewelddadige diktatuur van Amin heerste van 1971 tot 1979. De in 1980 gekozen president Obote werd in 1985 verdreven door een militaire kliek die na een jaar aan de kant werd gezet door de Nationale Verzetsbeweging, onder leiding van de huidige, gekozen president Museveni. In 1995 is er een nieuwe grondwet vastgesteld en sindsdien kan gesproken worden van een 'demokratie zonder politieke partijen' met beperkte vrijheden van politieke organisatie en pers. Vanaf dat jaar zijn er de bekende bemoeienissen van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds die in alle sektoren een verhoging van de werkloosheid hebben gebracht. OnzichtbaarheidDe Bond van Openbare Diensten, waarin Eliphaz Bagarukayo aktief is, is sinds een jaar toegestaan, heeft 2.500 leden en maakt deel uit van een landelijke vakbondsfederatie met ongeveer 50.000 leden. Vakbondsleden wonen vooral in de steden. Het grootste probleem van de vakbeweging is het totaal gebrek aan (financiële) middelen. Eliphaz: "Eigenlijk is de groei van onze jonge bond snel gegaan. Maar de grote armoede van de bevolking maakt organisatie moeilijk. Velen zijn aangewezen op de informele ekonomie, er is een strukturele hongersnood, geld voor kontributie is er niet en dat geld hebben we nodig om de mensen te kunnen bereiken. We mogen nu leden werven, maar heel lang leefden we onder een volledige kontrole van de regering. Eén van onze belangrijkste taken van dit moment is te voorkomen dat de regering ingrijpt in onze nieuw verworven rechten. Daarvoor moeten we mensen kunnen opzoeken, bijeenkomsten houden en bijvoorbeeld een krant of blad uitbrengen." In tegenstelling tot afrikaanse landen als Angola en Zimbabwe is homoseksualiteit in Uganda niet bij wet verboden of onderwerp van een negatieve kampanje. Eliphaz: "Daar worden homoseksuelen door vooraanstaande polici als 'dieren' beschouwd en behandeld. In Uganda zijn homoseksuelen volstrekt onzichtbaar, ook binnen de vakbeweging. Er is dan ook geen organisatie of beweging, noch buiten noch binnen de bonden. Gedacht wordt dat homoseksualiteit niet bestaat, maar het bestaat! In de openbaarheid en op het werk is er echter totaal niets van te zien of te merken. Deze onzichtbaarheid is een gedwongen situatie, waaraan we binnen mijn bond aandacht willen geven. Ik ben naar deze konferentie gekomen om te horen van de ervaringen en de aktiviteiten in andere landen. Met name ben ik geïnteresseerd in de opzet van scholingsprogrammaas, waarmee de diskussie over homoseksualiteit op gang gebracht kan worden. Een eerste stap naar erkenning en openheid." Gelijke rechtenDe konferentie werd, wat de vakorganisaties betreft, georganiseerd door de onderwijsbonden van FNV en CNV, AbvaKabo, Horecabond FNV, Algemene Federatie Militair Personeel, Nederlandse Politiebond, de antwerpse afdeling van de ambtenarenbond van ABVV, de italiaanse federatie CGIL, de britse ambtenarenbond UNISON en Canadian Labour Congress. Steun werd verleend door FNV, CNV en de wereldfederatie van ambtenarenbonden. Naast de landen van deze bonden waren er deelnemers uit de Verenigde Staten van Amerika, Duitsland, Scandinavië, Brazilië, Chili, Ecuador, Nicaragua, Oceanië, India, Uganda, Zimbabwe en Zuid-Afrika. Geen vertegenwoordiging was er met name uit de landen in Midden- en Oost-Europa, Noord-Afrika, het Midden-Oosten en China. Mannen waren in de meerderheid. Het plan en de uitwerking van de konferentie werden ontwikkeld in de vakbondsgroepen van de International Lesbian and Gay Association. Eliphaz: "De aanwezigheid van mensen uit een groot deel van de wereld maakte op mij diepe indruk. Stimulerend en leerzaam waren de ontmoetingen met broeders en zusters uit landen waar de emancipatie van homoseksuelen een eind op weg is. De kontakten met vakbondsleden uit landen waar een min of meer vergelijkbare situatie als in Uganda bestaat - ontkenning, onzichtbaarheid, onderdukking - hebben mij gesterkt in de gedachte dat rechten van homoseksuelen in de eerste plaats mensenrechten zijn." Wet als aangrijpingspuntDe belangrijkste doelen van deze eerste internationale konferentie van homoseksuele vakbondsleden waren: · het bewustzijn bevorderen van de problemen en ongelijke behandeling waarmee mensen in hun werk te maken krijgen vanwege hun seksuele oriëntatie, · de aandacht vestigen van homoseksuele vakbondsleden op de mogelijkheden waarover vakbonden beschikken in de strijd tegen diskriminatie en voor realisering van gelijke behandeling, · de vorming van netwerken van homoseksuelen in vakbonden en de uitbreiding daarvan naar de beweging van homo-, bi- en transseksuelen, · de stimulering van de internationale vakbeweging om de vraagstukken rond homoseksualiteit op te vatten als vakbonds- en mensenrechten-vraagstukken. Aan deze doelen werd gewerkt in meer dan 25 workshops. Over ontwikkelingen in sektoren (van leger tot industrie), in landen (van Brazilië tot Oceanië) en vakbondsstrategieën (van cao's tot samenwerking met emancipatiebewegingen). Daarnaast waren er plenaire bijeenkomten over algemene ontwikkelingen in de verschillende kontinenten. In het algemeen was de beoordeling van de rol van de vakbeweging tweeslachtig. Aan de ene kant werd zij beschouwd als de natuurlijke bondgenoot in de strijd tegen diskriminatie en voor gelijke rechten. Aan de andere kant werd vastgesteld dat zij niet bepaald de meest 'vriendelijke' omgeving is voor homoseksuelen, die mede daarom niet vaak aktief zijn in de vakbeweging. Eigen organisatievormen van homoseksuelen, zoals in een aantal nederlandse bonden, komen dan ook zelden voor. Eliphaz: "Als strategies koncept binnen de vakbeweging kan ik deze zelfstandige organisatie goed volgen, maar in Uganda en vele andere landen zijn we daar nog lang niet aan toe. Als er al geen openlijke onderdrukking plaatsvindt, hebben we eerst te maken met de zichtbaarheid. Dat geldt ook voor de bonden intern. Parallel daaraan is de eerste opdracht van de vakbeweging de strijd aan te gaan voor wetgeving die alle diskriminatie verbiedt. Maar ook dan is bijvoorbeeld de akseptatie in de samenleving en in het bijzonder op de arbeidsplaats nog geen feit. Ik heb dat begrepen uit de plenaire bijeenkomst waarin het Verdrag van Amsterdam van de Europese Unie werd toegelicht. In dat verdrag is opgenomen dat diskriminatie bestreden moet worden. Ik zal het voorlezen: 'op basis van sekse, ras of etniese afkomst, religie of geloof, handicap, leeftijd en seksuele oriëntatie' als laatste. Wetten of regelgeving zijn belangrijk, maar ze vormen meer een aangrijpingspunt dan een garantie." Openbare dienstenOpvallend bij de organiserende bonden en de samenstelling van de groep deelnemers is de sterke vertegenwoordiging en betrokkenheid van bonden in de 'openbare diensten'. Eliphaz: "Hierover is ook in de wandelgangen van de konferentie gesproken. Als een verklaring hoorde ik dat met name in West-Europa een aantal openbare sektoren, zoals onderwijs en gezondheidszorg, een meer liberaal klimaat kent dan andere sektoren. Bovendien werd verondersteld dat wetgeving gericht op gelijke rechten in overheidssektoren eerder in praktijk wordt gebracht. Ik was overigens zeer verbaasd toen mij verteld werd dat in enkele landen, waaronder Nederland, bij het leger en de politie groepen homoseksuelen in hun bonden openlijk aktief zijn. Dat is in Uganda volstrekt ondenkbaar. Ook in mijn land zie ik voor de ambtenarenbond de eerste kansen liggen om de diskussie van de grond te krijgen. Ik zal dat verwerken in het verslag aan mijn kollega-bestuursleden. Uit de konferentie heb ik opgepikt dat in het algemeen op de arbeidsplaats in de industriële sektoren homoseksualiteit bepaald niet geaksepteerd is, ook als er sprake is van een progressieve wetgeving." Eén komputerUit de workshops en andere bijeenkomsten zijn allerlei aanbevelingen gekomen die voor een belangrijk deel terugkomen in het slotdokument van de konferentie. De vakbeweging wordt daarin gezien als een belangrijke, zo niet de belangrijkste, promotor van de strijd tegen diskriminatie en voor emancipatie. Tegen seksuele intimidatie, tegen wettelijke beperkingen, tegen het ontbreken van sociale bescherming en tegen sociale vooroordelen. Voor gelijke rechten en behandeling, voor de erkenning van homoseksualteit en andere seksuele oriëntaties en voor een arbeidsklimaat dat elk individu respekteert. Zo'n klimaat bevordert niet alleen de zichtbaarheid van homoseksuelen, maar draagt bij aan een algemene humanisering van de arbeid. Kern van het slotdokument is de konklusie dat strijd voor de rechten van homo-, bi- en transseksuele werknemers deel uitmaakt van de strijd voor de rechten van de werknemers in het algemeen. Bovendien wordt een nadrukkelijk beroep gedaan op de verschillende internationale vakorganisaties bij alle gelegenheden, in alle instituties en bij alle nationale vakcentrales aan te dringen op uitbanning van elke vorm van diskriminatie. Ephilaz: "Ik sta geheel achter dit slotdokument en zal het rapporteren in mijn bond. Tegelijkertijd weet ik dat de sociaal-ekonomiese en politieke problemen in Uganda zo groot zijn dat het risiko bestaat dat de aanbevelingen verdrinken in deze enorme vraagstukken. Als ik heel nuchter ben, moet ik opnieuw vaststellen dat het ons, als bond, aan alle faciliteiten ontbreekt. Op de konferentie heb ik bijvoorbeeld rijen komputers zien staan; hadden wij er maar één." Hans Boot Elke vorm van financiële steun is bij de Civil Service Union in Uganda zeer welkom: Uganda Commercial, P.O. Box 9035, Kampala, Uganda, Bank-account: 14804. |