nr. 89
maart 1999

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

De Europese Unie - geen breuk met neoliberaisme

Radeloos rood

De internationale sociaal-democratie blijkt de gespannen verwachtingen niet waar te kunnen maken. Hun Europees verkiezingsmanifest is niet meer dan een waslijst van goede bedoelingen. En met democratische hervormingen in Europa willen de kameraden sowieso niets te maken hebben.

Na jaren van oppositie, hebben de sociaal-democratische partijen het eindelijk weer voor het zeggen. Toen afgelopen september een rood-groene meerderheid de regering van Duitsland overnam, was de sociaal-democratische machtsovername voltooid. Europa werd rood. De kille jaren van het neoliberalisme leken verleden tijd. Europa nam nieuw politiek personeel in dienst. Blair, Jospin, d'Alema en Schröder gingen het maken. Alle grote landen, op Spanje na, worden door sociaal-democraten geregeerd.

Paniek

Een bescheiden enthousiasme werd voelbaar. Eindelijk was de weg vrij voor een socialer gezicht van Europa, voor een gemeenschappelijk werkgelegenheidsbeleid, voor democratische hervormingen en voor de terugkeer van politieke controle over markt en technocratie.

Een half jaar later is van dat enthousiasme weinig over. De Europese top van Wenen, medio december, de eerste van het sociaal-democratische tijdperk, is op een grote mislukking uitgelopen. De heren hebben niet meer afgesproken dan de agenda voor de volgende top in Keulen. De rest was de inmiddels bekende 'public relations' van de eensgezind grijnzende regeringsleiders.

De eigenlijke testcase voor de nieuwe meerderheid in Europa vond enkele dagen later in het Europees Parlement plaats. Voor het eerst hebben de Euro-parlementariërs de Commissie een schot voor de boeg gegeven door de kwijting van de begroting van 1996 niet te verlenen. (Kwijting: de procedure, waarmee het parlement de begroting achteraf controleert en goed- of afkeurt.)

Door onregelmatigheden, snoep-contracten voor vrienden en familie waren uit de Europese kas miljoenen euro's verdwenen en de beheerders van de Commissie vonden het helemaal niet erg. Jacques Santer, de voorzitter van de Commissie raakte in paniek. Gehaast stuurde hij een briefje aan de fractievoorzitters: 'of jullie verlenen de kwijting of wij willen dat jullie een motie van wantrouwen in stemming brengen'.

Europa's gemoedelijke grootvader, in tegenstelling tot zijn voorganger Jacques Delors geen groot politiek licht, kreeg last van zijn zenuwen. Gegeven de verpletterende socialistische meerderheid in de Raad, was de Luxemburgse christendemocraat zich ervan bewust dat er voor hem geen tweede ambtstermijn inzat. Wel redding uit een grote nood. Daartoe was de Raad bereid en fractie-voorzitster Pauline Green kreeg de opdracht Jacques Santer en collega's te hulp te schieten. De Britse socialiste diende de gewenste motie van wantrouwen in. Natuurlijk om deze te verwerpen en daarmee indirect het vertrouwen in de Commissie uit te spreken.

Nekslag parlementarisme

Op 14 januari 1999 trok Pauline Green haar motie van wantrouwen in. Volgens haar had de Commissie alles in het werk gesteld om de strijd tegen het misbruik van Europees belastinggeld aan te gaan. Maar Pauline Green onderschatte het parlement. Uit voorzorg had de Franse afgevaardigde Fabre-Aubrespy een eigen motie van wantrouwen ingediend. Voor deze motie stemden uiteindelijk 232 parlementariërs, 293 waren tegen, 27 hadden geen mening.

De nerveuze blos van Jacques Santer sprak boekdelen. Op het nippertje is hij de ultieme vernedering, het eerste impeachment in de geschiedenis van de Europese integratie, ontlopen. De gedurfde hulpactie van de Europese socialisten is weliswaar geslaagd, maar niet zonder de machtsverhoudingen duurzaam te veranderen. "The Commission's bloody nose" kopte de Engelse Financial Times, "niets zal meer wezen zoals het was", schreef het Franse Liberation.

Het automatisme waarmee Euro-parlementariërs de opdrachten van hun partijbazen uitvoeren, is sinds 14 januari verzwakt. 232 Afgevaardigden hebben de geur van de macht geproefd en de nederlaag als een overwinning gevierd. Daarom moest Pauline Green nog op de zelfde dag haar broze overwinning veiligstellen door het Parlement de kans te ontnemen nog een keer toe te slaan. Met het uitzoeken van alle fraude-gevallen en ongeregeldheden werd niet de 'parlementaire commissie van budget-controle' belast, maar een groep van onafhankelijke, gezamenlijk door parlement en Commissie benoemde experts: de 'Raad der Wijzen'.

Het eerste wapenfeit van de Europese socialisten is dus een zware slag voor de Europese democratie. Het machtsbehoud was belangrijker dan een geëmancipeerd parlement. Door het parlement buiten spel te zetten, hebben de socialisten een historische kans laten schieten de Commissie ter verantwoording te roepen en tot een ordentelijke administratie te dwingen. De uitzonderlijke politieke kans om de overweldigende meerderheid in de Raad voor het herstel van de democratie in Europa te benutten, is verspeeld.

Geen woorden, maar daden

Bij de stemming van 14 januari stond veel meer op het spel dan het overleven van de Commissie, die aan het eind van het jaar sowieso een nieuwe samenstelling krijgt. Het grootste probleem in Europa is de technocratie, het vervangen van democratisch gelegitimeerde instanties door oncontroleerbare. Het feit dat de Commissie miljoenen kon verliezen door frauderende ambtenaren en ingehuurde dienstverleners, maakt duidelijk dat het parlement ondanks meer bevoegdheden nog steeds geen greep heeft gekregen op het uitdijende apparaat.

Hoe gevaarlijk deze toestand is, heeft de BSE-affaire halverwege de jaren negentig duidelijk gemaakt. Frauderende commissarissen, zoals Edith Cresson en Manuel Marin, vormen louter het topje van de ijsberg.

Officieel moest de Commissie blijven zitten, omdat de Europese Unie haar in deze cruciale periode niet kon missen. De hervorming van de EU-uitgaven, de Agenda 2000 en de institutionele voorbereiding op de komst van de nieuwe leden door de Club van vijftien maakten een crisis onwenselijk. Bovendien is Gerhard Schröder net bezig een Europees Pact voor werkgelegenheid uit te werken, dat op de top van Keulen gepresenteerd zal worden.

De sociaal-democratische euforie lijkt inmiddels vervlogen. Tenminste als we kijken naar de moeizame start van rood-groen in Duitsland, de keiharde ruzie tussen Duitsland en Frankrijk over de landbouwsubsidies en de nog steeds vrijblijvende houding van het Verenigd Koningrijk tegenover verdere integratie. Overduidelijk wordt dat de kameraden ook niet eensgezinder zijn dan hun conservatieve voorgangers. Het gemeenschappelijke verkiezingsprogramma voor de Euro-verkiezingen in juni is een verzameling van vrijblijvende algemeenheden en goede bedoelingen. Iedere aanwijzing over hoe het allemaal gedaan moet worden ontbreekt.

Het hoofdstuk werkgelegenheid is niets, maar dan ook niets, duidelijker. Arbeidstijdverkorting kan een maatregel zijn, volgens het manifest, evenals de ondersteuning van startende ondernemers.

Langzaam maar zeker krijgen de heren socialisten een imago-probleem. PR alleen kan op den duur beleid niet vervangen. En grijnzende staatshoofden alleen zullen het vertrouwen in Europa niet doen herwinnen.

Barbara Hoheneder
(persoonlijk medewerkster Europees parlement)