nr. 91
juli 1999

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Stekeltjes

Mijn pc blijft op zwart

Stekel heeft de daad bij het woord gevoegd. Ze heeft een 'sabbatkwartaal' genomen. Eerst dachten we dat het een geintje was, je weet 't bij haar nooit, maar ze heeft haar werk plat gelegd. "Eigenlijk kan ik het alleen maar over die Kosovo-oorlog hebben, m'n kop zit er vol mee, ik sta ermee op en ga ermee naar bed, en kan daar niks 'stekeligs' van maken. Die oorlog valt niet te relativeren en van cynisme moet ik niks hebben. M'n buurvrouw zei nog: 'mens schrijf die ellende toch van je af, maak van je hart geen moordkuil'. Precies, dacht ik, een moordkuil. Ik heb 't even gehad. En nu helemaal. Die acht mannen van de G7-plus hebben zich verzoend. Maar waarmee eigenlijk? Ik krijg er een Irene-gevoel van en wil met m'n plantjes op het balkon praten. Schrijf jij maar een stukkie. Het scherm van mijn pc blijft op zwart."

We zaten aan de grote tafel en Stekel gaf me een cappucino in een glimmend metalen kopje. "Ik heb tegenwoordig m'n coffeeshop thuis. Zal Patijn wel bedacht hebben, die wil minder coffeeshops en minder overlast. Dat lukt kennelijk zo goed dat ze de IJ-tunnel voor een tijdje dichtgegooid hebben. Spreiding van overlast, heet dat. De hele stad zit dicht. Daarom moesten die Amsterdammertjes weg, kunnen de auto's over de stoep. Weet je dat ze in Amsterdam-Noord van niks wisten? Een ambtenaar van het stadsdeelkantoor heeft 't onder de pet gehouden. Hij had wel een vertrouwelijk mailtje gezien en dacht 'laat ik niks zeggen, dan werkt dat spreidingsbeleid vanzelf'. Dat had nou een mooi klusje voor Sorgdrager geweest, konden er eindelijk koppen rollen."

"Moet jij geen koffie, Stekel?" Tussen de stapels kranten en boeken was nog net een plekje vrij. "Nee, ik heb maar één zo'n glimmend koppie."

"Je staakt dus, maar heb je een ... suggestie voor m'n surrogaat stukje? Laten we zeggen uit solidariteit." Stekel zucht. De oude kat klauwt - solidair met z'n bazin - langs m'n kuit moeizaam omhoog; de hond, kleiner dan de kat, kijkt me zo aan dat ik me een maffer voel.

Ik probeer de kat en de hond te sparen en zet een afleidingsmanoeuvre in. "Zaterdag stond ik buiten in de rij bij de bakker en achter me gaat een gsm'tje. 'Ja. Ik ben voor de bakker. En jij?' Iedereen zweeg, dat kon een boeiend gesprek worden. 'Ik ben binnen. Een halve panne.' De verkoopster zei nog plagerig: 'U heeft al een knip?' Onverstoorbaar klonk het: 'Nou, dan zie ik je straks wel.' De rij week uiteen en de ene gsm'er komt naar buiten en groet de andere."

De kat blijft rustig hangen en de hond heeft me door. Ik ben een onderkruiper. Stekel begint een verhaal over vervreemding. "Mensen lijken wel verslaafd aan hun gsm. Dag en nacht bereikbaar, jawel. Wie weet nog waar z'n privé begint en z'n werk ophoudt, wat z'n eigen tijd is? Met hun gsm denken mensen tijd te winnen, maar in hun haast blijken ze uitgepraat. Dus hebben ze van die zinloze gesprekkies. Wilhelmina, Kok hebbe haar ziel, zei nog 'eenzaam, maar niet alleen'. Die gsm-junken zijn al een stap verder, eenzaam èn alleen. Laatst zag ik een man in het postkantoor. Tegen de lokettiste zei hij: 'tot zo schat' en tegen de gsm: 'per expres graag'. Dat was pas telewerk."

Plaatsvervanger