nr. 94
feb 2000

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Fundamenteel bezien - kenniskapitalisme (2)

Globaliserend informatie- en communicatiekapitalisme

We gaan verder. In het vorige nummer is gepoogd het kenniskapitalisme, of liever: het zich globaliserend informatie- en communicatiekapitalisme (GICK) voorstelbaar te maken door de bespreking van de verwachte private toe-eigening van andermans werk. Een fundament van welke vorm van kapitalisme dan ook.

Een ander fundament is de gedaante van 'koopwaar', waarin tot producten omgevormde en privaat toegeëigende arbeidsinspanning verschijnt. Koopwaren zijn voortbrengselen die geproduceerd worden om der wille van de op een markt te behalen winst. Ze moeten commercieel zijn. In het industriekapitalisme waren en zijn dat commerciële producten, meestal van materiële aard, met enerzijds een gebruikswaarde (ze moeten nuttig zijn) en anderzijds een ruilwaarde (ze moeten verhandelbaar zijn). Als er sprake zal zijn van een nieuwe vorm van kapitalisme - en daarvan ga ik uit - dan zou ook dit fundament in één of andere vorm moeten terugkeren.

Reproductieproces

Me in deze bijdrage beperkend tot de gebruikswaarde, komt de vraag bovendrijven: wat zijn de karakteristieke producten van het GICK? Bij gebruikswaarde gaat het er om of een product nuttig is, en dus gewenst is door het individu, de consument; maar ook meer in het algemeen, of het maatschappelijk nuttig is. In het industriële kapitalisme leidde en leidt dit tot de voortbrenging van producten die primaire behoeften konden en kunnen bevredigen (voedsel, kleding, huisvesting, verwarming en dergelijke) en andersoortige behoeften (hygiëne, gezondheid, mobiliteit, lichaamsconditie, socialisering, onderwijs enzovoort). Sprekend over 'producten die behoeften bevredigen' hebben we doorgaans de bril op van de consument/vrager, bekijken we de productie vanuit zijn of haar individuele perspectief. Maar algemeen maatschappelijk gezien, vanuit een overall perspectief, zit aan de behoeftebevrediging nog een andere kant. Door middel van voedsel, kleding, huisvesting, warmte, hygiëne, lichaamstraining, socialisering en dergelijke reproduceren de werkers in het economisch proces - van hoog tot laag, zonder zich daarvan expliciet bewust te zijn - hun arbeidskracht. Ze kunnen er, om het zo te zeggen, economisch gezien weer tegenaan. Algemeen maatschappelijk gezien is er sprake van een continu verlopend reproductieproces. In een abstract beeld uitgedrukt: een ellipsvormige kringloop met twee brandpunten. Het ene brandpunt stuwt producten naar het andere brandpunt en 'consumeert' daartoe arbeidskracht. In het andere brandpunt worden de producten geconsumeerd en daardoor arbeidskracht 'geproduceerd'.

Schema reproductieproces

Overigens niets nieuws, deze kringloop. Te vinden in elk handboek over macro-economie. Als gezegd, een zeer abstracte voorstelling van het zichzelf voortstuwende reproductieproces, dat in een kapitalistisch systeem via markten verloopt. In een meer concrete voorstelling wordt de kringloop natuurlijk ingewikkelder, omdat deze door im- en export in andere kringlopen verslingerd raakt, omdat in concreto consumenten niet alleen consumeren, maar ook sparen, omdat er naast reproductiegoederen ook productiemiddelen geproduceerd worden enzovoort.

Nog een kleine toevoeging, alvorens hopelijk genoeg materiaal beschikbaar is om de kwestie 'koopwaar' in het GICK te bespreken. Enkel arbeidskracht die gestoken is in dit reproductieproces (ook indirect in productiemiddelen), zou men kunnen aanmerken als (kapitalistische) productieve arbeid. Arbeidskracht die niet gestoken is in dit kapitalistisch reproductieproces, kan wel voldoening schenken of noodzakelijk zijn (een kunstwerk maken, bejaarden verzorgen), maar is niet productief.

Tijd en ruimte

Het vorenstaande is een lange aanloop (overigens grotendeels bij Marx terug te vinden) die nodig zal blijken om - redenerend naar analogie - een poging te wagen vast te stellen of in het GICK inderdaad weer sprake zal zijn van een 'koopwaren'reproductie. En, zo ja, om welke gebruikswaarden het dan zou kunnen gaan? En hoe deze dan via de markt verhandelbaar zijn? En hoe die koopwaren een functie zullen vervullen in de reproductie van de dan voorkomende arbeidskracht? En hoe men zich de gelaagdheid van de dan bestaande arbeidskracht zou kunnen voorstellen? Daarom ... een lange aanloop? Eerder vrees ik dat deze, gezien de vele vragen, toch te kort blijkt.

Om ergens te beginnen, richt ik me voorlopig op de rijke kapitalistische economieën. Waar daarin de directe behoeften (voedsel, kleding ... mobiliteit, recreatie) al tot een grote hoogte en relatief algemeen bevredigd zijn, zullen de voortbrengselen (om de begrippen 'goederen' en 'diensten' te vermijden) in het zich ontvouwend informatie- en communicatiekapitalisme gebruikswaarden zijn die meer direct met de hersenen te maken hebben. Dat wil zeggen: gebruikswaarden die de behoefte aan 'inzicht in', aan 'kennis van' bevredigen, die de behoefte aan bevrijding van angsten, van stress en opgejaagdheid bevredigen, gebruikswaarden die emotionele behoeften bevredigen. Op deze wijze zal volgens mij de arbeidskracht in het GICK gereproduceerd worden. Ik vat deze behoeften maar samen in één omvattende behoefte: de behoefte aan zekerheid in het menselijk bestaan door inzicht en kennis.

De hier bedoelde behoefte hangt samen met de teloorgang van de 'geruststellende' antwoorden die religies gaven op vragen rond de positie van de mens in de kosmos. En eveneens met de vooralsnog mislukte poging samenlevingen vanuit een maakbaarheidsgedachte in te richten op basis van beginselen als voorgeschreven rationaliteit, opgelegde gelijkheid en afgedwongen solidariteit (Sovjetexperiment).

In samenhang (wederkerige beïnvloeding) met de hiervoor genoemde omvattende behoefte is nog een andere behoefte aan te wijzen. Te weten: de behoefte aan overbrugging van en ontstijging aan de beperktheid van de tijd- en ruimtedimensies. De behoefte aan het 'inhalen' van de tijd wordt opgeroepen door een voortstuwingsbron die in het kapitalisme ingebakken zit, namelijk de vrije concurrentie. De behoefte aan tijdsoverbrugging zal zich daarom in eerste instantie in het kapitalistische zakenleven voordoen, maar afgeleid daarvan ook in de samenleving in het algemeen. De behoefte aan overbrugging van afstand wordt volgens mij voortgebracht en gevoed door het proces van globalisering. Ook deze behoefte zal zich in eerste instantie voordoen in het kapitalistische zakenleven, maar afgeleid daarvan ook in samenlevingen in het algemeen (onder andere als gevolg van migratie, toerisme enzovoort).

Kennisonderneming

Een poging de eerstgenoemde omvattende behoefte wat te concretiseren, levert gebieden op die de inzichtverschaffende gebruikswaarden, nu nog vaak van collectieve aard, zullen voortbrengen. Er zal mijns inziens behoefte zijn aan inzicht in het kosmisch gebeuren en de plaats van de mens daarin. Voortbrengselen liggen op het terrein van de astronomie, ruimtevaart, geologie, oceanologie, meteorologie en dergelijke. Er zal behoefte zijn aan inzicht in de natuur, onder andere als het milieu voor menselijk en dierlijk leven. Voortbrengselen liggen op het terrein van de ecologie, biologie, medische wetenschap, genetica, neurobiologie en andere. Er zal behoefte zijn aan inzicht in de gang van het individu en menselijke samenlevingen door de tijd, met andere woorden verklarende geschiedenis van samenlevingen en vooral van factoren die destructie van samenlevingen veroorzaken. Dit om een Apocalyps te voorkomen. Voortbrengselen liggen op het terrein van archeologie, historische wetenschap, polemologie enzovoort. Behoefte aan inzicht in optimale organisatievormen van mensen in diverse verbanden, onder andere economische (productie en distributie), sociale (familie, buurt, stad) en politieke verbanden (Staat, natie, etnische eenheid).

De tweede omvattende behoefte, de overbrugging van tijd en ruimte, zal leiden tot producten die liggen op het terrein van audiovisuele media, computertechnologie, telecommunicatie en met name de integratie hiervan. Overigens zal een groot deel van deze gebruikswaarden software betreffen. Om wat verder te fantaseren: gebruikswaarden die de behoefte aan omzetting van het gesproken woord in leesbare taal bevredigen, of de behoefte aan vertaling van het gesproken of geschreven woord in een andere taal.

Hiervoor is al gewezen op het collectieve karakter van deze terreinen waarop de voortbrenging van de genoemde gebruikswaarden plaatsvindt. De 'producenten' zijn wetenschappelijke instituten, laboratoria, researchcentra, universiteiten. Hoe zouden deze nu producenten van kapitalistische koopwaar kunnen worden? In het verleden leek zulks inderdaad ondenkbaar. Maar tegenwoordig zijn reeds vele tendensen te onderkennen die wijzen in de richting van een ontwikkeling van deze vroeger eerbiedwaardige instellingen tot kennis'onderneming'. Hierover een volgende keer meer. En dan moeten ook andere vragen, die hiervoor over het karakter van koopwaar zijn opgeworpen, aan de orde komen. Zoals: hoe verhandelbaar, welke rol spelen de dan voortgebrachte gebruikswaarden bij de reproductie van arbeidskracht ...? Dat alles nog steeds in een poging de huidige overgangsfase van een zich aandienend informatie- en communicatiekapitalisme te doorschouwen. Wordt vervolgd.

Wim Boerboom