nr. 97
juli 2000

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Redactioneel

Gods heiligste gift

Hoorden we pas weer eens iemand zeggen 'de tegenstrijdigheden liggen op straat', daardoor gealarmeerd bleken ze ook in de krant voor het opscheppen. Op de ene pagina juichende berichten over de "genetische revolutie, menselijk DNA vrijwel ontcijferd". Op de andere pagina een trieste foto "pinguïns onder de olie".

Over die revolutie zegt een dankende Clinton: "Wij leren nu de taal waarin God het leven heeft geschapen. En we krijgen steeds meer bewondering voor de complexiteit, de schoonheid en het wonder van Gods heiligste gift." Bij de foto staat een nuchter onderschrift: "Met olie besmeurde pinguïns op Robbeneiland in Zuid-Afrika proberen hun veren schoon te likken. Net als zes jaar geleden is er in de buurt van Kaapstad een olietanker gezonken die een milieuramp heeft veroorzaakt."

We zouden het hierbij kunnen laten. Elke dag kun je immers zo'n schok oplopen. Het menselijk vernuft gaat over bergen en door dalen. Maar dan wel in een landschap waarvan Clinton zou moeten zeggen: 'we zijn van god los'. Een vriend van hem ziet het toch even anders. Dat is meneer Ringold, een grote baas van het Amerikaanse bedrijf Affymax, dat als reus in de chemische en farmaceutische industrie aan de top staat van 'innovaties in moleculaire biologische technieken', waarvan wij in onze onschuld denken dat het alles van doen heeft met de industrialisering van de 'blauwdruk des levens'. Ringold is buitengewoon enthousiast over, wat hij noemt "een imposante mijlpaal in de menselijke geschiedenis. Het komt nu vooral aan op snelheid, vaardigheid en fabrieksmatig screenen".

Dezelfde snelheid, vaardigheid en fabrieksmatigheid waaraan onze pinguïns en al die andere 'schepselen gods' onderworpen worden.

Wij achten het niet uitgesloten dat de definitieve blootlegging van onze genenkaart op langere termijn tot de productie leidt van geneesmiddelen die ernstige ziekten kunnen bestrijden. En ook wij zijn onder de indruk van het technologisch vernuft waarmee een machine 96 procent van het totale menselijke DNA opspoort en van 85 procent van de ongeveer drie miljard bouwstenen van onze 'ziel' ook de exacte volgorde vaststelt. Als we dat met enig gemanipuleer de 'positieve' zijde van onze balans noemen, valt deze in het niet bij de geeuwhonger die de vele Ringolds tonen en getoond hebben de kennis over het DNA op de markt te kapitaliseren. Zelfs als die kennis voluit openbaar zou worden - wat nog niet veel zegt over het industrieel gebruik ervan - heeft het flits- en andere kapitaal die openbaarheid al lang afgetroefd met rijen van patenten en andere vormen van privatisering.

Deze en andere bedenkingen worden echter overschaduwd door een kapitalistische simpelheid die aan het 'gezondheidsvraagstuk' ten grondslag ligt. En ook daarover zijn de feiten zo maar uit de krant te halen. Steeds weer leert onderzoek dat er een harde relatie bestaat tussen inkomensniveau en gezondheid, waarbij de laatste dan vaak wordt gedefinieerd in termen van levensverwachting. Eenvoudig samengevat: hoe lager het inkomen, hoe korter de levensverwachting. Dat is in Nederland zo, dat is in de hele wereld zo en dat is bijvoorbeeld in de Verenigde Staten zelfs zo dat in een aantal staten de levensverwachting lager is dan in de zogenaamde ontwikkelingslanden.

Laten we onze conclusie neutraal formuleren: het is een kwestie van prioriteiten. Zo heeft Jorritsma begin dit jaar 100 miljoen gulden beschikbaar gesteld om startende ondernemers in de biotechnologie van dienst te zijn, is het aantal 'biotech' bedrijven in Europa vorig jaar met 15 procent toegenomen en haalde dit type bedrijven in Amerika in negentig dagen ruim 36 miljard gulden uit de markt. Dus mogen we niet verrast zijn, wanneer op 'privaat-openbaar' initiatief van de minister duizenden fabrieksmatig geproduceerde borstels naar Robbeneiland gaan om de pinguïns de vaardigheid te leren snel hun veren schoon te maken.

Redactie