nr. 97
juli 2000

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Lezersconferentie 28 mei 2000 - Solidariteit staat open

Hoe 'blijmoedigen' en 'somberen' elkaar inspireerden

Precies vijftig mensen namen op zondag 28 mei jongstleden deel aan onze lezersconferentie in Amsterdam. Meer mannen dan vrouwen, meer veertigers en vijftigers dan twintigers en dertigers, vrijwel allen lid van een vakbond met een oververtegenwoordiging van FNV Bondgenoten en ABVAKABO FNV, het merendeel afkomstig uit de randstad, een paar 'bezoldigden'. De conferentie was de afsluiting van een scholingsprogramma over de geschiedenis en actualiteit van de vakbeweging dat gedurende de maanden ervoor in de drie vakbondscafés georganiseerd was. Het was de eerste keer dat voor een dergelijke, in de tijd gespreide, opzet gekozen was en gezien de algemene tevredenheid niet de laatste keer. Centraal stond de vraag: voor welke situatie staat een kritisch vakbondslid, welke invalshoeken kan hij of zij daarbij kiezen.

Het was een conferentie met veel afwisseling, waarin de verschillende 'rondes' onderbroken werden door korte pauzes. Na een verslag van de bijeenkomsten in de vakbondscafés, gaven drie mensen in uiteenlopende posities een impressie van hun ervaringen in recente vakbondsstrijd.

Ans Foekens deed dat als lid van de groep Amsterdamse havenvrouwen die in 1997 actief was bij de verdediging van de verworvenheden van de havenpool. Voor Ans kreeg dat een vervolg door haar nauwe betrokkenheid in het juridisch gevecht dat 27 ontslagen poolarbeiders sinds mei 1999 voeren tegen hun werkgever. Een bijzondere werkgever, een stichtingsbestuur waarvan bestuurders van FNV Bondgenoten de kern vormen. Haar verhaal was om verschillende redenen indrukwekkend. De lange weg die afgelegd moest worden om door het bastion van 'havenjongens' te dringen om de vrouwen te bereiken. De hardnekkigheid en creativiteit die de vrouwengroep daarbij ten toon spreidde. De doorwerking van zo'n lange periode van acties, uitmondend in het ontslag van bijna honderd havenarbeiders, in het privé-leven en de effecten daarvan op de kinderen. De grote afstand waarop bondsbestuurders stonden, wanneer de persoonlijke problemen van een fors inkomensverlies en een onzekere toekomst aan de orde werden gesteld.

Pim Fischer, de advocaat van de ontslagen poolarbeiders, toonde aan hoe bij diezelfde werkgever tijdens de uitvoering van een akkoord, dat als bond afgesloten was, werkelijk alles misging. Zo veel dat hoogleraren Pim toestemming vroegen 'deze zaak' in hun onderwijs te mogen gebruiken om te laten zien hoe het wel moet.

Tot slot legde machinist bij NS, Peter Reenalda de falende vakbondsdemocratie in de sector Personenvervoer van FNV Bondgenoten op de snijtafel. De beslissing om als voorzitter van de sectorraad af te treden, was voor hem een antwoord om uit de klem te komen van een kaderlid met bestuursverantwoordelijkheden die het gevoerde beleid niet wenst te verdedigen. Dat een dergelijk besluit niet in de koude kleren gaat zitten, werd uit het betoog van Peter duidelijk. Met zijn keuze om als 'gewoon kaderlid' zijn vakbondswerk voort te zetten, maakte hij de overgang naar het hart van de conferentie: hoe opereren we in de praktijk.

Drie invalshoeken

Zoals altijd wordt in de conferenties van Solidariteit veel tijd uitgetrokken voor onderlinge discussie. Deze keer werd een nieuwe vorm beproefd om die discussie van munitie te voorzien. Drie groepen kregen bezoek van drie 'inleiders' die elkaar na ongeveer veertig minuten afwisselden en onafhankelijk van de stand van de discussie op dat moment een standpunt inbrachten. De groepen bepaalden dan welke rol die verschillende invalshoeken voor hun debat betekenden. Mede naar aanleiding van de conferentie van 1999 waren tegen de achtergrond van de huidige, met de markteconomie meedenkende, vakbeweging de volgende standpunten uitgewerkt:

1. Ondanks deze ondernemersvriendelijke koers van de bonden biedt de dagelijkse praktijk steeds weer mogelijkheden om de strijdbaarheid aan te wakkeren.

2. Deze koers werkt zo verstikkend dat een kritisch vakbondslid vooral op zichzelf teruggeworpen wordt en niet veel meer dan z'n individuele best kan doen.

3. De strijdbaarheid in de bonden van de FNV is het nulpunt genaderd, het wordt tijd het speelveld van het poldermodel te verlaten en nieuwe initiatieven te ontplooien.

Het eerste standpunt, werd "kansen grijpen" genoemd en verwoord door Patrick van Klink. Het tweede heette "individueel doorgaan" en kwam voor rekening van Ailko van der Veen. Het derde werd samengevat in "nieuwe bond" en ingebracht door Lex Wobma. Hoewel iedereen zich bewust was van het schematische karakter van deze driedeling en bovendien de inleiders het verzoek hadden gekregen 'hun' standpunt aan te scherpen, bleek deze werkwijze zeer bruikbaar. In een enkel geval beschouwde een discussiegroep de nieuwe inbreng als een 'verstoring' van de opgebouwde eensgezindheid, in andere gevallen versterkte de nieuwe impuls standpunten die voor die tijd slechts door een minderheid naar voren werd gebracht. Interessant was overigens in de rapportage van de discussies welke wisselingen onder invloed van de bijdrage van de drie inleiders in de meningsvorming optraden. Laten we daar maar de conclusie uittrekken dat de drie invalshoeken voor velen herkenbaar waren en in de praktijk - ondanks de poging deze wat extreem te formuleren - dichter bij elkaar liggen dan op het eerste gezicht lijkt.

Alternatieven

De idee van een 'nieuwe bond' was voor de meesten een brug te ver. Toch lag daarin een visie ten grondslag die nauwelijks bestreden werd. De vakbeweging stelt zich niet onafhankelijk op ten opzichte van het poldermodel, de bondsdemocratie laat veel te wensen over, de collectieve belangenbehartiging beperkt zich tot de cao's die bovendien steeds meer ruimte geven aan individualisering van de belangen en de strijdbaarheid is ver te zoeken. Lex kreeg echter twee tegenwerpingen te horen, op de eerste bleef hij het antwoord schuldig, van de tweede schrok hij. Om met de laatste te beginnen: ook een nieuwe bond, zo werd hem gezegd, zal niet in staat zijn de bureaucratische vervorming tegen te houden. Na verloop van tijd zal zo'n bond het evenbeeld worden van de huidige. De bestaande categorale organisaties laten dat zien, ook zij kiezen voor het overleg, ook daar is het 'voor' in plaats van 'door' de leden. De eerste tegenwerping was: 'waar zijn de aanzetten tot een nieuwe organisatie, zo lang die er niet zijn, is praten er over, een abstracte kwestie'. Lex moest het daarmee eens zijn, maar merkte op dat de afwijzing van een 'nieuwe bond', omdat deze zich niet principieel zou kunnen onderscheiden van de bestaande, van weinig vertrouwen getuigt in het project van een democratische en strijdbare vakbeweging. Als we niet eens over alternatieven kunnen denken, was zijn conclusie, wordt het er niet gemakkelijker op die alternatieven binnen de huidige bonden van de FNV te realiseren.

Doormodderen

In een schriftelijke terugblik op zijn ervaringen tijdens de discussies sloot Ailko op dat laatste punt aan met de vraag: 'stel nou eens dat er een democratisch en strijdbaar alternatief voor de FNV-bonden is, zouden we daar dan buiten blijven'. In een dergelijke situatie, die we uit andere landen kennen, is zo'n nieuwe bond geen gedachte-experiment, komt zo'n nieuwe bond niet uit de lucht vallen, maar is hij het politiek en organisatorisch resultaat van kritiek op een vastgelopen vakbeweging. De consequentie hiervan is dan dat de keuze tussen "kansen grijpen" en "nieuwe bond" in wezen een tactische is. En dat zo'n keuze niet abstract is, heeft ons de geschiedenis van het NAS en de EVC geleerd. Namelijk: waar verwacht een kritisch vakbondslid, die niet alleen een 'betere' vakbeweging nastreeft maar vooral een fundamenteel andere maatschappij, het best zijn of haar doelen te kunnen bereiken.

Wat zegt nu deze redenering voor de invalshoek "individueel doorgaan", door Ailko 'doormodderen' genoemd? In de eerste plaats dat daarbij geen sprake is van een bewuste keuze, maar van een opgedrongen realiteit die voor heel wat kritische vakbondsleden geldt. In de tweede plaats dat zij, al doormodderend, vooral op de werkvloer, steeds op zoek zijn naar mogelijkheden tot discussie, belangenbehartiging en samenwerking met hun collega's, al of niet lid van een vakbond. De ene keer lukt dat niet, de andere keer wel, de bond als organisatie (binnen het bedrijf) speelt daarin echter beslist geen hoofdrol.

Positieve agenda

In de invalshoek "kansen grijpen", overtuigend door Patrick bepleit, gaat het niet om zoeken maar pakken van de mogelijkheden. Ze liggen binnen de bonden niet voor het oprapen, maar dienen zich wel steeds aan. Te meer daar de grote bonden als ABVAKABO FNV en FNV Bondgenoten door de heroriëntatie die ze doormaken 'witte vlekken' kennen. De poging van deze bonden om een positie op te bouwen binnen het bedrijf biedt nieuwe ruimten. Onder invloed van de decentralisering van de bedrijfsvoering en de arbeidsvoorwaarden is de centralistische structuur weliswaar niet verdwenen, maar komen meer verantwoordelijkheden te liggen bij kaderleden die omgezet kunnen worden in bevoegdheden. Maar niet alleen de ontwikkeling binnen de bonden biedt te grijpen kansen, hetzelfde geldt voor de moderne managementtechnieken en de tegenstrijdigheden daarin plus de conflicten rond werkdruk, uitbesteding, marktwerking en privatisering enzovoort. Er is geen reden voor hosanna, maar evenmin voor individueel doormodderen.

Tot verrassing van sommigen bleek in de plenaire slotdiscussie dat deze invalshoek veel steun kreeg. Hoewel het af en toe een debat leek tussen mensen die elkaar 'blijmoedigheid' of 'somberheid' verweten, drong zich toch de conclusie op dat de kansen op een strijdbare vakbeweging niet verkeken zijn. En passant leidde dat tot de opdracht aan de redactie van Solidariteit een koers te varen met een positieve agenda met minder aandacht voor de top van de vakbeweging en meer voor de activiteiten aan de basis van de bonden. De begrijpelijke reactie van de redactie was: dat kunnen wij niet alleen, wij zijn afhankelijk van wat er reëel gebeurt en wij schrijven over niets liever dan vakbondsstrijd, en daarbij is wel of geen succes ook voor ons geen criterium - alsjeblieft stuur de ervaringen op.

De conferentie werd afgesloten met een initiatief van leden van de ABVAKABO FNV. Zij dienden drie thema's voor het congres van deze bond in: sociaal Europa, effecten van de globalisering en hoe wordt de bond democratisch.

Hans Boot