Ingezonden 17 mei 2022, reacties Jan Taat en Sjarrel Massop
Pensioendiscussie en vakbondsdemocratie
Willem Bos (1)
Op de website Solidariteit zijn de afgelopen tijd een aantal artikelen verschenen over het pensioenakkoord, de discussie in de FNV daarover en het royement van de voorzitter van de sectorraad senioren. Daarbij worden stevige uitspraken niet geschuwd. Het FNV bestuur wordt ondemocratisch handelen verweten en vergeleken met de inquisitie. Maar hoe verhoudt de stellingname van Solidariteit in deze zich tot de democratie in de FNV? En hoe solidair is het pensioenstelsel waarvoor op Solidariteit wordt gepleit?
Jan Taat gaat in zijn Solidariteit - Commentaar van 24 april stevig van start. Hij schrijft: “Het FNV-bestuur heeft de voorzitter van mijn sector, Jan R. de Jong, geroyeerd. Zijn naam stond onder een open brief van de sectorraad Senioren aan het FNV-bestuur. De brief ging over het wetsontwerp Wet Toekomst Pensioenen en vermeldt dat de sectorraad heeft besloten om het betreffende wetsvoorstel af te wijzen. Daarnaast heeft de sectorraad het bestuur van de sector de opdracht gegeven, dit besluit kenbaar te maken. De afwijzing 'kenbaar maken' ging via een open brief. En dat mag niet, want kritiek binnen de FNV moet geheim blijven. Als trap na zegt FNV-voorzitter Tuur Elzinga in het Financieele Dagblad van 14 april 2022: De Jong vertegenwoordigt letterlijk nog geen twee handen vol mensen.”
Als het waar was wat Taat schrijft zou dat inderdaad schandalig zijn. Maar in werkelijkheid ligt het wat anders. Jan de Jong is niet geroyeerd ( formeel ‘voor royement voorgedragen’, want hij kan nog steeds in beroep gaan) omdat ‘kritiek binnen de FNV geheim moet blijven’, maar omdat hij, nadat er door het hoogste orgaan van de FNV, (het ledenparlement) een beslissing is genomen hij (en een aantal medestanders) systematisch campagne zijn blijven voeren tegen dat besluit, onder andere via een interview in De Telegraaf.
Over het pensioenakkoord kan je verschillend denken en dat is binnen de FNV zeker het geval. Er is dan ook binnen verschillende geledingen van de FNV (en daar buiten) hartstochtelijk over gediscussieerd. Maar uiteindelijk moest het door de onderhandelingsdelegatie overeengekomen concept akkoord door het FNV ledenparlement goed- of afgekeurd worden. Het ledenparlement heeft toen besloten het via een raadgevend referendum aan alle FNV leden voor te leggen. Dat gebeurde in juni 2019. De opkomst was met 37% aanzienlijk hoger dan bij eerdere ledenreferenda en 75,4% van de leden stemde voor het akkoord (284.269 leden) en 23,3% (87.580 leden) tegen. In de stemming daarna in het ledenparlement stemde 81 leden voor, 19 tegen en waren er 2 onthoudingen.
Ik ben het met Taat eens dat de voorlichting over het akkoord in de vakbondsbladen verre van evenwichtig was, maar dat lijkt me geen reden om de uitslag van het referendum en de stemming in het ledenparlement te negeren. In de zomer 2020 werd ook de uitwerking van het akkoord in het ledenparlement besproken en stemde 62 procent van de LP leden voor en 38 procent tegen.
“Onderhandelingsresultaten worden normaal gesproken voorgelegd aan de leden, maar dat geldt niet voor de uitwerking van het pensioenakkoord”, schrijft Taat daarover.
Je kan natuurlijk van mening zijn dat ook dit onderhandelingsresultaat via een referendum aan alle FNV leden had moeten worden voorgelegd, alvorens het ledenparlement er een beslissing over nam. Daar heeft het LP niet voor gekozen en dat betekent natuurlijk niet dat de uitspraak van het ledenparlement er niet toe doet, dat je die kan negeren en binnen en buiten de FNV campagne blijven voeren tegen het akkoord en de uitwerking daarvan. En dat is wat De jong en zijn medestanders zijn blijven doen. Als Tuur Elzinga het in het financieel dagblad dan heeft over ‘nog geen twee handen mensen’, heeft hij het niet over de 87.580 FNV leden die indertijd tegen stemde of de bijna 40% van de leden van het ledenparlement, maar om de mensen die ondanks de uitspraak van het ledenparlement toch, onder andere via De Telegraaf actie blijven voeren tegen het besluit van het ledenparlement. In een ander artikel op Solidariteit schrijft Sjarrel Massop: “Het Algemeen Bestuur verwacht van de kaderleden een loyale houding en ondersteuning van de genomen besluiten. Besluiten die met een beperkte discussie, een lage opkomst en veel tegenstemmen erdoor is gejast.”
Vakbondsdemocratie
In de oude FNV, dat wel zeggen voor 2011 toen de FNV nog een federatie van bonden was, werden de besluiten in de FNV genomen door de vergadering van de voorzitters van de aangesloten bonden. De invloed van de leden was dus heel indirect. Bij de nieuwe FNV is dat anders. Het ledenparlement - bestaande uit gekozen (en voor een deel benoemde) vertegenwoordigers van de sectoren - is het hoogste orgaan. Het LP heeft het laatste woord over voorstellen van het bestuur en controleert het bestuur. Dat is een belangrijke en binnen de internationale vakbeweging betrekkelijk unieke situatie.
Maar dat betekent natuurlijk niet dat de FNV een democratisch paradijs is. Formele regels en bevoegdheden zijn één ding, de praktische uitvoering is een tweede. Verenigingsdemocratie vereist actieve deelname van de leden en bij een organisatie als de FNV met ruim 900.000 leden is dat natuurlijk maar bij een klein deel het geval. Daarnaast heeft de FNV een kleine 2000 mensen in dienst en een deel van de traditionele vakbondsbestuurders zijn al decennia gewend om min of meer hun eigen gang te gaan. De achterban van de FNV is heel gemêleerd, in veel opzichten en verschillende groepen kunnen verschillende belangen hebben (of het gevoel hebben dat ze verschillende belangen hebben). Maar dat is allemaal geen reden om niet naar een zo democratisch mogelijk functioneren te streven en de democratische structuur te verdedigen.
De basis van een verenigingsdemocratie is niet alleen dat er openlijk en vrij gediscussieerd kan worden en dat besluiten op een democratische wijze worden genomen, maar ook dat democratisch genomen besluiten gerespecteerd worden. Dat staat verdere interne discussie niet in de weg, maar dat is iets anders dan bijvoorbeeld in De Telegraaf tekeer gaan tegen besluiten van het Ledenparlement. De onderkop van Solidariteit is ‘voor een strijdbare vakbeweging’. Volgens mij is een strijdbare vakbeweging per definitie een democratische vakbeweging. En daarom moeten voorstanders van een strijdbare vakbeweging ook de democratische verworvenheden van de nieuwe FNV en met name de positie van het ledenparlement verdedigen. Ook als ze van mening zijn dat bepaalde besluiten met een ‘beperkte discussie, een lage opkomst en veel tegenstemmen’ zijn genomen.
De pensioen discussie
Dan nog een paar opmerkingen over de inhoud van de pensioendiscussie. Een deel van de kritiek die op Solidariteit op het pensioenakkoord en de uitwerking daarvan wordt geuit lijkt mij terecht. Maar in wezen gaan de critici voorbij aan de kern van het probleem: het spaarsysteem.
In principe kan je de pensioenvoorziening op twee manieren regelen: Met een spaarsysteem, waarbij werknemers tijdens hun werkzame leven individueel of collectief sparen door een deel van hun loon opzij te leggen, of met een omslagstelsel, waarbij van de werkenden ieder jaar een deel van hun loon wordt overgeheveld naar de niet meer werkenden. (Zoals dat bij de AOW het geval is).
Bij een spaarsysteem is er altijd sprake een grote afhankelijkheid van (de grillen van) de financiële markten. Het gespaarde geld wordt immers niet in een oude sok bewaard, maar op de kapitaalsmarkt ingezet om een zo hoog mogelijk rendement te behalen. Daarmee voedt een dergelijk systeem de financialisering van de economie en de grote spaaroverschotten in de rijke landen. Met hun pensioengeld leveren de werkenden zo dus een belangrijke bijdrage aan de versterking van de positie van het kapitaal. En werkenden hebben voor hun pensioen belang bij een goed renderen van de kapitaalmarkt waarop hun pensioengeld is belegd.
De kritiek die er de afgelopen jaren op Solidariteit is geuit op het pensioenakkoord benadrukte steeds dat er genoeg geld in de pensioenpotten zit omdat de beurzen steeds voor een positief rendement zorgden. De waarschuwing: “rendementen in het verleden zijn geen garantie voor de toekomst” is aan Solidariteit niet besteed. Daar wordt het geloof in een ononderbroken groei van de kapitalistische economie beleden. Een treffend voorbeeld van dit kapitalistische wensdenken zien we In de door Solidariteit aanbevolen petitie waarin wordt gesteld dat de huidige pensioenpot van ca. £ 1860 miljard over twee jaar £ 2000 miljard zal bevatten, waarmee: “voor ons allen, jong of oud, elke generatie en deelnemer aan een pensioenfonds voor het leven is geborgd om een welvaartsvast pensioen te ontvangen, tot in de eeuwigheid.” Amen.
Dergelijk wensdenken levert geen bijdrage aan een links alternatief voor het huidige pensioenstelsel. Een links alternatief, dat niet de kapitaalsmarkt voedt en versterkt is een omslagstelsel, zoals dat in veel andere landen functioneert. Een overschakeling naar een dergelijk stelsel is natuurlijk zeer ingrijpend en vraagt om een diepgaande discussie. Een discussie die niet gediend is bij het jarenlang roepen dat het Nederlandse pensioenstelsel het beste van de wereld is, dat het pensioengeld tot in de eeuwigheid voldoende is voor een welvaartsvast pensioen.
In zijn jongste bijdrage op Solidariteit prijst Massop het artikel van Dirk Bezemer in de Groene Amsterdammer aan waarin terecht gepleit wordt voor een omslagstelsel. Maar na jaren geroepen te hebben dat ons pensioenstelsel het beste van de wereld is, lijkt het mij niet erg geloofwaardig om nu dan (eindelijk) voor een omslagstelsel te pleiten.
(1) Willem Bos, redacteur Grenzeloos, op persoonlijke titel.
Reactie op ingezonden tekst van Willem Bos
Jan Taat
Willem Bos verwoordt min of meer het standpunt van het FNV-bestuur dat Jan de Jong, nadat er door het hoogste orgaan van de FNV, (het Ledenparlement) een beslissing is genomen, hij (en een aantal medestanders) systematisch campagne zijn blijven voeren tegen dat besluit.
'Dat besluit' dateert van 2020. Nu is het 2022 en het onderhandelingsresultaat van het besluit ligt op tafel, namelijk het wetsontwerp Wet Toekomst Pensioenen (WTP). De genoemde campagne gaat niet tegen het besluit van het Ledenparlement (LP) over het Pensioenakkoord, maar tegen het WTP, waar noch de leden noch het LP een uitspraak over heeft gedaan. In zijn interview met het Financieele Dagblad (14 april 2022) zegt Tuur Elzinga dat expliciet extern ruchtbaarheid te geven aan interne verdeeldheid binnen de FNV een reden is dat Jan de Jong het FNV-lidmaatschap wordt ontnomen. Vandaar dat ik het eenvoudig samenvat als kritiek binnen de FNV moet geheim blijven.
Geheim
Een andere reden voor de stelling dat kritiek geheim moet blijven is het LP zelf. Agenda en vergaderstukken zijn onder embargo of in ieder geval niet te vinden. De FNV publiceert de verslagen niet - ook niet via het ledenportaal - alleen minieme 'Headlines' tot 2020 en sinds 2021 slechts YouTube video's. Er mocht maar eens onverhoopt iets in de openbaarheid komen. Dat onderschrijft mijn stelling. Maar misschien heb ik niet goed genoeg gezocht en ik houd me aanbevolen voor suggesties, waar ik als FNV-lid de levendige discussies die binnen de FNV gaande zijn, kan volgen.
Grappig vind ik de opmerking De waarschuwing: “rendementen in het verleden zijn geen garantie voor de toekomst” is aan Solidariteit niet besteed. Bij het schrijven van het commentaar had ik deze waarschuwing in gedachten, maar dan toegepast op het grenzeloos optimisme van de voorstanders van het WTP. Ik waarschuw in het commentaar juist voor de risico's.
Reactie op ingezonden tekst van Willem Bos
Sjarrel Massop
Ter inleiding. De wrevel tussen de vakbondsleiding, verantwoordelijk voor het beleid over het pensioendossier, en een groot deel van de sectorraad en kaderleden van de sector, is ontstaan vlak na de stemming over het pensioenakkoord in het voorjaar van 2019. In de voorafgaande campagne was er een goede samenwerking tussen de Werkgroep Pensioenactiviteiten van de sector senioren (WPA) en het landelijk comité Red het Pensioenstelsel (LCR). Een verzameling kritische kaderleden die voorop is gegaan in de strijd voor een goed pensioenstelsel.
Er zijn toen afspraken gemaakt. FNV-voorzitter Tuur Elzinga verwachtte van de kaderleden dat zij genomen vakbondsbesluiten loyaal zouden uitdragen. Hij wenste zijn eigen oppositie niet te "faciliteren" en moest toegeven dat de discussie volop gaande was. Elzinga ging akkoord dat vakbondsleden op strikt persoonlijke titel zich mochten uiten in de pensioendiscussie. Daarop zijn, op mijn initiatief, de WPA en het LCR opgesplitst en dat is bestendigt in de sectorraad senioren. Vele kaderleden zijn toen op persoonlijke titel doorgegaan met hun kritiek op het pensioenstelsel.
Het LCR heeft een website en geeft op eigen kracht nieuwsbrieven uit. Ik heb op persoonlijke titel veelvuldig gepubliceerd bij Solidariteit. Dat is allemaal – terecht – geaccepteerd. Er was nog één akkefietje, namelijk het gebruik van het logo en van een mailinglijst. Ook dat is opgelost door aanpassing van het logo en de toepassing van een disclaimer.
Open brief sectorraad
Op 7 april jongstleden was er een vergadering van de sectorraad die een opmerkelijke wending kreeg. Het quorum om te stemmen was aanwezig, er waren mensen van het Algemeen Bestuur en de werkorganisatie. Het onderwerp was een reactie op het wetsvoorstel Wet Toekomst Pensioenen (WTP). Op initiatief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zou er een consultatieronde plaatsvinden. Het sectorbestuur vond, na raadpleging van de beleidsadviesgroep pensioenen, dat de sectorraad aan die ronde moest deelnemen en kwam met een voorstel akkoord te gaan met de wet, mits een aantal vragen beantwoord werd.
Vanuit de sectorraad kwam een door mij verwoord tegenvoorstel. Dat luidde "nee, tenzij". Het 'tenzij' was dat de regering het instrument Financieel Toetsing Kader (FTK) op voorhand uit de pensioenwet verwijderde. Daaraan gaf de meerderheid van de sectorraad haar instemming. Let op! Dit ging niet over het pensioenakkoord, noch over de uitwerking, maar over de versnelling van de WTP om een snellere indexatie mogelijk te maken. De sectorraad heeft nadrukkelijk aan het bestuur gevraagd dit standpunt uit te dragen en onder de aandacht te brengen van het Ledenparlement van de FNV. Dat is wat voorzitter Jan de Jong gedaan heeft.
De reactie van het Algemeen Bestuur van de FNV was buitenproportioneel en niet op eigen titel in de landelijke pers gekomen. Dat is wat Jan Taat schreef en terecht 'schandalig' noemde. De Jong handelde in opdracht van de meerderheid van de sectorraad senioren. Van een een systematische campagne was geen sprake, wel van een aanzet daadwerkelijk iets te doen aan de inkomenspositie van ouderen en werk te maken van de (achterstallige) indexatie.
Discussie pensioenakkoord
De discussie in de sectorraad senioren ging niet over de legitimiteit van het genomen besluit, hoewel over de procedure, als het gaat om vakbondsdemocratie, nog wel wat noten te kraken zijn. Dat beaamt Willem Bos. Het gaat dan over twee besluiten: het pensioenakkoord en zijn uitwerking. Nogmaals de legitimiteit van besluiten is nooit in twijfel getrokken. Wel was sprake van een voortschrijdend inzicht over de maatschappelijke discussie en de actuele politieke en economische ontwikkelingen. Uitgangspunt daarbij is altijd de indexatie van de aanvullende pensioenen geweest.
Dat is wel geëist in de 'motie Vaessen/Geldhof' in het Ledenparlement, maar niet uitgevoerd door de beleidsverantwoordelijken van de FNV – een voorbeeld van ondemocratisch handelen. De reactie van de sectorraad in het "nee, tenzij" is daar een uitdrukking van en roept op de indexatie van de aanvullende pensioenen niet afhankelijk te laten zijn van een gammele FTK regeling in de pensioenwet. Het was op nadrukkelijk verzoek van de leden van de sector senioren om uitvoering te geven aan de door het Algemeen Bestuur overgenomen motie.
Vakbondsdemocratie
Het is onterecht de voorstanders van een strijdbare vakbeweging een democratische verworvenheid te laten verdedigen, de positie van het Ledenparlement, als die verworvenheid ontbreekt. De leden van het Ledenparlement zijn daar aanwezig zonder last of ruggespraak. Zij zijn geen verantwoording verschuldigd aan de leden.
De fractie van het Ledenparlement wordt altijd uitgenodigd voor de vergadering van de sectorraad en krijgt ook alle gelegenheid bijdragen te leveren. Voorstellen, moties, amendementen van de sectorraad op beleidsvoorstellen gaan altijd rechtstreeks naar de fractie van het Ledenparlement. De sectorraad heeft een structuur opgebouwd van regionale coördinatiegroepen en lokale netwerken van senioren die volledig betrokken worden in de discussie. De vergaderingen van de sectorraad worden daar intensief besproken.
Een strijdbare vakbeweging met de verenigingsvorm heeft maar één wezenlijke verantwoordelijkheid: opkomen en vertegenwoordigen van de belangen van haar leden en dezen betrekken in de discussie. De meeste sectorraadsleden, hoewel ook zonder last en ruggespraak, houden dit democratische uitgangspunt met alle respect voor het Ledenparlement fier overeind.
Pensioendiscussie
Het is spijtig dat Willem de discussie bij Solidariteit onvoldoende gevolgd heeft. Zie het pensioendossier vanaf 2003 op de site van Solidariteit. Het is terecht dat er ook in het "Landelijk Comité Red het pensioenstelsel" gedebatteerd over een kapitaaldekkingssysteem en een omslagstelsel, toegespitst op de beruchte rekenrente. Inhoudelijk vond ik dat een verkeerde invalshoek. Werkelijk opkomen voor de inkomens van ouderen is onder kapitalistische verhouding vrijwel onmogelijk.
De inkomenspositie van ouderen beschermen, zeker van de laagste inkomens, is de primaire taak van een kritische en strijdbare vakbeweging. Het is zonneklaar dat een omslagstelsel daartoe veel betere mogelijkheden biedt. Dat is een rode draad geweest van mijn bijdragen in de discussie over het pensioenstelsel. Dat zal het ook de invalshoek zijn bij een nieuwe pensioenwet. Als die niet solidair is, wordt die door mij bestreden. Dat geldt ook voor het voornemen om een nieuwe discussie over het basisinkomen te beginnen. Weer een stap verder om kritisch en strijdbaar te beoordelen of de belangen van mensen of die van het kapitaal gediend worden!