Naar aanleiding van commentaar 461, 5 juni 2022
Veertig jaar (2)
Rob Gerretsen (*)
Geachte leden van de redactie van Solidariteit, bij voorbaat gefeliciteerd met het veertigjarige jubileum van Solidariteit, dat in al z’n vormen een belangrijke factor is (geweest) in de zeer zwakke arbeidersbeweging in Nederland. Het lijkt mij inderdaad verstandig om met de viering van het jubileum niet te wachten tot over tien jaar, want dan zullen sommigen van ons er niet meer zijn.
Rond het begin van Solidariteit, begin jaren tachtig, werkte ik enige tijd bij de Utrechtse staalfabriek Demka, een dochteronderneming van Hoogovens. Wij organiseerden daar een fabrieksbezetting, helaas een tamelijk zeldzaam verschijnsel in ons land. De bezetting van het bedrijf duurde niet langer dan 24 uur. Maar toch. En de bezetting kon uiteindelijk de sluiting van het bedrijf niet voorkomen. Maar toch. (Een groot deel van de inventaris ging naar China.)
Conjunctureel
Over de gestelde vraag of een strijdbare vakbeweging in Nederland mogelijk of een illusie is, het volgende. Als het een illusie zou zijn, dan hoeven we de discussie niet eens te beginnen. Maar wat zijn de mogelijkheden? De discussie hangt uiteraard deels af van wat we onder een ‘strijdbare vakbeweging’ willen verstaan en wanneer we het een ‘strijdbare vakbeweging’ gaan noemen.
Dat er iets van strijdbaar en internationaal georganiseerd vakbondswerk, ook in de moderne tijd mogelijk is, bewijzen de arbeiders en arbeidsters bij Amazon. En gelukkig zijn er meer voorbeelden.
Ik denk dat er zelfs in Nederland een ‘strijdbare vakbeweging’ mogelijk is, maar alleen conjunctureel. Dat wil zeggen als de politiek-maatschappelijke omstandigheden tijdelijk gunstig zijn voor de krachtsverhoudingen en het bewustzijn van grotere groepen van de arbeidersklasse en hun voorhoedes. Dat betekent natuurlijk dat actieve vakbondsleden altijd, onder alle omstandigheden, zouden moeten werken aan (kernen voor) een ‘strijdbare vakbeweging’. Afwachten is zelden een goede optie.
Grondige omvorming machtsverhoudingen
Het wereldwijde kapitalisme en de vele samenhangende crises van het systeem (economisch, sociaal, milieu, oorlogen, hongersnoden, vluchtelingen, armoede, enzovoort, enzovoort) dwingen vrijwel voortdurend mensen om in verzet te komen tegen de vele vormen van uitbuiting en onderdrukking. Dat is de permanente basis.
Een ‘strijdbare vakbeweging’ zal zich alleen kunnen ontwikkelen als die breed is, zowel naar vele groepen van onze klasse (in de ruime zin van het woord) als wat betreft vele thema’s en brede bondgenootschappen. Ook politieke strijd (en electorale) moet hiervan een onderdeel zijn.
Groepen/organisaties/media als Solidariteit zullen daarin – samen met andere voorhoedes – een belangrijke rol hebben, als zij nieuwe jonge radicaliserende mensen weten te organiseren (en van hen weten te leren) en de vele historische lessen weten te vertalen naar nieuwe vormen van strijd. Er is geen reden om aan te nemen dat die historische lessen, zoals vooral het probleem van de bureaucratie, verleden tijd zullen zijn en geen rol meer zouden spelen in nieuwe vormen van vakbondsstrijd. Het gaat uiteraard niet alleen om de historische lessen, maar ook om de wetenschappelijke analyse van belangrijke nieuwe ontwikkelingen in de wereld die voor de strijd consequenties hebben.
Zoals altijd zal veel afhangen van persoonlijke initiatieven en het doorzettingsvermogen en de intelligente creativiteit en integriteit van strijdbare kaders.
De discussie over een ‘strijdbare vakbeweging’ is maar matig interessant als die geen onderdeel is van de discussie over een strategie voor een democratische, antikapitalistische revolutie. Het grootste probleem van onze tijd is de illusie dat alle verschrikkelijke maatschappelijke problemen oplosbaar zouden zijn zonder een grondige omvorming van de belangrijkste machtsverhoudingen in de wereld. Het is mede de taak van een ‘strijdbare vakbeweging’ om die illusie uit de wereld te helpen.
(*) Amsterdam, 7 juni 2022