Het afbreken van Palestijnse scholen is één van de vele manieren waarop de Israëlische bezetter de Palestijnse bevolking van de Westelijke Jordaanoever het leven onmogelijk tracht te maken om haar zo tot vertrek te dwingen. Enkele weken geleden werd de school in Kafr Malik afgebroken.
Daarna bezochten EU-vertegenwoordigers het vlakbij Ramallah gelegen dorp, waarbij zij van Israël terugbetaling van de Europese subsidie voor de school eisten. Maar zoals gebruikelijk tevergeefs. In totaal worden circa zestig scholen met sloop bedreigd, ongeacht of zij in het door Israël bestuurde C-gebied of het door de Palestijnse Autoriteit bestuurde B-gebied liggen. In het C-gebied gaat het om 32 scholen. Daarvan liggen er zestien rond de Palestijnse stad Al-Khalil (Hebron), zes in de Jordaanvallei, vijf rond Jeruzalem, twee bij Bethlehem en één bij zowel Ramallah, Jenin als Nablus.
De scholen liggen merendeels in gebieden met een bevolking van Bedoeïenen die als herders in kleine gemeenschappen leven. Zij staan niet alleen bloot aan de onderdrukking door de bezettingsautoriteiten, maar ook aan voortdurende aanvallen door Israëlische kolonisten die gaandeweg hun land overnemen. Half augustus werden twee scholen door kolonisten aangevallen. In de afgelopen vier maanden zag de complete bevolking van zeker vijf gemeenschappen van Bedoeïenen zich vanwege de voortdurende aanvallen van kolonisten gedwongen hun woonplaatsen definitief te verlaten.
Leerlingen op weg naar school hebben niet alleen te lijden van kolonistengeweld, maar worden ook geregeld aangehouden door Israëlische militairen en gedwongen in de bloedhitte te wachten tot zij hun weg kunnen vervolgen. Ook hun leraren liggen onder vuur. Afgelopen najaar werd bekend dat in Masafir Yatta leraren op weg naar school door het Israëlische leger werden aangehouden en hun auto's geconfisqueerd. In september 2022 publiceerde de Israëlische mensenrechtenorganisatie B'Tselem een overzicht van incidenten in het gebied. Daaruit bleek dat in vier maanden tijd zes auto's van leraren in beslag waren genomen. Overigens hebben niet alleen leraren met deze praktijk te maken. In de tweede helft van augustus overkwam in Masafir Yatta andere inwoners hetzelfde met elf auto's. Er is amper nog gemotoriseerd vervoer in de regio, aldus de dorpsraad. Een klein kind dat urgent medische zorg nodig had, moest onlangs per ezel naar een kliniek buiten het gebied worden vervoerd.
Een anonieme Israëlische 'veiligheidsfunctionaris' zei over de voorgenomen sloop van tientallen Palestijnse scholen dat de gebouwen 'onveilig' zouden zijn en een risico zouden vormen voor de leerlingen. Volgens hem zouden er bovendien slechts tien leerlingen per school zijn en werd de bouw met buitenlandse financiering gerealiseerd vlak bij bestaande scholen. De bouw van de scholen zou, kortom, een 'provocatie' zijn waartegen door Israël wordt opgetreden.
Een werkelijke provocatie speelde zich recent af in Oost-Jeruzalem, waar de Israëlische bezetter de boeken in beslag nam van Palestijnse leerlingen op weg naar school. De schoolboeken bevatten Palestijnse lesstof en hebben een Palestijnse vlag op het omslag. Dat mag niet. Enkele dagen eerder werd de chauffeur gearresteerd die met een auto Palestijnse schoolboeken in de stad distribueerde.
En zo begint het schooljaar voor Palestijnse leerlingen opnieuw met onveiligheid, geweld en verboden. Nog steeds kan Israël ongehinderd zijn gang gaan het leven van een complete generatie Palestijnse kinderen kapot te maken. Beletten van onderwijs is daarvan een pregnant voorbeeld.
Hoe heeft dit zover kunnen komen? Doordat Israëls westerse bondgenoten het laten gebeuren, zelfs al kost dat de Europese belastingbetaler tientallen miljoenen euro's. Wij roepen regering en parlement op concrete maatregelen te treffen tegen het onrecht. Dat doen we nu naar aanleiding van de voorgenomen sloop van de school in Al-Fakhit opnieuw.