welkom boeken inhoud |
In België vechten ondernemers (’patroons’) en strijdbare vakbondsleden ('militanten') om de vakbeweging. Een kenmerkend en leerrijk voorbeeld van deze gevechten is de kwestie van de “vier van Sidmar”. Sidmar is een staalfabriek in Zelzate, 20 kilometer van Gent en vlakbij de nederlandse grens, waar 4.800 arbeiders werken en 1.200 bedienden. Van de arbeiders is 99 procent lid van een bond (’gesyndikeerd’), 22 procent daarvan is georganiseerd bij een ABVV-bond (Algemeen Belgisch Vakverbond, vergelijkbaar met de FNV) Dirk Nimmegeers Patronaat offensief, de “vier van Sidmar”De ABVV-sekretaris (verantwoordelijk vrijgestelde), die Sidmar in zijn pakket had, werd in 1987 wegens verduistering van bondsgelden ontslagen door zijn bond, de Centrale van Metaalbewerkers (CMB). Het verdwijnen van deze bestuurder, E. van Assel, was een zegen voor veel kaderleden in het gewest Gent-Eeklo, aan het kanaal Gent-Terneuzen. Nu kregen ze de kans om de traditie van strijd en demokratie van hun eigen werkvloer over te laten springen op de kollegaas in de streek. En werden ze niet langer geremd door een bestuurder, die in elke CAO de innige samenwerking met de direkties en het respekt voor de konkurrentiepositie er doordrukte met manipulaties en eigenmachtig optreden. De Algemene Ledenvergadering van de CMB Gent-Eeklo koos in oktober 1987 een nieuw bestuur uit kaderleden, die in de praktijk naar voren gekomen waren. Michiel van de Voorde werd gekozen tot voorlopig sekretaris, dus opvolger van Van Assel. Hij was sinds 1982 hoofddelegee (belangrijkste vakbondsafgevaardigde) van de Scheepswerf van Langerbrugge, een vakbondsbolwerk in de kanaalzone. Februari 1988 werd de benoeming van Michiel door het Provinciaal Kongres bevestigd. Ik sprak met hem over de “vier van Sidmar” de belgiese vakbeweging en de strategie van de ondernemers ten opzichte van de vakbeweging. Positie delegeesWat is er gebeurd bij Sidmar na die historiese Algemene Vergadering van oktober 1987 en wat is de positie van delegees? Michiel - Wij werden vrij snel gekonfronteerd met het verzoek om op Sidmar, dat een zeer belangrijk bedrijf is voor de ekonomie van België en voor de vakbeweging, vrije delegee-verkiezingen te organiseren. De delegees, afgevaardigden of vertegenwoordigers, zijn de stem van de arbeiders. Zij vertegenwoordigen de bond naar de basis toe en moeten omgekeerd zorgen voor de doorstroming van kritieken en voorstellen van de leden naar de bestuurders. Het zijn de delegees die onderhandelen met de ondernemers. Als zij niet luisteren naar de leden en alles 'en petit comité' regelen, kun je je het ongenoegen van de basis wel voorstellen. Was dat de situatie voor die vrije verkiezingen? Michiel - Onder het bewind van Van Assel werd de delegatie bij Sidmar altijd eigenmachtig door hem samengesteld. Daarbij negeerde hij regelmatig de uitslagen van de verkiezingen. Mensen, die het vertrouwen van de achterban verspeeld hadden en een pover aantal stemmen haalden, viste hij weer op om hen - tegen de uitspraak van de achterban in - toch weer delegee of zelfs hoofddelegee te maken. Die mensen zaten daar dus alleen bij de gratie van hun bestuurder. Hun tweede bondgenoot werd dan al gauw, uiteraard onrechtstreeks, de ondernemer. Deze profiteerde van het meedenkbeleid van Van Assel en zijn delegatie en van de gevoelens van onmacht, veroorzaakt door het autoritaire optreden van de sekretaris. Het mooiste voorbeeld was de CAO van 1987. Slechts 34,8 procent van de leden stemde voor, na een vergadering met zeer onvolledige en verdraaide informatie. De delegatie zei: “De CAO is goedgekeurd, want 65,2 procent is niet genoeg om te staken.” Het bondsreglement zegt inderdaad dat 66 procent nodig is om een staking uit te roepen of verder te zetten, maar de kwestie van staken was helemaal niet ter stemming voorgelegd! Er was overigens op Sidmar ook een ’waakbond’ ontstaan, leden van de drie bonden, die voor hun petitie voor een demokratiese werking duizenden handtekeningen op het bedrijf hadden opgehaald. Onder die omstandigheden besloten we de eis van de militanten voor Vrije delegee-verkiezingen’, te honoreren. Vrije verkiezingenHoe zijn die vrije delegee-verkiezingen verlopen? Michiel - In de eerste plaats kregen we te maken met sabotage van de ondernemer. We kregen geen lokaal en geen aktuele werknemerslijst. In de tweede plaats kwam er een oproep van de oude delegees om de verkiezingen te boykotten. Zij voorzagen dat ze weinig stemmen zouden halen. Maar er speelde nog iets. Bij een groot bedrijf als Sidmar worden vier delegees vrijgesteld van produktie-arbeid, hun loon wordt doorbetaald. Die vier wilden hun post houden. Wij van onze kant zetten door. Dat kwam neer op: grondig raadplegen van de leden - strikt respekteren van de uitslag - kontrole door onder anderen buitenstaanders - sowieso de oude delegees kandidaat op de lijst, verder een open kandidaatstelling - een cirkelvormige stembrief, dus geen namen onder elkaar waaruit een volgorde van voorkeur zou blijken, maar alle namen op dezelfde hoogte. De verkiezingen duurden twee dagen, Sidmar kent namelijk een volkontinu-systeem, waarbij 674 mensen hun stem uitbrachten en negen afgevaardigden en negen reserves gekozen werden. Was het daarmee gedaan? Michiel - Nee. De direktie weigerde om de nieuwe delegatie te erkennen en te installeren. Ze bleef de oude ploeg van Van Assel als gesprekspartner beschouwen! Onze herhaalde protestbrieven haalden niets uit en de CMB gaf aan haar demokraties gekozen delegees de opdracht hun mandaat effektief uit te oefenen. De vier mensen met de meeste stemmen, de vrijgestelden, moesten hun uren gewoon opnemen. Van 1 december 1987 tot 12 januari 1988 hebben zij dat kunnen doen en toen werden ze “om dringende redenen” en “wegens het verstoren van de normale overlegorganen” ontslagen. Vanaf die dag is het gevecht begonnen om de heropname van de vier. De direktie stuurde alle arbeiders persoonlijk een brief, waarin deze vier kameraden werden zwart gemaakt. Ook onze overige delegees en militanten werden met ontslag bedreigd. De twee andere bonden werd ingeprent zich niet met deze “interne ABVV-aangelegenheid” te bemoeien. Toch kwamen er heftige akties op verschillende afdelingen van het uitgestrekte bedrijf en elke dag stonden de vier aan de poort. Dit alles werd, weliswaar met veel kosten en moeite, onderdrukt door wekenlange intimidaties door bazen en ingenieurs of mensen van de personeelsdienst en misschien nog het meest door het optreden van de rijkswacht. Ook zij stonden dagenlang aan de poort, met waterkanonnen en in gevechtskledij. Wie stopte, werd gesommeerd door te rijden naar het werk, af en toe met een tik van de matrak. Op de ochtend dat wij een algemene staking hadden willen afkondigen op Sidmar, werden tientallen van de 350 postende mensen - vakbondsmensen uit het hele land waren naar Zelzate gekomen - het ziekenhuis ingeslagen door de “wacht der rijken” of de “bende van Nijvel”, zoals ze steeds vaker genoemd worden. Bij verscheidene akties zijn we het bedrijf weer binnengedrongen - ook ik, nochtans een vakbondssekretaris, mocht het terrein niet meer op - maar toch misten de mensen de permanente stimulans en organisatiekracht van hun voormannen. Het ABVV op Sidmar was onthoofd. Het geweld en de intimidatie hebben er voor gezorgd dat de arbeiders het niet aangedurfd hebben om massaal te gaan staken, hoewel ze in meerderheid en tot vandaag de vier demokraties gekozen delegees bleven steunen. Beperkingen wettelijke wegHoe staan de zaken nu? Michiel - De vier en hun bond, de CMB, hebben de direktie van Sidmar voor de arbeidsrechtbank gedaagd. Twee keer, dus één keer in beroep, werd het staalbedrijf in het ongelijk gesteld. De direktie bleef weigeren onze delegees terug aan te nemen en dan blijkt hoe beperkt de wettelijke weg voor de arbeidersklasse is. De rechtbank kan namelijk niet meer doen dan dwangsommen opleggen. Onze vier kameraden hebben de miljoenen die door de staalfabriek op hun girorekening werden gestort, onder kontrole van de bond geplaatst. Elke maand wordt hun salaris eraf gehaald en op de dag dat ze weer aangenomen worden, zullen ze de rest terugbetalen. Onze eis blijft: de vier moeten binnen! Sterke bonden voor wie?Is deze geschiedenis van Sidmar een op zichzelf staand geval of passen de gebeurtenissen in een strategie van de ondernemers? Michiel - Er is hier geen sprake van een geïsoleerd ingrijpen tegen enkele heethoofden. Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) heeft in 1988 een nota uitgebracht over de aanpak van de vakbonden. Het VBO wil een geheim referendum verplichten bij stakingen, wil solidariteits- en politieke stakingen verbieden en het recht op stakingsposten bijna afschaffen ... De ondernemers spelen handig in op de huidige stand van zaken in de vakbeweging. Ze willen sterke bonden, zeggen ze. Wij weten wat zij bedoelen. Bonden, die sterk genoeg zijn om zich te beperken tot het vrijwaren van het overleg en toch hun troepen in de hand houden. De vakbeweging komt uit een periode van defensief. Ten eerste heeft de leiding ondervonden dat het programma niet haalbaar was onder de huidige krachtsverhoudingen en toen is ze maar tot verlaging van de eisen overgegaan. Veel kaderleden werden hierdoor in verwarring gebracht. Ten tweede waren de kaderleden niet opgeleid om opgewassen te zijn tegen de vloedgolf van decentraal overleg. De vorming van de basismilitanten is behoorlijk, maar die van het tussenkader - sekretarissen en andere bestuurders - laat veel te wensen over. Dit, plus hun jarenlange vertrouwelijke omgang met de direkties, heeft ervoor gezorgd dat ze bereid waren om veel te ver mee te gaan met de redeneringen van ondernemers in krisistijd. Ze bleken niet in staat hier degelijke, bestudeerde alternatieven tegenover te plaatsen. In die situatie zijn de ondernemers systematies die plaatsen beginnen aan te vallen, waar de bonden nog het sterkst stonden. Een aanval dus op de oppositie in de bedrijven zelf. Dat uitgerekend de werking op Sidmar is aangepakt, is niet beslist door de direktie zelf, maar door de ondernemers van de IJzeren Staalnijverheid (Fabrimetel), traditioneel één van de tenoren van het VBO. Het was de toepassing van wat enkele maanden later in de genoemde nota is gesystematiseerd. Daarbij kwam dat België maandenlang zonder regering zat. In die periode zijn hier en daar tientallen delegees buitengegooid. Zo schiepen de ondernemers een probleem. Aan de sociaaldemokratie, tot op zekere hoogte het politiek verlengstuk van het ABVV, is te verstaan gegeven dat er tijdens en na de regeringsonderhandelingen wel over gepraat kon worden, maar in ruil voor ... Decentraal en flexibelWat is het verband tussen die sociale en politieke strategie en de technologiese en ekonomiese ontwikkelingen? Michiel - Ook België kent de toverformule ’Europa 92’. De patroons zeggen: “Wij moeten onze konkurrentiepositie verstevigen.” Dat betekent onder meer flexibilisering van de arbeidssystemen, loonflexibilisering en bloei van de uitzendburoos. De vakbeweging, die óók hier niet op voorbereid was en overspoeld werd door experimenten, nepstatuten en ingrepen, heeft een houding aangenomen van ’op punten verliezen om niet knock out te gaan’. Aan de basis bestond er tenminste nog een korrektie op het aan de top in elkaar geknutselde overleg. Zelfs ondernemingsraden werden hier en daar tot eisende organen gemaakt. En de ondernemers hebben begrepen dat ze die haarden van verzet zullen moeten opruimen. Bovendien is het juist daar, dat ze in de toekomst het overleg willen installeren en niet meer op algemeen, nationaal vlak. De vakbeweging is nog altijd een macht in België, nog steeds veel leden en stilaan op veel plaatsen een nieuw elan. Maar de leiding durft die macht niet te gebruiken, ze durft die uitdaging niet aan. Onder voogdijHoe is er door die leiding gereageerd op de provokatie met de “vier van Sidmar”? Michiel - Zeer teleurstellend vanwege de Nationale Leiding. Wij mochten tijdens de rechtszaak het bedrijf niet meer binnentrekken, de leiding aanvaardde de voldongen feiten om het overleg met de Sidmar-direktie toch nog enigszins in stand te houden. Wij werden min of meer onder voogdij geplaatst en stuitten op de weigering er een nationale vakbondszaak van te maken. De topbestuurders wilden niet inzien dat er hier sprake is van een patronale speerpunt-aktie. Er is wel veel solidariteit gekomen vanwege bedrijfsdelegaties en ledenvergaderingen, vanuit alle centrales (bonden). Binnen de CMB is er een zekere vooruitgang. De Algemene Vergadering heeft het ABVV verzocht een landelijke militanten-manifestatie te organiseren als eerste aanzet van een kampagne voor een betere bescherming van de delegees. Hier blijven we op hameren. Bewegingen aan de basis maken de geschiedenisWelke algemene ontwikkelingen zie je verder en waar sta jij? Michiel - Er ontstaan nu in alle bonden groepen die een onmiddellijke en grondige ’herbronning’ bepleiten. Een gans andere aanpak van het werk aan de basis, laten zien aan het patronaat dat de arbeiders net als de patroons kunnen zeggen: “Dit zijn onze grenzen en daar gaan jullie niet buiten.” Vakbondskaders, militanten, die het patronaat gaan uitdagen op het vlak van zijn systeem en die dat systeem zelf in vraag gaan stellen. Ze vormen nog een minderheid, die zelfs bestreden wordt door sommigen in het ’apparaat’, maar haar groei is onomkeerbaar. Is dat wel zo, kun je die groei zomaar overlaten aan de spontane beweging? Michiel - De geschiedenis van de vakbeweging wordt uiteindelijk niet gemaakt door kongressen en beginselverklaringen, maar door de bewegingen aan de basis van de vakbeweging. Bewegingen die uitmonden in kongresbesluiten en dergelijke. Zo’n beweging is nu ontstaan, uit onvrede. In sommige bonden hebben de leden de stap van kritiek naar studie al gezet. De huidige vakbondsstruktuur biedt al een zekere mogelijkheid om die beweging te laten groeien. Het hart van de bond is immers nog steeds de militantenkern op het bedrijf, verkozenen, delegees en ’gewone’ leden. Daar gebeurt het debat. Zij zullen de besturen met steeds scherpere vragen en keuzes konfronteren. Daarnaast zijn er verrijkende invloeden op het debat binnen de vakbeweging vanwege kleine linkse en groene partijen en vanwege de linkse stroming binnen de sociaaldemokratie. Als vakbonds(kader)lid en via pamfletten en andere publikaties stellen deze mensen belangrijke zaken aan de orde. Tenslotte is er hier en daar sprake van een meer georganiseerde oppositie, mensen die doorheen de bonden elkaar vinden. Er zijn vele positieve ontwikkelingen en ik durf te beweren dat de vakbeweging over enkele jaren strijdbaarder en demokratieser zal geworden zijn en meer oog zal krijgen voor zaken als bijvoorbeeld de milieuproblematiek en vooral, wat zeer belangrijk is, voor het internationale karakter van de strijd.
Naschrift
|