Welkom Commentaren

Solidariteit - Commentaar 533 - 9 maart 2025

De leden hebben gesproken?!

Sjarrel Massop (1)

De vakbeweging verliest invloed - sociaal en economisch. Meer dan veertig jaar 'polderen' heeft haar geen goed gedaan. De vergrijzing neemt toe, de ledenaanwas blijft achter, de politieke tegenwind is verontrustend, de werkgevers geven niet veel weg en ook met de overheid is het moeilijk zaken doen. Tijd voor een herbezinning, ook naar aanleiding van de actuele crisis in de FNV.

De leden waren deze dagen aan zet, van 19 tot 26 februari, voor de verkiezing van het nieuwe Ledenparlement (LP) de komende vier jaar. Een belangrijke verkiezing, omdat dit parlement het Dagelijks en Algemeen bestuur kiest. Maar ze is tot een nader tijdstip uitgesteld, een meerderheid in de bond wil eerst de interne strubbelingen oplossen met een interim bestuur.

Uitstel

De verkiezing voor de voorzitter is ook uitgesteld. De rivaliteit tussen de twee kandidaten lijkt niet inhoudelijk en schijnt zich te beperken tot een gevalletje 'reputatieschade'. Om daarvoor de organisatie meer dan een half jaar zonder voorzitter te laten functioneren, is onwenselijk. De twee hebben al meer dan vier jaar samengewerkt. Twee voorzitters in deze situatie kan geen probleem zijn.

Het Ledenparlement is in de FNV het hoogste orgaan, sinds het congres gedegradeerd is tot een gezellige en informatieve dag. Het LP is op 1 maart aangesteld en de eerste vergadering vond 6/7 maart plaats.
Gedurende de afgelopen vier jaar blonk het LP niet uit in een kritische beoordeling van zowel het bestuur als de werkorganisatie. De verbinding tussen de fracties van de sectoren van het LP met de sectorraden die ze vertegenwoordigen is, en dat is een understatement, slecht. Dat komt, omdat het LP met een geliefde hobby met reglementen, procedures en statuten geen plicht heeft zich te verantwoorden. Er is geen last (opdracht) aan de achterban.
In het algemeen beschouwd, is kennelijk voor velen het met elkaar bezig zijn belangrijker dan de behartiging van de belangen van de leden.

Uitslag

De FNV kent twee typen organisaties. Enerzijds zijn dat de sectoren die met de fusie hun status van vakbond hebben opgegeven en als sector binnen de bond functioneren, zij vormen het zogenaamde ongedeelde FNV. Anderzijds hebben enkele bonden vastgehouden aan de status van vakbond, de belangrijkste zijn de onderwijsbond en de politiebond, Zij hebben een geheel eigen organisatiestructuur, de enige verbinding die ze nog hebben met het ongedeelde FNV is dat ze zetels hebben in het LP. Ze hebben een eigen bondsbestuur, een eigen bondsraad, een eigen ondersteunende werkorganisatie en organiseren de verkiezingen voor het LP zelf.
De sectoren van het ongedeelde FNV hebben tachtig zetels. De verdeling daarvan is overeenkomstig de omvang van de sector. Zo is de sector senioren de grootste en heeft de meeste zetels: zeventien parlementsleden. Deze onderverdeling leidt tot een onderlinge rivaliteit tussen de sectoren. Hoezo zijn de belangen van de senioren belangrijker dan die van de jongeren die slechts één zetel hebben?
Voor de aangesloten bonden die buiten het ongedeelde deel van de FNV vallen, zijn er 23 zetels over. Zij organiseren zelf hun verkiezingen. De grootste is de onderwijsbond met tien zetels en de politiebond met drie.

Het ongedeelde FNV dat dus hun leden van het LP konden kiezen, bedraagt bijna 900.000 mensen. Een geïmproviseerde telling laat het volgende resultaat zien. Iets meer dan 24.000 leden hebben hun stem op een kandidaat uitgebracht. Bijna 3.000 stemmen waren blanco. Voorzichtig geraamd, kunnen we ervan uitgaan dat ongeveer 30.000 leden hebben gestemd. Dat is een opkomst van iets meer dan 3 procent. Voor een ledenvereniging is dit zonder meer zeer teleurstellend. Van democratie is geen sprake, de leden lijken zich te beperken tot 'het stemmen met de voeten'.

Democratie

Hiermee komen we wel direct bij een wezenlijk probleem van de FNV. De bond is los geslagen van de leden. Er is geen interne democratie, de kloof tussen leden en vereniging is groot. Democratisering is een mooie opdracht aan het Ledenparlement en is één van de drie pijlers van noodzakelijke veranderingen in de FNV. Twee andere basisbegrippen liggen iets gecompliceerder: vakbondswerk aan de basis en activerend vakbondswerk.
Het bedrijvenwerk van de bond heeft de laatste jaren een geweldige optater gehad. De bedrijfsledengroepen stellen weinig meer voor, hele sectoren zijn versnipperd, denk aan het vervoer, de bouw, de zorg en vooral de industrie. De nadruk is komen te liggen op het werk van de ondernemingsraad. Lang is geredeneerd dat vakbondswerk op het niveau van het bedrijf te verbinden is met de bijdrage aan de ondernemingsraad. Dat kan, maar het werk in een ondernemingsraad is bijna een vrijgestelde medezeggenschap. Met een zwak kaderwerk op de werkvloer wordt het werk in de ondernemingsraad gedegradeerd tot lippendienst aan het bedrijfsmanagement. Een OR kan geen druk meer uitoefening door acties op de werkvloer.

Tuur Elzinga heeft dan wel in zijn recente boek Democraten aller landen, verenigt U! nadrukkelijk op het belang gewezen dat debat en verschillen van mening essentieel zijn in een vereniging als de FNV. Maar daarmee blijft echter (voorlopig) de conclusie overeind staan: Het is slecht gesteld met de democratie in de FNV.

(1) Zie ook in deze ronde: e533-3.

Stempel Solidariteit blijft