Welkom Extra's

Over de toekomst van de FNV

Democratie en strijdbaarheid, leden aan het woord

Sjarrel Massop

De vakbeweging is naar binnen gericht. Ze is met zichzelf bezig en heeft de aansluiting met de leden verloren. Die kan herwonnen worden, voorwaarde is wel dat er gebroken wordt met een overlegtraditie. Dat wil niet zeggen geen overleg meer, belangrijk is het besef dat dit overleg als zodanig geen resultaten oplevert. De positie van de werkenden en de precairen verslechtert snel.
In het commentaar van deze ronde 533 (com 533) van Solidariteit is de conclusie getrokken dat het slecht gesteld is met de democratie. Hier worden drie thema's verkend, vakbondswerk aan de basis, activerend vakbondswerk en democratisering, ze kunnen een startpunt zijn om de FNV weer in beweging te krijgen

fnv logo

Krachtenveld

Marike Kuperus stelt in haar boek De vereniging op survival, haar publicatie was populair in de FNV ten tijde van de fusie in 2011 (1): In een goedlopende zware verenigingsdemocratie is de invloed van de leden feitelijk geregeld. Ze kunnen - al dan niet getrapt - hun stem laten horen en zullen dat - door hun betrokkenheid - ook doen. Communicatie over het aanbod, de resultaten en de doelen van de vereniging is wel zinvol.
Deze stelling toepassen op de FNV laat maar één conclusie toe, het is niet best met de interne democratie in de FNV. De oproep van Tuur Elzinga Democraten aller landen verenigt U heeft niet aan betekenis verloren, maar lijkt in stilte te verdwijnen.

De betekenis van de stelling van Kuperus is: om als een ledenvereniging succesvol te zijn, is het noodzakelijk het contact met de leden actief te organiseren. Dat heeft de vakbeweging de laatste decennia laten liggen. Ze is verworden tot een cocon van reglementen, procedures en statuten dat de democratie ondermijnd heeft.
Kuperus onderscheidt drie krachten in de vereniging: de leden, het bestuur en de werkorganisatie. Naarmate het accent verschuift van de leden naar de werkorganisatie, neemt de democratie in de vereniging af. De uitkomst van de laatste verkiezingen van het Ledenparlement illustreert dat. (zie het commentaar 533)

Werkorganisatie

Het personeel van de FNV, de werkorganisatie, heeft (vermeende) fricties met het bestuur, aangegrepen om het functioneren ervan aan de kaak te stellen. Ze ging zelfs zo ver dit naar buiten te brengen - over interne democratie gesproken.
Het is gebruikelijk dat er fricties in een bestuur en een vereniging zijn. In een democratische vereniging kun je niet zonder! De FNV heeft de mond vol over 'governance', vrij vertaald: hoe wordt een organisatie aangestuurd?
Een voorbeeld is de 'kritische governance'.(3) Mandela begreep het belang van het creëren van ruimte voor tegengeluid, zelfs in tijden van conflict. In plaats van verbittering en strijd koos hij voor oplossingsgerichtheid en samenwerking met het regime dat hem gevangen hield en de zwarte meerderheid onderdrukte. Mandela's leiderschap illustreert het inzicht dat het aanmoedigen van diversiteit in denken essentieel is voor het bevorderen van vooruitgang en groei, zowel op persoonlijk gebied als op organisatieniveau.

Dit is de slag die Elzinga niet gemaakt heeft, ten tijde van de pensioenstrijd. Toen wilde hij zijn oppositie niet faciliteren. Daarmee heeft hij de discussie en de democratie de nek om gedraaid. In zijn boek Democraten aller landen, verenigt U! getuigt hij van het omgekeerde. Hij ziet in dat het debat, de meningsverschillen, de discussie, essentieel zijn voor een vereniging als de FNV.

De meerderheid van de werkorganisatie onderkent dit mechanisme niet. De belangrijkste reden is dat ze verschillende belangen heeft met en in een vereniging. Als er heisa is binnen de club, wanneer het even minder gaat, dan heeft dat directe gevolgen voor de eigen positie. De voor de hand liggende reactie is: de discussie uit de weg gaan, zo ook het debat en de meningsverschillen. Gedonder is lastig en kan tot ongelukken leiden die de mensen van de werkorganisatie belasten.

Organisatiestructuur

Een derde krachtenveld is gelegen in een meer dan zestig jaar oude stelling die aan relevantie niets verloren heeft. Deze stelling luidt structuur volgt strategie. (4) De gedachte is dat de organisatiestructuur aangepast dient te worden aan de doelen van de organisatie. Voorbeeld. Wie kampioen wenst te worden met zijn of haar voetbalelftal heeft weinig tot niets aan een sterk goed georganiseerd bestuur. Wel is bijvoorbeeld een stel vrouwen nodig dat vaardig en gedisciplineerd is, goed op elkaar ingesteld is, er lol in heeft en voor elkaar door het vuur gaat. De vakbeweging heeft dit idee volledig losgelaten. Hoe vaak hebben we niet de laatste jaren gehoord: 'er zat niet meer in, de mensen willen niet'.

Een voorbeeld dicht bij huis, de bond nam samen met het Ledenparlement het initiatief tot 'sectoralisatie': centraal wat centraal moet, sectoraal wat sectoraal kan. Daargelaten dat in een democratische vereniging alles decentraal moet. De opzet voor een extern onderzoek is door de werkorganisatie gedaan en het werd een fiasco.

Conclusie: De vereniging moet de werkorganisatie onder controle houden.

Vervanging

In een discussie met Piet Rietman, was lid van het dagelijks van de FNV, ging het om 'vervanging'. (e530-2) (5) Hier samengevat.

* We kunnen de mond vol hebben over klassenstrijd, arbeidersstrijd, vrouwenemancipatie, enzovoort, maar we doen dat vanuit een riante positie met een goed inkomen, goed opgeleid, makkelijk kunnen functioneren op de arbeidsmarkt. Voor echte solidariteit is het besef dat er grote ongelijkheid in de wereld is, voldoende om actief te worden. Het is een andere zaak, wanneer je je merites gebruikt om je te kunnen onttrekken aan de klasse waarmee je je solidair verklaard.

* Het wordt nog erger wanneer je je permitteert om namens de klasse, het proletariaat en het precariaat te spreken. De klasse zelf kan niet vervangen worden! Met wellicht de beste bedoelingen worden er heel vaak pogingen gedaan dat toch te doen.


Een belangrijke stelregel is dat niets in staat is, anders dan de werkers zelf, om de strijd voor de eigen emancipatie op te pakken en te voeren. Geen bestuur, geen voorzitter, geen werkorganisatie, geen overgangsplan, geen Raad van Toezicht, geen Ledenparlement, geen Kaderberaad, geen gebundelde sectorraden, geen netwerken, geen werkgroepen, helemaal niets, nada, noppes.

Moeten we dan wachten tot de leden zelf in beweging komen? Dat is niet altijd nodig, initiatieven kunnen genomen worden vanuit het besef dat daarmee mensen in beweging komen. Die initiatieven moeten wel een (strijd)perspectief hebben en ook democratisch georganiseerd zijn. Wanneer de leden van de bond niet het gevoel en de notie hebben dat initiatieven een perspectief bieden, dan ontstaat er verwijdering en zullen ze terughoudend worden. Werkplannen zijn goed, wanneer leden een rol kunnen spelen, bij de opstelling ervan betrokken worden en hun mening kunnen geven over de aanpak en de uitvoering.
Ik herinner me een voorval zo'n dertien jaar geleden in de strijd om de zorg. De organizers en de actieleiding hadden tien speerpunten voor de strijd opgesteld. Er kwamen twee vrouwen naar me toe, ze hadden in Amersfoort duizend protest-handtekeningen opgehaald. Hartstikke goed, ik stelde voor dat ook Amersfoort een speerpunt zou worden. Maar dat kon niet, er waren keuzes gemaakt. Het voorstel om dan maar op eigen kracht iets te gaan doen, werd niet gewaardeerd. De vrouwen waren teleurgesteld. Zo moet het dus niet. Zodra mensen in strijd komen, zal dat een perspectief bieden om de strijd voort te zetten en uit te breiden. Daarop past geen enkel organisatorische argument.
Een andere belangrijke overweging is dat initiatieven een vervolgperspectief voor strijd krijgen. Een zoveelste petitie die verzandt in de willekeur van een overheid, gaat demotiverend werken.

Conclusie: De arbeidersklasse is autonoom, maar ook divers, denken voor de arbeidersklasse is bloedlink, discussiëren kan altijd.

Perspectief

Wat er nu met de vakbeweging gebeurt, zal haar niet veel verder helpen, integendeel het zal de problemen vergroten. Het personeel van de FNV, met in zijn kielzog de samenwerkende sectoren, is de bond een slechte dienst aan het bewijzen. Positief is dat er een nieuw Ledenparlement begonnen is, een nieuw hoogste orgaan in de vakbond, het moet hard aan het werk. Niet wachten tot de kou uit de lucht is, er is juist nu de mogelijkheid om op de wijze van Nelson Mandela alle kritiek te bundelen en in het beleid een plaats te geven. Met als richtsnoer: er is maar één kapitein op het schip, dat zijn de leden.

Het te beogen perspectief is in drie onderdelen samen te vatten:

Met als uitgangspunt: er is geen verschil in belangenbehartiging! Vakbondswerk voor senioren is net zo belangrijk als de arbeidsvoorwaarden in de zorg, als het behoud van werk bij Tatasteel, als het inkomen voor uitkeringsgerechtigden. Het is wel wezenlijk dat de vakbondsstrijd op relaties berust. Solidariteit tussen de sectoren is van levensbelang, samenwerking en solidariteit tussen sociale bewegingen en de vakbeweging zijn belangrijk. Zo zal bijvoorbeeld de strijd voor Groenstaal, waarvoor de FNV zich sterk maakt, niet gewonnen worden wanneer de milieubeweging en de omwonenden daarin niet nadrukkelijk betrokken worden.

Conclusie: De vakbeweging moet stoppen naar binnen gekeerd met zichzelf bezig te zijn, ze moet een democratische beweging met veel debat worden en de handen uit de mouwen steken in de ondergelopen polder.

de Solidariteit
De Solidariteit


(1) Marike Kuperus (2011), De vereniging op survival, Kuperus en co.
(2) Tuur Elzinga, (2024) Democraten aller landen, verenigt u,, Voorschoten, Bot.
(3) Casper van Leusden (2024), Koester en versterk het kritisch vermogen van de organisatie, NR Governance expert.
(4) Alfred Chandler en Henri Mintzberg (1962), Structure follows strategy. Structure follows strategy.
(5) Piet Rietman,(2024) Nee, we hebben geen gedeeld belang, Jacobin