
Sjarrel Massop
Maandag 1 september jongstleden stuurden Lodewijk Asscher en Ton Heerts een brief aan Beste FNV'ers. Ze zijn de tijdelijke toezichthouders, die op verzoek van de Ondernemingkamer - geraadpleegd tijdens de FNV-crisis - zijn ingeschakeld. In die brief komen ze met plannen voor een nieuwe besturing ('governance') van de FNV.
Een verkorte versie is te lezen op de website van de FNV, een volledige is via de besturen van sectorraden ook bij de kaderleden terechtgekomen, Ook te lezen bij in ons dossier FNV, onderweg op onze website. Het is aan de sectorbesturen om tot een reactie te komen.
Het 'schrijven' geeft inmiddels heel wat commotie binnen de vereniging. Het heeft voor bestuursleden, kaderleden en ook voor de leden van de werkorganisatie verstrekkende gevolgen. Markant is dat de crisis van de FNV wordt besproken als een 'management probleem' en geeft dus alle aanleiding tot kritiek. Hier in een tiental punten samengevat.
1. Vereniging
De binding van burgers aan verenigingen verandert. De moderne vereniging is veelal een achterban organisatie, waarbij het grootste deel van de leden niet actief is. Klantenbinding wordt belangrijker dan de ledenband. (1)
Dit citaat uit het boek van Marike Kuperus tekent de verwording van de FNV. (Kader)leden spelen een beperkte rol in de 'governance'. Het zijn besturen en de werkorganisatie die aan bod komen. Een nieuw kritisch en strijdbaar perspectief moet gezocht worden bij de leden. Vakbondswerk aan de basis - activerend vakbondswerk - democratisering van de totale organisatie. De Raad van Toezicht houdt zich daarmee niet bezig.
2. Sociale veiligheid
De vakbeweging kent een eigen cultuur en omgangsvormen. Ze zijn direct, misschien niet altijd even subtiel. maar onderling solidair. Zij het met een geschiedenis waarin vrouwvriendelijkheid, openheid naar andere culturen, seksuele voorkeuren en leeftijd de laatste jaren bevochten moesten worden.
De FNV heeft een 'gedragscode' ontwikkeld die in de praktijk meestal positief blijkt te werken. De directe aanleiding van de huidige crisis laat echter het tegenbeeld zien bij wat de 'werkorganisatie' heet.'
3. Het Ledenparlement
Het Ledenparlement (LP) wordt in de wandelgangen beschouwd als een 'weeffout'. Dat kan best een understatement genoemd worden. Het LP is een kloon van een quasi democratisch model, de 'burgerlijke democratie' die de echte betrokkenheid van de leden verdoezeld. Zowel in de besluitvorming als de beleidsontwikkeling en dus de belangenbehartiging. De kloof die in het begin van de fusie al is geconstateerd, is nooit gedicht, sterker nog: ze is gegroeid.
Beleidsvorming vindt plaats tussen het Dagelijks/Algemeen Bestuur en de werkorganisatie. De grote boosdoener is hier wat het 'vrije mandaat' wordt genoemd. De bestuursleden werken zonder 'last of ruggenspraak' ten opzichte van het LP. Aangezien ze ook geen inhoudelijk binding hebben, zorgt deze centralisatie tot een ondemocratische gang van zaken.
4. Vervreemding
De vakbeweging is niet meegegaan met een aantal maatschappelijke ontwikkelingen. Zeker op het domein van de arbeid breekt dat de vereniging lelijk op. De inhoud van de arbeid die de vakbeweging beschouwt als een aangelegenheid van de ondernemer en het bedrijfsmanagement (e496-2), heeft geleid tot andere arbeidsverhoudingen.
5. Isolement
De sociale en economische problemen stapelen zich op. Het oude pleidooi voor een brede vakbeweging is in de huidige maatschappelijke situatie meer dan nodig. De brief stelt dat de meeste leden, de mensen die in dienst zijn van de vakbeweging, de ondernemers, politieke partijen en maatschappelijke organisaties een sterke en goed functionerende vakbond verwachten. De brief gaat echter niet in op de ontwikkeling die vakbeweging op dit terrein ingezet heeft - denk aan het klimaatnetwerk.
6. Lopende projecten
Met het afserveren van het zittende, dagelijks en algemeen bestuur miskennen of onderschatten de tijdelijke toezichthouders een aantal projecten dat in gang is gezet. Weliswaar zijn ze niet allemaal even flitsend, maar de beweging is er (e530-2). De brief van Asscher en Heerts maakt de indruk dat we opnieuw kunnen beginnen.
7. Machtsverhoudingen
De brief van de tijdelijke toezichthouders komt vaak niet verder dan het moment van vandaag. In meerdere opzichten, langzaam maar zeker, zijn er verbeteringen tussen vooral actieve kaderleden en de werkorganisatie. Helaas beperken Asscher en Heerts zich tot de top van het FNV.
8. Versterking of verzwakking?
De toezichthouders spreken over een versterking van het Interim bestuur. Met alle respect, ze beperken zich tot oudgedienden, bepaald geen kampioenen van de Nieuwe Vakbeweging.
9. De 'wat/hoe' verwisseling
Het toverwoord is de 'governance' geworden. Hoe gaan we het strijdperk in, hoe gaan we opnieuw aan de slag en hoe georganiseerd? Een werkelijke analyse van 'wat' er aan de hand is, ontbreekt. Het lijkt erop dat we zonder wapens het strijdperk ingaan. Geordend, maar uitermate kwetsbaar.
Hier een citaat uit een brochure van Merijn Oudenampsen (2018) die niet geraadpleegd is:
Gezien het technocratische karakter van de neoliberale wende [voor Nederland: een stille revolutie geweest] is het belangrijk voor de vakbonden om veel scherper de ontwikkelingen op het gebied van ideeënvorming rond economisch beleid in de gaten te houden. (2)
10. Een sociaaldemocratische coupe?
Asscher en Heerts: Binnen de FNV zijn diezelfde waarden echter doorgeschoten en uitgegroeid tot een complex conflict waarin iedereen tegenover elkaar kwam te staan. Ondanks vele pogingen is men er niet in geslaagd om de onderlinge geschillen op een professionele manier op te lossen.
Het klinkt als 'einde discussie' met een centrale aanpak. Een crisis vergt echter volstrekt iets anders, een stevig debat met veel meningsverschillen waaruit in solidariteit zich nieuwe perspectieven ontwikkelen.
Tot slot. Vrijheid is altijd vrijheid van andersdenkenden. De strijdkreet van een Poolse, joodse arbeidsmigrant die zich de Duitse nationaliteit heeft weten te verwerven en voorvrouw is geworden van de internationale sociaaldemocratie. Ze is niet alleen beroemd geworden door haar scherpe analyse van de accumulatie van het kapitaal, waar Merijn Oudenampsen op hamert. Ze is vooral beroemd geworden door haar studie over de verhouding tussen de vakbeweging en de politiek. Haar naam: Rosa Luxemburg (3).
1.De vereniging op survival, overlevingsstrategieën voor hedendaagse verenigingen. Kuperus
2. Boumans, S. Eshuis, W, (2018), Positie en strategie vakbeweging, beschouwingen, analyses en voorstellen, De Burcht.
3. Luxemburg, R., (1906), Massastaking, partij en vakbonden, in Marxist Internet Archief