welkom
extra
Solidariteit

Eerst democratie in de bond dan in de economie

Nieuwe Vakbeweging: maak het verschil

Lot van Baaren

Even voor de fietsers onder ons, misschien herkennen jullie het. Een vergelijking.
Ik had wat dingetjes aan mijn hoofd de laatste jaren en mijn vouwfietsje leed er onder. Vorige week brak de ketting bijna door vuil en roest na weer zo'n pekelperiode. Hij trapte al zo verschrikkelijk zwaar en gelukkig heb ik 'm afgelopen weekend net op tijd nog een smeerbeurt gegeven. Anders had ik mooi aan de kant van de weg gestaan.

Ik kom nu wel weer vooruit, maar elke keer als ik probeer kracht te zetten, schiet mijn ketting eraf. Kom ik weer met zwarte handen op mijn werk of op een vergadering. Goed, het is beter dan vorige week, ik kom in ieder geval weer vooruit. Maar het is wel frustrerend als je niet even flink op de pedalen kan staan om op tijd te komen.
Toen ik van de week alweer een trein miste, schoot het door mijn hoofd: ik lijk mijn eigen vakbond wel. De ketting houdt het, we gaan de goede kant op, maar wat zou ik graag wat kracht zetten bij al deze tegenwind! En even flitste dat ideaal van een nieuw tandwiel voor me op, dan flink op de pedalen en stel je voor: windje mee .…. wauw! Dan heb je ineens weer tijd over om je beter voor te bereiden en klaar te staan.

Jonge bobo's

Ik ben een mens van idealen. En ik blijf ze nastreven. Tegenwind of niet. Ik blijf ook liever kansen zien en weiger te verzuipen in bedreigingen. En ik blijf van 'geen woorden maar daden'. Dus ik hoor verkenner Wijffels zeggen dat de Nieuwe Vakbeweging 'van onderop' georganiseerd moet worden, maar ik zie hem het tegenovergestelde doen : vijf mensen die niet van de werkvloer zijn, kwartiermakers, die statuten en besturen bedenken. Helemaal alleen en van bovenaf, de oude politiek van 'slikken of stikken'.
Ja natuurlijk willen ze zich eerst begeven "tot in de haarvaten van de vakbeweging". In anderhalve maand. Vooruit: tien haarvaten. Voor de rest wat flinke aders, de aorta. En natuurlijk het nieuwe kloppend hart van de toekomstige vakbeweging: onze jonge generatie. Want de FNV moet jonger en diverser.

VVD-er Wiersema, voorzitter van FNV Jong, weet als geen ander waar het om draait bij de Nieuwe Vakbeweging. Jonger, diverser en uiteraard: sociale media! Ik dacht nog net op tijd dat ik weer even moest kijken op Facebook. Ja, hoor, FNV Jong, ze zijn er nog. Maar geen activiteiten, geen berichten, desondanks drie vrienden ..… Op Twitter wel drie tweets van FNV Jong deze week, waarvan twee om een cadeaubon of giftcard uit te delen. Gelukkig ken ik wel een aantal jonge FNV'ers die individueel virtueel actiever zijn. In hun statements komt steeds terug dat 'de jongeren' meer de dienst moeten uitmaken. En als ik wat dieper duik, gaat het vooral om jonge professionals die graag willen vertellen hoe het moet. Ze waren er ook in Dalfsen afgelopen maand op de werkconferentie heb ik gehoord. De jonge bobo's van de FNV hoor je wel, maar jonge leden die geen baantje in de vakbeweging hebben of er eentje najagen? Dat wordt al een stuk minder.

Stappen voorwaarts

Hoewel. Ik was 14 februari in de Jaarbeurs bij de aftrap van het CAO-traject in de sector VVT (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg), dat was lekker divers en stukken jonger dan een gewone kadervergadering. Daar was ook duidelijk waar het om draait. Het recht om je werk goed te doen. Zo simpel is het. De kwaliteit van het soort werk dat je doet en de arbeidsvoorwaarden waaronder je het kunt doen, maken samen het verschil: je voelt je er lekker bij of niet. De vijfhonderd mensen in de Jaarbeurs hebben de inzet bepaald en waren het er snel over eens. Vlak daarvoor hadden 2.500 leden in een enquête al aangegeven wat zij belangrijk vinden in de CAO. Ze waren het roerend eens, herkenbaar in de hele sector: meer collega's, minder flex, meer respect en waardering en handen af van de onregelmatigheidstoeslag. De andere bonden gaven hun steun en deze eisen moeten dan ook de onderhandelingen domineren. Maar nog voor de onderhandelingen begonnen, werd het overleg door Adriaan Wirtz, nu manager werkgeversbeleid bij de werkgeverspartij Actiz, opgezegd. Overigens, zijn collega manager Frank Bluiminck is één van de vier kwartiermakers …..
De werkgeverskoepel Actiz zit ook nog in de jeugd- en kraamzorg. In het totaal gaat in die gehele sector 14 miljard om. In de VVT alleen al werken 450.000 mensen. Saillant detail voor insiders: dezelfde Adriaan Wirtz was in de jaren tachtig en negentig bestuurder zorg bij de Abvakabo FNV. Ook Frank Bluiminck heeft daar gewerkt. Ik ken Adriaan nog, destijds luisterde hij al slecht naar het kader dat hem waarschuwde voor de onvrede onder de verpleegkundigen, later bekend onder de naam 'de witte woede'. Ik stond met kromme tenen te kijken hoe mijn vakbond Abvakabo FNV de plank missloeg en NU'91 werd geboren: 'de vakbond van onderop' die staat voor de kwaliteit van de zorg.

Hoe raar kan het lopen. Juist de nieuwe NU'91, die wars was van bobo's en achterkamertjespolitiek en zelf leden aan de onderhandelingstafel wilde, stond afgelopen week op zijn achterste benen. Abvakabo FNV had voorgesteld twee kaderleden als toehoorders mee te nemen. Dat ging Nu'91 nu te ver, ondanks dat met werkgevers was afgesproken deze kwestie als eerste agendapunt te bespreken. Realisering van de gezamenlijke eisen staat toch voorop zou je zeggen. Daarbij hoort volledige betrokkenheid van de zorgmedewerkers. En daarbij hoort eensgezindheid van de bonden. Uiteindelijk is het conflict afgelopen woensdag beslecht en mag iedereen een extra persoon meenemen naar de onderhandelingstafel. Dankzij de andere bonden, dus niet twee maar één kaderlid als toehoorder bij een CAO voor 450.000 zorgwerkers. Maar goed, het ging óók om het principe en dat is overeind gebleven.
Wat ik wil zeggen met dit verhaal, is dat er stapjes gemaakt worden. Soms grotere, soms kleine. Maar we gaan de goede kant op.

Nieuwe vakbeweging in discussie

Bondsraadsleden van de drie grootste FNV-bonden spraken afgelopen vrijdag met elkaar en op eigen initiatief over meer democratie en wat daarvoor nodig is. Over een ledenparlement en een gekozen bestuur, één ongedeelde vakvereniging waar iedereen lid van kan worden, die democratisch de middelen en mensen toewijst daar waar het nodig is om de werknemersbelangen het best te behartigen. Over herkenbaarheid, actieve leden en kracht op de werkvloer. Over de kwaliteit van het werk, het product en de dienstverlening. En over het betrekken van kader en leden van andere bonden bij deze discussie. Want informatie sijpelt daar matig door. Besturen gaan er over de informatievoorziening. En kennis is macht. Wat mij betreft: altijd de kennis delen, de macht delen, daar wordt ie beter van, dan corrumpeert ie minder.
Het ging echter ook over solidariteit en eenheid. Dat alleen al is winst. De discussie gaat niet over de structuur, dat lijkt misschien zo, maar over de wezenlijke begrippen: samen sterk, democratisch en solidair. De vakbeweging is in beweging en dat moet ook, er is werk aan de winkel. Geen tijd om stil in een hoekje te blijven zitten en met negentien voorzitters bepalen wat goed is voor 1,4 miljoen leden. Of met zeventien voorzitters die 565.000 leden vertegenwoordigen, tegen twee die er 835.000 vertegenwoordigen en 'hele democratische beslissingen' nemen ….. Hoeveel slechter kan het worden?

Onvrede heerst overal in het land, die moeten we kanaliseren, anders doen anderen het. Dan wordt zwart tegen wit uitgespeeld en oud tegen jong, 'MOE-lander' tegen de rest, maakt niet uit wie tegen wie, als het maar verdeel-en-heers is. Solidariteit is het antwoord. Eenheid is het antwoord. En dat begint met informeren, argumenteren en organiseren. Gevolgd door activeren en mobiliseren daar waar het nodig is. En uiteindelijk democratie en zeggenschap in de economie.

Op de pedalen

Als Wijffels en Noten een traject beginnen naar een nieuwe vakbeweging, weet iedereen met een beetje strijdbaar vakbondshart en met een beetje politiek gevoel in zijn donder dat je dan dat hart moet vasthouden.
In Dalfsen werd alleen voorkomen dat de tot op het bot verdeelde FNV op dat moment al uit elkaar zou spatten. Natuurlijk van daaruit geen ronkende, strijdbare taal of inspirerende initiatieven tot meer democratie in de vakbeweging, laat staan strijdbare opvattingen over meer democratie in de economie.
Hans Boot stelt na het lezen van de bijdrage van Rob Lubbersen over de Nieuwe Vakbeweging in Solidariteit 188-2 de vraag "op basis waarvan maken de krachtsverhoudingen van vandaag aannemelijk dat de visie en activiteiten van schoonmakers en kloofdichters over de breedte van de Nieuwe Vakbeweging doorbreken". Het enig juiste antwoord is dat de krachtsverhoudingen anno 2012 dat allerminst aannemelijk maken. Volgende vraag: waar brengt ons dat antwoord? Of is de juiste vervolgvraag: sinds wanneer zijn krachtsverhoudingen statisch? Of moet ik gewoon vragen: wie helpt mee die krachtsverhouding in ons voordeel te veranderen?

Voor wie de vakbond lief heeft: blijf niet aan de kant staan, gooi niet de rem erop, we hebben niets te verliezen. Gebruik je organisatietalent en je vermogen om te kijken in je eigen geschiedenis, laat zien, leg uit, hoe het toen kon en nu weer. Laat zien wat solidariteit betekent, wat collectieve kracht betekent. Dit is de tijd waarin het verschil gemaakt wordt. Zie de kansen, maar verkijk je niet op bedreigingen.
Natuurlijk komen ze overal te voorschijn: de polderaars 2.0, de ego's en (wanna)bobo's, de jonge carrièremakers in vakbondsland, het verzuurde kader voor wie het nooit goed is. Nou en? Wij zijn er ook: de mensen die weten dat 'het kan verkeren', dat kracht een optelsom is van energie en tijd. Ik zit nu in een bondsbestuur en heb een beetje invloed, maar het echte werk is nog steeds in bedrijf en instelling, op de straat, de kroeg en tijdens de verjaardag. Spreek je uit, schrijf, discussieer mee en wees daar waar het gonst en de actie is. Bepaal de toekomst. Voor wie ook maar iets geeft om een beetje normale verdeling van rijkdom in dit kikkerlandje: kop in de wind en op de pedalen!

O ja. Ik denk dat ik komend weekend toch maar en nieuw tandwiel bestel, flinke uitgave, maar dan mis ik de trein niet en ben ik tenminste op tijd. Enne…op Twitter ben ik vrijwel onvindbaar, maar op Facebook kun je vriendje of vriendinnetje met me worden. Maar reageren doe ik vervolgens weer amper, want ik ben ook wel erg van de echte wereld, fysiek contact, 'ffbelle' en dat soort zaken.


Deze extra is een uitgebreidere versie van commentaar 193.