Malaise in de staalindustrie
Staalcrisis: dreigt wereldwijde, economische recessie?
Sjarrel Massop
De economische problemen in 'de staal' zijn groot. Deze basisindustrie is altijd een sterke indicator geweest voor een dreigende, algehele wereldrecessie. Dat is, omdat veel andere sectoren grote afnemers zijn van staal. Te denken valt aan de bouw en de automobiel industrie.
Diverse media berichtten al over deze problematiek. Op Youtube/Hugo wordt een beursanalyse gemaakt voor twee wereldspelers in de staalindustrie: Baowu Steel, China en Arcelor, Europa. In 2020 waren deze twee producenten, met respectievelijk ongeveer 130 mito (miljoen ton) en 70 mito, als grootste spelers samen verantwoordelijk voor 10 procent van de wereldproductie.
China en Europa
De voorzitter van China Baowu Steel Group, de grootste staalproducent ter wereld, heeft medio augustus (2024) gewaarschuwd dat de Chinese staalindustrie er slechter aan toe is dan tijdens de crises van 2008 en 2015. De oorzaak is dat er structurele problemen in de vastgoedsector zijn. De bouw stagneert, waardoor er grote voorraden constructiestaal zijn (nodig voor de bouw). De voorraden andersoortig staal in de havens van China, bedoeld voor de export, zijn ook erg groot. Ze nemen niet af, een sterk teken dat er geen vraag is en dus overproductie. Gevolg is dat de prijzen dalen. Dit heeft dan weer een sterke doorwerking naar de wereldeconomie. Al met al, een traditioneel patroon voor een kapitalistische crisis.
Arcelor, de tweede speler in de wereld, is nog niet in de problemen, maar ziet die volgens de analisten wel op zich afkomen. De jaarcijfers zijn slecht, de voorraden lopen op, de beurscijfers gaan stevig naar beneden. Het bedrijf kan nog tegen een stootje, de reserves zijn nog grofweg 50 miljard, tegen 10 miljard aan schulden. Toch verslechtert deze verhouding snel en de verwachting is de komst van een 'koude winter' voor de economie.
Ook Europa is ernstig in de problemen gekomen. De situatie in Engeland is bij Solidariteit aan de orde geweest ( E503-2 ). De staalindustrie is daar al grotendeels weggesaneerd, de vakbonden blijven zich verzetten. De situatie in Oost Europa is aangekaart in een analyse rond Liberty steel ( 518-2 ).
Tata Steel Nederland is ook fors in de rode cijfers gekomen, over 2023 is een verlies gemaakt van 0,5 miljard euro. Het probleem wordt toegeschreven aan het vertraagde onderhoud aan Hoogoven 6 en de koudbandwalserij. Hierdoor is de productie gestagneerd tot 4,5 mito met een capaciteit van zo'n 7 mito. Een herstel wordt verwacht, maar met de sterk dalende staalprijzen valt dat nog te bezien.
De bovenstaande twee beschrijvingen zijn sterke aanwijzingen dat er wereldwijd iets ernstigs aan de hand is met de staalindustrie in het bijzonder en de economie in het algemeen.
Onrust
De Europese vakbonden zijn er niet gerust op. Vooral het samenwerkingsverband IndustriAll trekt aan de bel. Zij hebben over geheel Europa goede contacten en zien dat het her en der behoorlijk fout gaat. Ze hebben nu het initiatief genomen om Europa op een ander spoor te zetten. Ze vinden dat de nieuwe Europese Commissie met spoed een industrieel en sociaal actieplan moet leveren om de al bestaande problemen en die voor de toekomst te kunnen aanpakken.
De activiteiten richten zich voornamelijk op het sociale aspect. Daar schuilt een gevaar. Er is veel meer aan de hand in de staalindustrie dan de dreigende economische malaise. De gehele staalindustrie is wereldwijd aan een serieuze omvorming toe. Het lijkt de kant op te gaan dat die ondergeschikt gemaakt wordt aan de economische problemen die afstevenen op de nog lang niet groene industrie.
Groen perspectief
De prioriteit bij de bedrijven zal economisch herstel zijn, de noodzaak om weer winstgevend te worden. Vanuit die visie komt er immers een mogelijkheid om te investeren in de omvorming van de productie. Dit 'winstdenken' moet losgelaten worden. De tijd is meer dan rijp om vooral de staalindustrie minder te laten groeien en schoner te gaan produceren.
De doelen, ook in de Europese Greendeal, zijn best voorzichtig gesteld. Het is een compromis waarbij nu al de vraag naar voren komt of dat realistisch is. We ervaren de gevolgen van de opwarming van de aarde meer en meer. Economisch herstel, economische groei enerzijds en vermindering van de CO2 uitstoot anderzijds gaan niet samen. Zolang winst maken de motivatie is van staal maken, komt er weinig tot niets terecht van Groenstaal.
Staal is een nuttig product dat op zichzelf de ecologische balans niet verstoort. De productie doet dat wel. Met kracht moeten alle staalbedrijven aangezet worden om hun productie te vergroenen. Dat is een lange weg, maar het kan. De technologie is beschikbaar, de middelen zijn dat ook. De tijd dringt, een keuze is er niet. De bedrijven wijzen onterecht naar de overheden. Als ze werkelijk vinden dat het een publieke zaak is om de staalindustrie van de economische en ecologische ondergang te redden, dan moeten ze hun zeggenschap maar inleveren.