Een discussie over de toekomst van de FNV
Democratie en strijdbaarheid, leden aan het woord
Sjarrel Massop
De vakbeweging verliest invloed - sociaal en economisch. Meer dan veertig jaar 'polderen' heeft haar geen goed gedaan. De vergrijzing neemt toe, de ledenaanwas blijft achter, de politieke tegenwind is verontrustend, de werkgevers geven niet veel weg en ook met de overheid is het moeilijk zaken doen. Tijd voor herbezinning.

Verrassend genoeg heeft Tuur Elzinga, voorzitter van de FNV, Marx citerend in zijn boek, de herbezinning ingezet (e 521-4) en blies penningmeester Piet Rietman de klassenstrijd nieuw leven in (Jacobin). Kennelijk is ook voor hen de nood van de vakbeweging hoog. Door deze standpunten uit te spreken, geven ze wel de toon aan voor de richting die zij als dagelijks bestuurders met de FNV voor ogen hebben.
De leden zijn aan zet, van 19 tot 26 februari kunnen wij een nieuw Ledenparlement kiezen voor de komende vier jaar. Deze verkiezingen zijn belangrijk, omdat het nieuwe parlement het Dagelijks en Algemeen bestuur kiest. Er is gedonder in de bond, de verkiezingen voor de voorzitter lijken uitgesteld. Gezien de problematiek voor de bond, de crisis ligt op straat, is het zaak de discussie via deze serie voort te zetten.
Democratie
In tegenstelling tot wat Elzinga in zijn boek schrijft, beperkte Karl Marx zich in zijn opvattingen over het Kapitaal niet tot de economie. Peter Huddis gaat daar op in, zijn studie toont aan dat Marx zeer begaan was, zijn leven lang, met nieuwe vormen van samenleven. (1) Die vormen zijn niet de socialistische heilstaat met een sterke centralisatie. Elk perspectief betreft een grote democratische betrokkenheid van mensen in de totstandkoming van een andere samenleving. Hier een toelichting bij enkele conclusies van Huddis.
* Zijn [Marx] kritiek op de omkering van subject en object, loopt door in zijn kritiek op de economische formaties van het kapitalisme, waarin de zelfontwikkeling van individuen onmogelijk gemaakt wordt door de resultaten van hun producerende activiteiten.
De subject/object discussie is eerder besproken (e 489-2). Kort samengevat. De mens (subject) produceert een product (object). Het kapitalisme als politiek economisch systeem is niet geïnteresseerd in de mens (subject), maar in het te verkopen product (object). Ondemocratisch wordt de mens gevangen in een web van kapitalistische willekeur, list en bedrog. Verhoging van de arbeidsproductiviteit betekent de mens nog meer uitschakelen in wat hij of zij maakt.
Het ultieme sluitstuk van dit proces is de robot en AI. De mens verliest zijn vrijheid om te produceren wat hij of zij nodig heeft en hoe en wanneer het geproduceerd wordt. In termen van David Graeber: 'we hebben Bullshit banen' (e 484-2). Het is zeer ondemocratisch om de vrijheid te verliezen om te doen en te maken wat jezelf wilt, alleen of samen.
De kritiek van Marx op het Kapitaal is onderdeel van alle sociale verschijnselen die 'de mens' een dictaat opleggen aan elk gedrag en activiteit van de vrije mens. Het kapitalistische systeem houdt daar niet op, de mens wordt zelfs de vrijheid ontnomen over wat hij/zij consumeert, denk aan alle reclame, en wordt van zijn of haar vrije communicatie met anderen beperkt. In de energie slurpende datacentra, ook in Nederland, worden al onze activiteiten via internet en sociale media zorgvuldig gedocumenteerd, opdat wij via de cookies consumeren wat kapitalisten als Musk, Zuckerberg, Bezos, enzovoort willen. In hun vrijheid berovende activiteiten wensen zij uiteraard niet gehinderd te worden door lastige wetten en overheden.
* Het concept van een samenleving na het kapitalisme verschilt radicaal van wat gekenmerkt wordt door de vormen van 'socialisme' en 'communisme' in de eeuw en decennia sinds zijn [Marx] dood. Zijn kritiek op de bestaande samenlevingen gaat veel verder dan de tegenstelling tussen de 'anarchistische' markt en de georganiseerde fabriek. Zijn voornaamste kritiek betreft de vervreemding van de 'menselijke relaties', ook tussen mannen en vrouwen.
We kunnen die aanvullen met seksuele en interraciale relaties en tolerantie ten opzichte van onder andere geloof en nationaliteit. Het systeem wil met andere woorden: geen vrije mensen, zeker geen mensen die samen gemeenschappen vormen. Het systeem wil een onvrije individualistisch consumerende mens. Dat is wat ons als ideaal voorgeschoteld wordt.
* Marx' opvatting van een post kapitalistische samenleving is daarom zowel veelomvattend als visionair. Vanwege de kritiek op elke sociale formatie die de autonome macht van gemeenschappen overneemt ten koste van de mensen die dergelijke samenlevingsvormen gemaakt hebben. Hij waarschuwde zelfs tegen arbeiderscoöperaties als een mogelijke omvorming naar het socialisme, zij kunnen een schijn en valstrik zijn zelfs onder arbeiderscontrole.
Deze conclusie is belangrijk. Het raakt het vraagstuk van de substitutie. Geen enkele (vorm van) organisatie, geen overheid, geen staat, geen politieke partij, geen vakbond(sleiding), geen Ledenparlement, en zeker niet het personeel van de FNV, kan 'de mens' en zijn of haar onderlinge relaties vertegenwoordigen of zelfs vervangen. Marx formuleerde dat heel nadrukkelijk bij de oprichting van de Eerste Internationale Arbeidersassociatie: De emancipatie van de arbeidersklasse moet het werk van de arbeidersklasse zelf zijn.
Met andere woorden; democratie kan niet 'georganiseerd' worden. Elk plan, elke van boven opgelegde organisatievorm, elke hiërarchie is een concessie aan de zichzelf in zijn eigenbelang organiserende arbeider of arbeidster. Verkiezingen zijn slechts nuttig, wanneer verkozen organen permanent verantwoording afleggen en permanent teruggefloten kunnen worden door de gemeenschappen die ze verkozen hebben. Het is de opdracht aan alle organisaties deze verantwoordelijkheid te nemen en dat de gemeenschappen zeer dringend de mensen activeren en betrekken, open en publiekelijk, in wat de belangen van de mensen betreft. Dat is democratiseren!
Doen we dat niet, dan zegt het beeld van Charles Chaplin van alweer zo'n 85 jaar geleden genoeg.
Strijdbaarheid
Hier een citaat uit het interview met Elzinga en Rietman in deze serie (e 530-2):
* De invloed en zeggenschap van de vakbeweging zijn in de loop van de jaren verminderd. De uitholling van de overheid die minder haar verantwoordelijkheid neemt om te zorgen voor de samenleving, gaat hand in hand met het onverantwoordelijk graaien en uitbuiten van de factor arbeid door het kapitaal. 'We doen het al jaren zo', mag niet meer het motto zijn.
De machtsconcentratie loopt uit de hand, de arbeidersbeweging moet daar een ander strijdbaarder perspectief tegenover gaan stellen. De vakbond heeft een concept tot haar beschikking om daar vorm aan te geven, dat heet staking. De afgelopen periode is er een kentering gekomen. In de winkelstraat, in het vervoer, bij de distributiecentra, in de zorg en nu recent de apothekersassistenten, zijn leden in actie en strijd gekomen.
Die strijd mag zich niet beperken tot arbeidsvoorwaarden, maar ook verbinden aan meer democratie. Meer zeggenschap in de bedrijven is prima en hoeft geen utopie te zijn (...).
* Democratie betekent ook mensen in een strijd en proces betrekken die andere belangen hebben dan zekerheid van werk, een goed loon en goede secundaire arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Strijdbaarheid kan resultaten vergroten als het breed aangepakt wordt.
Uit deze woorden kan de voorlopige conclusie getrokken worden dat het noodzakelijk en mogelijk is een kritisch en strijdbaar perspectief te ontwikkelen. Dat is nodig voor een onmisbare vakbeweging in de Nederlandse samenleving. In de FNV moeten we het anders gaan doen. Denken dat een overheid ons zal steunen, is een fictie. Niet alleen vanwege de politieke onwil, maar ook door de uitholling van de overheid. Wat nu in de Verenigde Staten gaande is, de sloop van alle overheidsfuncties en in Engeland bijvoorbeeld bij de gezondheidszorg al jaren speelt, doet zich ook in Nederland voor. (2) Veel publieke functies zijn geprivatiseerd, met als gevolg dat zij de dienst uitmaken. Dat betekent niet de belangen van mensen dienen, maar handelen volgens het criterium van winst maken. Rendement van geïnvesteerd vermogen prevaleert. Petities voor de beïnvloeding van overheidsbeleid lopen vast in onwelwillende verzekeringsbedrijven, geprivatiseerde woningbouwcoöperaties, verzelfstandigde vervoers- en energiebedrijven, commerciële omroepen, privaat onderwijs en privéklinieken, enzovoort. Daar valt weinig te halen en nog veel minder te onderhandelen.
Elkaar de maat nemen, werkt ook niet. De huidige crisis in de FNV laat het tegenbeeld zien. De samenwerking tussen vakbeweging, politieke organisaties en sociale bewegingen laat veel te wensen over en verzwakt de slagkracht voor veranderingen.
Ook de communicatie met de (potentiële) 'achterban' is in niet al te beste staat. Er moet veel meer reuring komen in de vakbondshuizen. Alle sectoren van de vakbond moet meer hun eigen kracht tonen. Activerend vakbondswerk aan de basis moet het motto worden. Daar zijn voorbeelden van in het buitenland, zie bijvoorbeeld: e 530-1, e 509-2.
Zeer kwalijk is dat de beschikbare middelen niet gebruikt worden voor de verbetering van de positie van de kwetsbaren in onze samenleving en voor de meest noodzakelijke omvormingen. Wat te denken over het astronomische fonds van de pensioenen. Een bedrag van meer dan 1.500 miljard euro, waarvan twee derde belegd wordt ten faveure van de groei van het kapitaal waar een rendement gemaakt wordt van jaarlijks meer dan 5 procent!
Tot slot. Een conclusie uit het interview met Elzinga en Rietman was dat de vakbeweging beschikt over een belangrijk wapen, de werkstaking. Knelpunt is echter dat de organisatie van de arbeid meer en meer ontregeld is door de precarisering van de arbeid, schijn zelfstandigen, buitenfirma's, flexwerkers. Bovendien veelal bedrijven zonder cao.
Er is dus veel te doen, eenheid in de strijd, verbinding van alle beschikbare krachten. Laten we ons daarbij inspireren door de stelling van Friedrich Engels: Een ons actie is een ton aan theorie waard! - e 521-4.
(1) Peter Huddis, Marx's concept of the alternative to Capitalisme, 2012, Leiden, Koninklijke Brill. Zie ook (e 489-2).
(2) Mariana Mazzucato en Rosie Collington, De consultancy industrie, hoe consultants bedrijven verzwakken, overheden uithollen en economieën schaden, 2023, Rotterdam, Managementboek. Zie ook (e 516-2).
