nr. 112
apr 2003

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Hoe FNV Bondgenoten het spoor terug zocht

Over wonden en zachte heelmeesters

De poging tot privatisering/verzelfstandiging van de Nederlandse Spoorwegen is FNV Bondgenoten niet in de koude kleren gaan zitten. De opkomst van de personeelscollectieven, het verlies van leden aan de concurrerende vakbond VVMC, ruzie met de ondernemingsraad, het vertrek van een onderhandelaar en andere interne conflicten hebben een zware wissel getrokken op leden, kaderleden en bestuurders.

Het uit de privatiseringspogingen voortvloeiende conflict was er één in de context van een steeds grotere ontevredenheid van reizigers. Daarnaast was het hele privatiseringsidee op zichzelf nogal ingewikkeld. Een bedrijf, waarvan de onderdelen zo van elkaar afhankelijk zijn, in stukken knippen en concurrentie nastreven op het vrij kleine Nederlandse spoornet; dat kon niet goed gaan. Dat dit neoliberale verhaal zowel directeur Huisinga als de ex van Philips, Timmer, voorzitter van de raad van commissarissen, de kop heeft gekost (een lichte troost), geeft wel aan dat de strijd heftig is geweest. Hoe ingewikkeld het allemaal was, bleek misschien ook wel bij hun vertrek op 3 januari 2002. Ieder had een eigen mening over wie van hun tweeën nu wel de baas was geweest.

Privatisering

Het is niet vreemd dat de leiding van de NS en de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat Jorritsma er niet uitgekomen zijn. Soms lijkt het net of dat soort autoriteiten van tevoren weet wat het wil. Dan schallen de mantra's van de vrije markt: meer keus, klantvriendelijker en goedkoper. Altijd vergezeld door het hoofdargument 'wat wil je dan, wat is je alternatief'. De bezwering 'de markt wil het!', heeft veel weg van 'god wil het!' tijdens de kruistochten van vroeger (en nu).

Deze zelfverzekerdheid heeft niet kunnen voorkomen dat het zichtbaar slecht ging met het project van privatisering/verzelfstandiging. Wie weet nog dat Lovers van 1996 tot en met 1999 een boemeltje runde tussen Amsterdam en Haarlem? En ook de veiling van de verbinding van de hogesnelheidslijn met Schiphol werd niet echt spannend. Eén van de voorwaarden die aan de vier biedende groepen - waaronder KLM/NS - werd gesteld, was ervaring met spoorvervoer in Nederland.

Het ging steeds om experimenten. De beproefde wijze waarop het ondernemersdom zich door het leven rommelt. Trial and error, heet dat. Anderen noemen het geklungel, maar dat lijkt mij een forse onderschatting van de dames en heren ondernemers.

In ieder geval heeft de NS privatisering een bar slechte naam bezorgd. Zo was het bij het ophalen van handtekeningen tegen de verzelfstandiging van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf van Amsterdam ("Ons GVB geen NV"), niet nodig om alle zorgvuldig bestudeerde details over privatisering uit te leggen, laat staan het verschil tussen interne en externe verzelfstandiging. "Oh, is dat net zoiets als bij het spoor, geef maar hier ik teken wel." Vervolgens heeft het fiasco van het spoor ook nog bijgedragen aan het verminderde enthousiasme in de Tweede Kamer om water, gas en licht ook maar in private handen te brengen.

Natuurlijk de grote politieke partijen blijven voorstander, maar zie het recente conflict over de vraag wie uitmaakt of de NS haar tarieven mag verhogen. Ze deinzen steeds weer terug voor de consequenties, omdat ze vrezen dat de tegenstanders van privatisering hun gelijk wel eens heel duidelijk met voorbeelden uit de praktijk kunnen illustreren.

Op een akkoordje

Ook voor de leiding van FNV Bondgenoten, de bond van de FNV waaronder het spoor valt, was de situatie niet eenvoudig. Naast het chaotische karakter van de privatisering en de conflicten, heeft dat iets met het wereldbeeld te maken dat in zo'n bond heerst. Vergelijk het met wat nu gebeurt in Duitsland. Bondskanselier Schröder kondigde aan dat het hem erg speet, maar dat hij zich helaas gedwongen zag de arbeidsvoorwaarden in Duitsland af te breken voordat de markt dat zou doen. Dat laatste zou voor de werknemers en werkneemsters in Duitsland nog veel beroerder uit pakken. Of de vakbeweging aldaar maar wilde inbinden. Zo iets gebeurde ook bij FNV Bondgenoten: 'ga maar mee, anders wordt het nog erger'.

De rol van FNV Bondgenoten bij het naar de markt brengen van de spoorwegen begon pas goed, toen de bond op 6 juli 1999 een akkoord sloot over het project Bestemming Klant. Bevestigd op 10 februari 2000, tekenden ook CNV Bedrijvenbond, VHS (categorale bond voor hoger personeel), VVMC (categorale bond voor rijdend personeel) en de ondernemingsraad van NS Reizigers. Daaruit mag blijken dat niet alleen Bondgenoten het moeilijk heeft.

In het akkoord was onder andere geregeld dat het personeel eenvoudiger ingezet moest worden. Officieel omdat door dit 'rondje om de kerk' vertragingen voorkomen konden worden. Volgens de personeelscollectieven om NS Reizigers soepeler te kunnen opsplitsen. Door het personeel te binden aan vaste lijnen is het gemakkelijker om het als Middeleeuwse horigen, met spoorlijn en al, aan de meest biedende te verkopen.

Alle partijen, bonden en directie van de NS, zagen het als hun taak de privatisering in goede banen te leiden. De leden stemden ermee in, dus niets aan de hand, dachten ze ook bij FNV Bondgenoten.

Communicatie en democratie

Dat bleek toch een stuk genuanceerder te liggen. Het personeel bij de spoorwegen zag het akkoord helemaal niet zitten. De gebondenheid aan één spoorlijn zou leiden tot een verschraling van de werkzaamheden. En dat werd, na enige tijd, gekoppeld aan de kwestie van de veiligheid op het spoor. Door de personeelscollectieven werd een rapport gepubliceerd, waarin op basis van onder meer onderzoek in Engeland, naar voren kwam dat door gewenning aan een route de oplettendheid van machinisten afneemt en er vaker incidenten kunnen plaatsvinden.

Op het door de NS geroemde beter en intensievere contact met vaste klanten zaten veel conducteurs al helemaal niet te wachten. Vaste klanten die personeel thuis bedreigden, deden het ergste vrezen. De onveiligheid werd nog versterkt, doordat tegen de afspraken in op risicolijnen niet altijd met twee conducteurs kon worden gewerkt. Ook de omvorming van treinstations tot het werkterrein van projectontwikkelaars was bepaald geen bijdrage aan de veiligheid. En tenslotte bleek de vereenvoudiging van het werk ook bezuinigingen op het onderhoud in te houden. Natuurlijk valt er altijd nog wel iets te bezuinigen, en als alles goed gaat is er niets aan de hand. Maar het spoor is niet te vergelijken met een arbeidsproces in een 'gesloten' autofabriek. Er gebeurt altijd iets onverwachts. Verkeersongevallen, agressie, mensen die voor een trein springen, enzovoort.

Al snel bleek dat FNV Bondgenoten de controle aan het verliezen was. Waar de collectieven wisten wat er op de werkvloer speelde en slagvaardig met mobiele telefoon en internet wisten te handelen, hadden de bondsbestuurders het contact met de werkelijkheid verloren. Terwijl formeel de spelregels bij de bond bij wijze van spreken door en door democratisch zijn, en er bij de collectieven een stel eigenheimers in een los verband aan het roer stond, opereerden die in feite veel democratischer, omdat ze rechtstreeks de druk van de werkvloer voelden. Daarnaast was voor veel vakbondsleden steun aan de collectieven de enige manier om nog invloed op hun eigen bond te kunnen uitoefenen. Zo wilde 'de werkvloer' dat de bonden ophielden elkaar in de wielen te rijden. Dat ging tot het saboteren van elkaars stakingen aan toe. Daar is door de collectieven hard op ingezet. En uiteindelijk werden de verhoudingen toch wat fatsoenlijker.

Rust in de tent

Op dit moment is de vrede weer getekend. De treinen rijden na het vertrek van de directie weer redelijk op tijd. Bij FNV Bondgenoten zijn personeelswisselingen doorgevoerd die ertoe leiden dat leden weer het idee hebben dat er naar hen geluisterd wordt. Een vlekje is misschien nog dat belangrijke voortrekkers van de personeelscollectieven laag op de verkiezingslijsten van hun bond voor de ondernemingsraad zijn gezet. Maar in hoeverre de bond de zelflerende organisatie is die we nodig hebben, is - ook gezien de slechts drie regels tekst over de spoorwegstaking van 1903 in het bondsblad - nog niet aangetoond. Of word ik nu demagogisch? Dat er conclusies zijn getrokken, is duidelijk. Maar wat gebeurt er als het spoor weer in de frontlinie van de privatisering komt te staan? Zal het de bond dan wel lukken één front te vormen met alle belanghebbenden, met reizigers en personeel? Zal het dan wel lukken eensgezind aan de slag te gaan, of zal de democratie weer opgeofferd worden aan een schimmig compromis om erger te voorkomen?

Ailko van der Veen

Congres Steeds Voorwaarts, vakbond van spoorwegpersoneel(111 kb),
zie artikel grievende arbeidsomstandigheden