Welkom Extra's Groenstaalplus

Energie niet te duur voor staalproductie

Overheid moet Tata Steel Nederland redden voor het te laat is

Sjarrel Massop (1)

Plotseling breekt paniek uit over de toekomst van Tata als Nederlands staalbedrijf (TSN). Het was duidelijk dat er stevig onderhandeld werd achter gesloten deuren door Tata en het ministerie van Klimaat en Groene Groei. Deze gesprekken werden overschaduwd door de internationale berichten, terug te vinden in ons dossier Groenstaalplus, over de precaire situatie in de internationale staalindustrie. Daarbij lijkt de Europese 'staal' zich in een kwetsbare positie te bevinden. Wat betekent deze paniek?

Eerder gaven we aandacht aan Groenstaalplus - een uitbreiding van en aanvulling op het oorspronkelijke bedrijfsplan Zeester/Groenstaal - met de bedoeling bij Solidariteit een discussie te voeren, zoals we die in het dossier Groenstaalplus hebben vastgelegd. Groenstaalplus is een integraal omvormingstraject van de Nederlandse staalindustrie, waarbij economische belangen en maatschappelijke belangen even zwaar wegen.

Groen staal publiek belang

In de discussie over de toekomst van de staalindustrie van Nederland noemt Groenstaalplus drie criteria voor een perspectief op verduurzaming van de Nederlandse staalindustrie: tijd, geld (kapitaal) en aansturing. (E503-2) Inmiddels is daar een vierde criterium aan toegevoegd: het belang van energie. Niet louter een technische kwestie, de omschakeling betreft de introductie van waterstof en dit gas kan geproduceerd worden. Dat gaat wel gepaard met (economische) problemen.

De kern van Groenstaalplus is dat voor het proces van omvorming een vorm van omdenken nodig is. Groenstaal dient een publiek belang, het kan daarom ook niet privaat aangestuurd worden. Dat betekent ook dat de zeggenschap in en over het bedrijf gelijkelijk gedeeld moet worden tussen economisch en maatschappelijk betrokkenen (milieu, gezondheid, werkzekerheid en woongenot). Groenstaal biedt een mogelijkheid, waarin het volledig anders benaderen van bedrijfsvoering zijn opwachting kan maken.
Uitgerekend is over zowel de energie als het omdenken de paniek losgebarsten. Aangejaagd door een artikel in het maandblad Economisch Statistische Berichten (ESB) en bevestigt door de voorzitter van de FNV, Tuur Elzinga. (Overheid moet Tata steel redden voor het te laat is)

Tata onwillig

In het ESB artikel stellen de schrijvers dat vanwege de energiekosten afgezien moet worden van de omvorming naar groen staal. Voor die omvorming is echter niet meer energie nodig, wel een procesverandering. IJzererts is een geoxideerd product: ijzer heeft zich verbonden aan zuurstof. Om schoon ijzer te produceren, moet het ijzererts, zoals het in chemische termen heet, gereduceerd worden. De 'reductor' voor dat proces was altijd koolstof, waarmee veel CO2 vrijkomt.

Een andere schone manier is met waterstof als 'reductor', waarbij H2O (water) vrij komt. Het probleem zit in de waterstof. De grondstof daarvoor is water. Om water te splitsen in waterstof en zuurstof is elektriciteit nodig. Dit kan in een waterstoffabriek door middel van elektrolyse. Het vergt een investering voor zo'n fabriek in de IJmond, maar de plannen liggen er al in het Hermes initiatief van de gemeente Amsterdam.
Nederland wordt dus niet te duur voor staalproductie, maar er moet geïnvesteerd worden in een waterstoffabriek en daartoe is Tata niet bereid.

Enkele notities

Om de productie van (groen) staal goedkoop te houden, is het van belang het hele proces tot en met warmwalsen dicht bij elkaar te houden. Dat betekent, zeker vanuit het oogpunt van rendement en energie, dat staal maken en de verwerking ervan dicht bij elkaar moeten plaatsvinden. Uiteraard is het solidair om ontwikkelingslanden daarin te betrekken, dat zal echter nooit rendabeler kunnen, daarvoor is veel meer innovatie en tijd nodig die vooralsnog niet beschikbaar zijn. Criterium voor dergelijke perspectieven op langere termijn is het loslaten van produceren vanuit een economische groei- en winstgedachte.

Er staan twee waterstoffabrieken in IJmuiden. Bijproduct van de kooksfabriek is kooksovengas dat een samenstelling heeft van 75 procent waterstof en 25 procent methaan, uitermate geschikt voor een eerste fase om 'grijs staal' (met waterstof dat voortkomt uit fossiele brandstoffen, zoals uit een kooksfabriek) te maken en daarna, wanneer er voldoende groene elektriciteit is, om te zetten in groen staal.

Een andere redenering zou kunnen zijn waterstof maken op de plaats waar dat met groene energie kan. Vervolgens kan deze groene waterstof naar de staalfabrieken in Noord-Europa vervoerd worden. Maar dat is ook geen logische economische oplossing. Waterstof is moeilijk te vervoeren. Er is zowel een hoge druk als een erg lage temperatuur nodig om waterstof vloeibaar te maken. Dat vereist veel energie. Een andere mogelijkheid zou zijn de waterstof te verbinden aan stikstof, dat wil zeggen er ammoniak van maken. Dat is als vloeistof goed vervoerbaar, maar om van ammoniak waterstof en stikstof te maken is veel energie nodig. Het kost zo meer energie en geld, daarmee wordt waterstof elders maken niet rendabel. Voor landen die waterstof produceren, zal dat leiden tot uitbuiting van de lokale bevolking. Zo functioneert het kapitaal immers. Dus deze benadering is geen optie. Voor de duidelijkheid, we opteren vanwege milieuproblemen absoluut niet voor de ammoniak oplossing.

Conclusie: De optie om staal of waterstof elders te maken, waar de productie goedkoper is, zal uiteindelijk leiden tot veel hogere kosten en ongewenste exploitatie van lokale werkers.

Concernleiding geen interesse

In een uitgelekte brandbrief van GroenLinks-PvdA en Tuur Elzinga staat in de kop de volgende noodkreet Overheid moet Tata steel redden voor het te laat is.

tuur Elzinga en de staalarbeiders
Tuur Elzinga en rechts van hem Cinta Groos voorzitster van de Centrale Ondernemingsraad TSN
Foto Sjarrel Massop

Die noodkreet gaat geheel voorbij aan de gedachte van het 'omdenken'. Tata als totaal concern hoort tot de allergrootste in de wereld en kan eigenlijk niet failliet gaan. Met een personeelsbestand - wereldwijd - van meer dan één miljoen werkers en een jaarlijkse omzet van meer dan 160 miljard dollar. Het is inmiddels voornamelijk een consultancybedrijf geworden, de staalindustrie is slechts een speeltje.

Gegeven de sociaaleconomische verhoudingen is de Nederlandse overheid, zeker met de huidige politieke samenstelling, niet in staat TSN te redden. De leiding van het concern is niet bereid naar groen staal om te schakelen. De wijze waarop Tata in Engeland heeft huis gehouden, illustreert dat het concern voor Nederland niet veel anders in petto heet. Al twee keer heeft TSN in de etalage gestaan, Tata wil er vanaf (e517-1 en e524- 3), het ligt bijna op een presenteerblaadje.

Perspectief Groenstaalplus

De gedachte voor Tata en de overheid is dat de productie van groen staal in Nederland rendabel is bij een productieomvang van 7 miljoen ton staal (miljoen ton per jaar, kortweg mito). Dat is ongeveer gelijk aan het huidige productievermogen. De stelregel voor de vergroening van de staalindustrie is dat ongeveer twee maal zo veel miljarden euro's nodig is om aan capaciteit in mito om te vormen. Dat wil zeggen: voor de gehele operatie is zo'n 14 miljard euro nodig.
Het assortiment van de Nederlandse staalindustrie rechtvaardigt zo'n hoge productiecapaciteit niet. Omvormen van het productieproces van staal maken is onvermijdelijk gekoppeld aan de vraag waarvoor we staal willen maken en wat voor staal dat is. Beide is geen criterium voor zowel Tata als de huidige Nederlandse regering met haar ministerie van klimaat en groene groei.

Tot onze aangename verbazing is Tuur Elzinga pleitbezorger geworden van de democratisering van de arbeid. Zijn recente boek heeft als titel de volgende leuze: Democraten aller landen verenigt U. Een pleidooi voor het omdenken, ook en vooral van de wijze waarop we in Nederland staal willen maken. Maar tot onze onaangename verrassing publiceert Elzinga een artikel met de titel, De overheid moet Tata steel redden voor het te laat is. Als hij zich werkelijk in de materie verdiept heeft, en daar kan vanuit gegaan worden, dan weet hij wat de ontwikkelingen zijn, zowel op wereldniveau als voor de Nederlandse situatie.
Al maanden wordt er onderhandeld tussen vooral de directie Nederland van Tata en de overheid - achter gesloten deuren. De vakbeweging, nemen we aan, wordt via de Centrale Ondernemingsraad goed op de hoogte gehouden. Telkens weer worden de plannen achterhaald door negatieve berichten over de internationale staalindustrie. Daar komt geen lonkend perspectief uit voort.
Tegelijk worden andere belangenpartijen - milieubeweging en omwonenden met hun gezondheidsproblemen en schadelijk leefklimaat - buiten het omvormingsproces gesloten. Dat is niet democratisch en dat gaat de vakbeweging opbreken!

onder de rook van Tata
Onder de rook van nog Tata bron Staalbode

Conclusie: De Nederlandse staalindustrie is slechts te redden, wanneer sociale bewegingen - vakbeweging, milieubeweging, organisatie van omwonenden - met de werkers van Tata Steel Nederland de handen ineen slaan en het plan Groenstaal tot uitvoer brengen. De vorderingen voor een dergelijk omdenken staan helaas op een laag pitje, de waakvlam dreigt uit te gaan. De tijd begint overigens te dringen. Volgens Elzinga gaat de FNV bij TSN weer ouderwets 'polderen', terwijl hij zegt daarvan af te willen, in plaats van democratiseren. Hoe zit dat nou toch? Het criterium aansturing ligt voor het grijpen!
De andere criteria voor Groenstaalplus - tijd, geld en energie - zijn met een beetje goede wil waar te maken. Zoals Dirk Bezemer, Groningse econoom, in zijn boek Een land van kleine buffers zegt: Er is genoeg geld in Nederland, we gebruiken het alleen verkeerd!


(1) Met dank aan Patrick van Klink.